Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
1. De student kent de dateringen van de archeologische perioden conform het ABR en kan
deze op een kritische wijze toepassen.
IJzertijd: 800 - 12 vC...............................................................................................................................IJZ
IJzertijd vroeg: 800 - 500 vC....................................................................................................IJZV
IJzertijd midden: 500 - 250 vC...............................................................................................IJZM
IJzertijd laat: 250 - 12 vC.........................................................................................................IJZL
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC............................................................................................................ROM
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC..........................................................................................ROMV
Romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC................................................................................ROMVA
Romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC.....................................................................................ROMVB
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC...................................................................................ROMM
Romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC..............................................................................ROMMA
Romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC............................................................................ROMMB
Romeinse tijd laat: 270 - 450 nC.........................................................................................ROML
Romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC....................................................................................ROMLA
Romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC....................................................................................ROMLB
Chronologie van culturen in De IJzertijd
Vroege IJzertijd 800-500 v. Chr.
Hallstatt B3 800-700 v. Chr.
Hallstatt C1 700-650 v. Chr.
Hallstatt C2 650-600 v. Chr.
Hallstatt D1 600-530 v. Chr.
Hallstatt D2 530-500 v. Chr.
Midden IJzertijd 500-250 v. Chr.
Hallstatt D3 500-475 v. Chr.
La Tène A 475-400 v. Chr.
La Tène B 400-250 v. Chr.
Late IJzertijd 250-12 v. Chr.
La Tène C 250-120 v Chr.
La Tène C 120-12 v. Chr.
1
,Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
2. De student heeft een kritische houding ten opzichte van gangbare archeologische
denkbeelden betreffende de periode.
Wat doe je als je glas in de bodem vindt tijdens een opgraving?
Glas is vaak slecht geconserveerd: graf het dus niet zomaar op maar doe een bloklift. Oud glas kan
namelijk snel uit elkaar vallen, pak het dus goed in en onderzoek het in een laboratorium.
Glascorrosie & irisatie: “suikerglas”
Er is ook veel glas verdwenen, bodemformatieprocessen: corrosie & irisatie Cultureel (menselijke)
invloed: veel glas wordt omgesmolten en opnieuw gebruikt.
Wat doe je als je ijzer in de bodem vind tijdens je opgraving?
- Vind je dit op een opgraving? Peuter de brokken roest er niet
af!! Dan valt het ijzer namelijk uit elkaar en heb je niks meer
om te onderzoeken.
2
,Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
3. De student heeft kennis van de periode in een bredere context buiten de landsgrenzen.
IJzertijd
Hallstatt-cultuur
- 800-500 v. Chr.
- Versterkte (handels)nederzettingen
- Rijke elitegraven (1846)
- Duidelijke verschillen in rijkdom
- Drinken van wijn: feesten (grote bronzen
vaten, vleeshaken, navelkannen, drinkhoorns)
- Invloed mediterrane gebied
- Zoutwinning en -handel (>> zo kon je beter
vlees bewaren)
- Etrusken en Thrachiërs (volkeren)
La Tène-cultuur
- 475-12 v. Chr.
- Veel overeenkomsten met de Hallstatt-cultuur
- Versterkte nederzettingen
- Grote rijke elitegraven
- Duidelijke stijlkenmerken
o Keltische stijl
- Metaalsmeedkunst
- Sterke invloed mediterrane gebied; wijd
handelsnetwerk
In 1857 is er een La Tène vindplaats aangetroffen waar
1000en objecten in een meer zijn aangetroffen. Ook zijn er zwaarden en speerpunten tussen rijen
houten palen (bruggen) gevonden. De site was vermoedelijk een cultus plaats. Een La Tène type site:
een cultuur van de historische Kelten.
!! De ijzertijd eindigde in 12 v. Chr. omdat Drusus naar Nederland kwam en de Romeinse levensstijl
introduceerde aan Nederland. Hij richtte legerkampen op en begon met de uitbreiding van het
Romeinse Rijk naar Nederland. !!
3
, Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
Romeinse Tijd
Het Romeinse Rijk groeide van 338 v. Chr. tot 116 n. Chr. En in 269 n. Chr. kreeg het Rijk een enorme
krimp. Waarna het rijk in 336 n. Chr. weer groeide. In 485 n. Chr. was er weer een krimp in het
Romeinse Rijk.
- 115-114 n. Chr. = het hoogtepunt van het Romeinse Rijk
- 753-509 v. Chr. = De koningstijd, Rome was een soort koninkrijk
Korte geschiedenis van het Romeinse Rijk
- Legende: op 21 april 753 v. Chr was de Stichting van Rome. Dit is ook de legende waarbij
Romulus en Remus werden opgevoed door wolven
- Werkelijkheid: De stichtingsdatum klopt ongeveer: de nederzetting van Rome organiseert zich
rond 750 v. Chr.
Rome was een republiek 509 tot 26 v. Chr.
