DIERENETHIEK
LES 1: WAT IS ETHIEK
Ethiek= antwoordt op vraag ‘waarom?’
> Vraag naar rechtvaardiging voor dat je een bepaald gedrag stelt
1. Voorbeeld 1: over geld (ja-nee vraag)
2. Voorbeeld 2: katten die zorgen voor overlast
Wat doe je?
OPTIE 1: EGOÏSME
> Veel voordeel als je de enige egoïst ben en alle andere niet
> Niet positief voor samenleving (niet universaliseerbaar)
ANDERE OPTIES
> Religie (10 geboden)
> Recht (wettelijk verplicht of verboden)
> Moraal (aka ‘het geweten’)
Wat als de situatie minder eenduidig is?
> Mag je liegen?
> Heeft iemand recht op euthanasie?
> Is genetische manipulatie toegelaten?
> Mag onthoornen van runderen?
> Mogen we moerassen droogleggen?
> Is het kweken van kortsnuitige honden toegelaten?
> Moeten we dierentuinen sluiten?
> Mag je additieven gebruiken in “artisanale saus”?
> ...
Recht, moraal en religie werken niet altijd ‘samen’
è Er is niet zomaar één antwoord juist
è Maar niet ieder antwoord is ok
HOE MAAK JE DAN ONDERSCHEID TUSSEN JUIST OF FOUT?
Daar begint ethiek:
è Kritische afstand= persoonlijke betrokkenheid uit discussie houden, neutraal blijven (geen ‘emotie’)
è Gestructureerd, logische nadenken over de eigen moraal
,Methodologie:
> Rationeel ® logisch
> Traceerbaar ® volgbaar
> Coherent ® samenhangend
(Niet alles wat ethisch fout is, is juridisch verboden)
è Feitelijk niveau versus waarde-niveau
è Hoe de wereld in mekaar zit en hoe we die in
mekaar zouden moeten steken voor een ‘ideale
wereld’
è ‘Het is natuurlijk dus het is goed’ die redenering is
niet juist
Ethiek= nadenken= reflectie
Ethiek= systematische studie van goed en kwaad in menselijk handelen (het is een menselijk construct)
LES 2: MENS, MAATSCHAPPIJ EN ETHIEK
‘MENSELIJKE HANDELINGEN’, MAAR IN RELATIE TOT WIE OF WAT?
> Tov mensen?
> Dieren?
> Planten?
> Milieu?
> Dingen?
> Wat telt?
Waarover?
Antwoord: tov alles dat ‘intrinsieke waarde’ heeft (= als op het zichzelf bestaat)
® Basis van ‘ethische relevantie’
Intrinsieke waarde= waarde los van secundaire, irrelevante eigenschappen
® Basis voor (grenzen aan) handelen
, WAAROM?
> Eigen belang
- Niet opmaken/ vervuilen van wat je nodig hebt om te leven
> Voor mijn erfegnamen
- Eigenbelang 2.0
> Voor de volgende generaties
- Probleem= geen directe connectie meer
- Behalve zorg voor de ‘naasten’ ook voor de ‘verren’ ® concept duurzaamheid
> Voor de andere wezens
- De omgeving is niet enkel voor mensen belangrijk
- Dus ook belangen van dieren is belangrijk
> Voor het milieu/… zelf
- Alles wat leeft is belangrijk
Van 1-3: focust op mensen
> Antropocentrisme
> Visie op milieu, klimaat, dieren = intrumenteel
> Niet alles kan, maar grens van aandacht= belang van mens
Van 4-5: kent ook niet-mensen moreel belang toe
> Niet antropocentrische posities
> Indien enkel dier: zoöcentrisme
> Indien alle levende wezens: biocentrisme
> Indien (ook) de niet-levende natuur: ecocentrisme
DE MORELE CIRKEL
Uitbreiding van de morele cirkel
® Meer entiteiten worden als ethisch relevant beschouwd (moreel object)
MORELE RELEVANTIE
2 types:
® morele agent/ actor= moreel subject
® Morele patient= moreel object
Subject: mensen met volle vermogens tot het maken van ethische beslissingen (niet alle mensen zijn subjecten
maar alle subjecten zijn mensen)
Object: de rest van de morele relevantie ® definitie van deze ‘rest’ (zie morele cirkel)
LES 1: WAT IS ETHIEK
Ethiek= antwoordt op vraag ‘waarom?’