Het nieuwe staatsbestel van Rome is een republiek, wat betekend dat de democratie de zaak van het
volk is. Rome had een senaat met 2 consuls die jaarlijks werden gekozen. Desondanks vond het volk
dat ze niet genoeg te zeggen hadden en gingen staken. De elite was hier niet blij mee, vanaf dat
moment kwam er een volkstribune, anders zou de elite geen inkomen (via belasting) meer krijgen.
Caesar
- Belangrijkste figuur van het Romeinse Rijk vanwege zijn vele veldtochten, hij was een
succesvolle generaal.
- Gallische oorlogen Caesar: 58-49 v. Chr:
o 54 v. Chr: Eburonen (koning Ambiorix) vallen Romeinen aan (in NL. Zuid-Limburg +
Tongeren?) Als reactie slaan de Romeinen kei en keihard terug, het hele volk wordt
bijna uitgeroeid.
o 52 v. Chr. Wraak! Eburonen uitgeroeid (= Z. en west van Maas, bij Tongeren?)
o Menapiers vechten ook terug
- 49 v. Chr.: Caesar trekt zich terug (vanwege burgeroorlog) en laat weinig/geen
bezettingstroepen achter.
- Wel zwaargehavend land en bevolking na 8 jaar oorlog
Door van Caesar
Door uitbreiding van het Romeinse Rijk voldoet de senaat minder goed. Caesar denkt dat hij heel
goed en mooi is, hij wil daarom graag zelf dictator worden, dat lukte hem maar even. In 44 v. Chr.
werd hij vermoord, omdat hij niet werd getolereerd.
Begin keizertijd – 27 v. Chr.
Na moord op Caesar is er een machtsstrijd tussen Marcus Antonius en adoptiefzoon Octavianus
- Octavianus wint en krijgt steeds meer macht van senaat
- De senaat verkiest Octavius als eerste alleenheerser
o O.a. Vetorecht, bevelhebber van alle legioenen
o Octavianus gaat verder door het leven als Augustus, Augustus was de eerste keizer
van het Romeinse Rijk.
- 45 jaar regering met omvorming republiek naar keizerrijk + veel nieuwe gebieden.
In de keizertijd was de keizer de baas en hij werd als een god gezien, maar er was nog steeds een
officiële senaat (met weinig invloed). De keizer had vanaf nu invloed op de legioenen, de keizer had
dus ook alle soldaten achter zich. Hij was machtig! Augustus was ook vormend, hij legde bijv. wegen
aan.
4
1. De student kent de dateringen van de archeologische perioden conform het ABR en kan
deze op een kritische wijze toepassen.
IJzertijd: 800 - 12 vC...............................................................................................................................IJZ
IJzertijd vroeg: 800 - 500 vC....................................................................................................IJZV
IJzertijd midden: 500 - 250 vC...............................................................................................IJZM
IJzertijd laat: 250 - 12 vC.........................................................................................................IJZL
Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC............................................................................................................ROM
Romeinse tijd vroeg: 12 - 70 nC..........................................................................................ROMV
Romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC................................................................................ROMVA
Romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC.....................................................................................ROMVB
Romeinse tijd midden: 70 - 270 nC...................................................................................ROMM
Romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC..............................................................................ROMMA
Romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC............................................................................ROMMB
Romeinse tijd laat: 270 - 450 nC.........................................................................................ROML
Romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC....................................................................................ROMLA
Romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC....................................................................................ROMLB
Chronologie van culturen in De IJzertijd
Vroege IJzertijd 800-500 v. Chr.
Hallstatt B3 800-700 v. Chr.
Hallstatt C1 700-650 v. Chr.
Hallstatt C2 650-600 v. Chr.
Hallstatt D1 600-530 v. Chr.
Hallstatt D2 530-500 v. Chr.
Midden IJzertijd 500-250 v. Chr.
Hallstatt D3 500-475 v. Chr.
La Tène A 475-400 v. Chr.
La Tène B 400-250 v. Chr.
Late IJzertijd 250-12 v. Chr.
La Tène C 250-120 v Chr.
La Tène C 120-12 v. Chr.
1
,Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
2. De student heeft een kritische houding ten opzichte van gangbare archeologische
denkbeelden betreffende de periode.
Wat doe je als je glas in de bodem vindt tijdens een opgraving?
Glas is vaak slecht geconserveerd: graf het dus niet zomaar op maar doe een bloklift. Oud glas kan
namelijk snel uit elkaar vallen, pak het dus goed in en onderzoek het in een laboratorium.
Glascorrosie & irisatie: “suikerglas”
Er is ook veel glas verdwenen, bodemformatieprocessen: corrosie & irisatie Cultureel (menselijke)
invloed: veel glas wordt omgesmolten en opnieuw gebruikt.
Wat doe je als je ijzer in de bodem vind tijdens je opgraving?
- Vind je dit op een opgraving? Peuter de brokken roest er niet
af!! Dan valt het ijzer namelijk uit elkaar en heb je niks meer
om te onderzoeken.
2
,Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
3. De student heeft kennis van de periode in een bredere context buiten de landsgrenzen.
IJzertijd
Hallstatt-cultuur
- 800-500 v. Chr.
- Versterkte (handels)nederzettingen
- Rijke elitegraven (1846)
- Duidelijke verschillen in rijkdom
- Drinken van wijn: feesten (grote bronzen
vaten, vleeshaken, navelkannen, drinkhoorns)
- Invloed mediterrane gebied
- Zoutwinning en -handel (>> zo kon je beter
vlees bewaren)
- Etrusken en Thrachiërs (volkeren)
La Tène-cultuur
- 475-12 v. Chr.
- Veel overeenkomsten met de Hallstatt-cultuur
- Versterkte nederzettingen
- Grote rijke elitegraven
- Duidelijke stijlkenmerken
o Keltische stijl
- Metaalsmeedkunst
- Sterke invloed mediterrane gebied; wijd
handelsnetwerk
In 1857 is er een La Tène vindplaats aangetroffen waar
1000en objecten in een meer zijn aangetroffen. Ook zijn er zwaarden en speerpunten tussen rijen
houten palen (bruggen) gevonden. De site was vermoedelijk een cultus plaats. Een La Tène type site:
een cultuur van de historische Kelten.
!! De ijzertijd eindigde in 12 v. Chr. omdat Drusus naar Nederland kwam en de Romeinse levensstijl
introduceerde aan Nederland. Hij richtte legerkampen op en begon met de uitbreiding van het
Romeinse Rijk naar Nederland. !!
3
, Leerdoelen Cultuur en landschap in de IJzertijd en Romeinse tijd
Romeinse Tijd
Het Romeinse Rijk groeide van 338 v. Chr. tot 116 n. Chr. En in 269 n. Chr. kreeg het Rijk een enorme
krimp. Waarna het rijk in 336 n. Chr. weer groeide. In 485 n. Chr. was er weer een krimp in het
Romeinse Rijk.
- 115-114 n. Chr. = het hoogtepunt van het Romeinse Rijk
- 753-509 v. Chr. = De koningstijd, Rome was een soort koninkrijk
Korte geschiedenis van het Romeinse Rijk
- Legende: op 21 april 753 v. Chr was de Stichting van Rome. Dit is ook de legende waarbij
Romulus en Remus werden opgevoed door wolven
- Werkelijkheid: De stichtingsdatum klopt ongeveer: de nederzetting van Rome organiseert zich
rond 750 v. Chr.
Rome was een republiek 509 tot 26 v. Chr.
Het nieuwe staatsbestel van Rome is een republiek, wat betekend dat de democratie de zaak van het
volk is. Rome had een senaat met 2 consuls die jaarlijks werden gekozen. Desondanks vond het volk
dat ze niet genoeg te zeggen hadden en gingen staken. De elite was hier niet blij mee, vanaf dat
moment kwam er een volkstribune, anders zou de elite geen inkomen (via belasting) meer krijgen.
Caesar
- Belangrijkste figuur van het Romeinse Rijk vanwege zijn vele veldtochten, hij was een
succesvolle generaal.
- Gallische oorlogen Caesar: 58-49 v. Chr:
o 54 v. Chr: Eburonen (koning Ambiorix) vallen Romeinen aan (in NL. Zuid-Limburg +
Tongeren?) Als reactie slaan de Romeinen kei en keihard terug, het hele volk wordt
bijna uitgeroeid.
o 52 v. Chr. Wraak! Eburonen uitgeroeid (= Z. en west van Maas, bij Tongeren?)
o Menapiers vechten ook terug
- 49 v. Chr.: Caesar trekt zich terug (vanwege burgeroorlog) en laat weinig/geen
bezettingstroepen achter.
- Wel zwaargehavend land en bevolking na 8 jaar oorlog
Door van Caesar
Door uitbreiding van het Romeinse Rijk voldoet de senaat minder goed. Caesar denkt dat hij heel
goed en mooi is, hij wil daarom graag zelf dictator worden, dat lukte hem maar even. In 44 v. Chr.
werd hij vermoord, omdat hij niet werd getolereerd.
Begin keizertijd – 27 v. Chr.
Na moord op Caesar is er een machtsstrijd tussen Marcus Antonius en adoptiefzoon Octavianus
- Octavianus wint en krijgt steeds meer macht van senaat
- De senaat verkiest Octavius als eerste alleenheerser
o O.a. Vetorecht, bevelhebber van alle legioenen
o Octavianus gaat verder door het leven als Augustus, Augustus was de eerste keizer
van het Romeinse Rijk.
- 45 jaar regering met omvorming republiek naar keizerrijk + veel nieuwe gebieden.
In de keizertijd was de keizer de baas en hij werd als een god gezien, maar er was nog steeds een
officiële senaat (met weinig invloed). De keizer had vanaf nu invloed op de legioenen, de keizer had
dus ook alle soldaten achter zich. Hij was machtig! Augustus was ook vormend, hij legde bijv. wegen
aan.
4