> Vraag naar rechtvaardiging voor dat je een bepaald gedrag stelt
1. Voorbeeld 1: over geld (ja-nee vraag)
2. Voorbeeld 2: katten die zorgen voor overlast
Wat doe je?
OPTIE 1: EGOÏSME
> Veel voordeel als je de enige egoïst ben en alle andere niet
> Niet positief voor samenleving (niet universaliseerbaar)
ANDERE OPTIES
> Religie (10 geboden)
> Recht (wettelijk verplicht of verboden)
> Moraal (aka ‘het geweten’)
Wat als de situatie minder eenduidig is?
> Mag je liegen?
> Heeft iemand recht op euthanasie?
> Is genetische manipulatie toegelaten?
> Mag onthoornen van runderen?
> Mogen we moerassen droogleggen?
> Is het kweken van kortsnuitige honden toegelaten?
> Moeten we dierentuinen sluiten?
> Mag je additieven gebruiken in “artisanale saus”?
> ...
Recht, moraal en religie werken niet altijd ‘samen’
è Er is niet zomaar één antwoord juist
è Maar niet ieder antwoord is ok
HOE MAAK JE DAN ONDERSCHEID TUSSEN JUIST OF FOUT?
Daar begint ethiek:
è Kritische afstand= persoonlijke betrokkenheid uit discussie houden, neutraal blijven (geen ‘emotie’)
è Gestructureerd, logische nadenken over de eigen moraal
,Methodologie:
> Rationeel ® logisch
> Traceerbaar ® volgbaar
> Coherent ® samenhangend
(Niet alles wat ethisch fout is, is juridisch verboden)
è Feitelijk niveau versus waarde-niveau
è Hoe de wereld in mekaar zit en hoe we die in
mekaar zouden moeten steken voor een ‘ideale
wereld’
è ‘Het is natuurlijk dus het is goed’ die redenering is
niet juist
Ethiek= nadenken= reflectie
Ethiek= systematische studie van goed en kwaad in menselijk handelen (het is een menselijk construct)
LES 2: MENS, MAATSCHAPPIJ EN ETHIEK
‘MENSELIJKE HANDELINGEN’, MAAR IN RELATIE TOT WIE OF WAT?
> Tov mensen?
> Dieren?
> Planten?
> Milieu?
> Dingen?
> Wat telt?
Waarover?
Antwoord: tov alles dat ‘intrinsieke waarde’ heeft (= als op het zichzelf bestaat)
® Basis van ‘ethische relevantie’
Intrinsieke waarde= waarde los van secundaire, irrelevante eigenschappen
® Basis voor (grenzen aan) handelen
, WAAROM?
> Eigen belang
- Niet opmaken/ vervuilen van wat je nodig hebt om te leven
> Voor mijn erfegnamen
- Eigenbelang 2.0
> Voor de volgende generaties
- Probleem= geen directe connectie meer
- Behalve zorg voor de ‘naasten’ ook voor de ‘verren’ ® concept duurzaamheid
> Voor de andere wezens
- De omgeving is niet enkel voor mensen belangrijk
- Dus ook belangen van dieren is belangrijk
> Voor het milieu/… zelf
- Alles wat leeft is belangrijk
Van 1-3: focust op mensen
> Antropocentrisme
> Visie op milieu, klimaat, dieren = intrumenteel
> Niet alles kan, maar grens van aandacht= belang van mens
Van 4-5: kent ook niet-mensen moreel belang toe
> Niet antropocentrische posities
> Indien enkel dier: zoöcentrisme
> Indien alle levende wezens: biocentrisme
> Indien (ook) de niet-levende natuur: ecocentrisme
DE MORELE CIRKEL
Uitbreiding van de morele cirkel
® Meer entiteiten worden als ethisch relevant beschouwd (moreel object)
MORELE RELEVANTIE
2 types:
® morele agent/ actor= moreel subject
® Morele patient= moreel object
Subject: mensen met volle vermogens tot het maken van ethische beslissingen (niet alle mensen zijn subjecten
maar alle subjecten zijn mensen)
Object: de rest van de morele relevantie ® definitie van deze ‘rest’ (zie morele cirkel)