Herkennen van psychische (on)gezondheid
aantekeningen
Les 1
Psychopathologie = het deelgebied van de psychiatrie en de klinische
psychologie dat zich bezighoudt met diverse vormen van afwijkende
emoties, gedachten en gedrag, de oorzaken daarvan en de
behandelmogelijkheden.
Psycholoog of social worker inductieve redenatie: theorieën bouwen en
koppelen Huisrts of psychiater: deductief opgeleid > dingen uitsluiten
Psychiatrie gebruikt medicatie in tegenstelling tot psycholoog. Psycholoog
en sociaal werker moeten zich aanpassen op de psycholoog.
Diagnose gaat maximaal 1 jaar mee, diagnose heeft ongeveer 3-6
maanden nodig aan informatie om tot stand te komen.
Zodra je actief gevaar wordt of je dagelijks activiteiten belemmerd wordt,
heb je een stoornis.
Criteria voor afwijkend gedrag:
Uitzonderlijk
Sociaal afwijkend
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
Ongepast of contraproductief gedrag
Gevaar
Classificeren
Vormt de basis van wetenschap
Systemen vormen de grond voor belangrijke beslissingen
Helpt om het verloop van ziekte te voorspellen
Helpen vergelijkbare populaties van elkaar te onderscheiden
De DSM-V omvat 20 algemene categorieën van psychische stoornissen
Het is een categorisch classificatiemodel, waarbij professionals een
oordeel geven of een stoornis al dan niet aanwezig is op basis van
aanwezig diagnostische kenmerken en symptomen van afwijkend gedrag,
emoties en gedachten.
Hierbij worden geen verklaringen beschreven
Incidentie: alle nieuwe gevallen over een jaar.
Prevalentie: alle gevallen over een jaar.
Verschillen in begeleiding en behandeling: begeleiding gaat vooral over de
kwaliteit van leven en behandelingen alleen op dingen van onderzoek.
, Herkennen van psychische (on)gezondheid
aantekeningen
Les 2
Stoornissen die ontstaan in de kindertijd en adolescentie
Licht verstandelijke beperking (LVB)
Autismespectrumstoornis (ASS)
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD)
Licht verstandelijke beperking (LVB)
Adaptief functioneren
Waar het accent om te bepalen of er sprake is van LVB tot voor kort lag op
het IQ moet er tegenwoordig ook sprake zijn van een beperking in het
adaptief functioneren. Het adaptief functioneren heeft alles te maken met
he dagelijks functioneren en het reageren op de omgeving. Hierin wordt
onderscheid gemaakt tussen 3 domeinen:
1. Het conceptuele domein
2. Het sociale domein
3. Het praktische domein
Autismespectrumstoornis (ASS)
Waar in de DSM-IV nog onderscheid werd gemaakt tussen verschillende
vormen van autisme spreken we sinds de DSM-V enkel en alleen over de
Autismespectrumstoornis (ASS). Hierbij wordt echter wel onderscheid
gemaakt qua ernst (ernstig, matig, licht) en ook kunnen er specificaties
worden toegevoegd zoals met of zonder bijkomende verstandelijke
beperking.
De Autismespectrumstoornis wordt
geclassificeerd a.d.h.v.
gemeenschappelijke gedragskenmerkne,
te weten:
- Chronische deficiënties in de
communicatie en sociale interacties
- Beperkte of zeer gefixeerde
interesses
- Repetitief gedrag
Verklaring; alhoewel de oorzaak van ASS
nog onbekend is, is er groeiend bewijs dat
het een neurologische basis heeft.
Mogelijk spelen daarbij prenatale invloeden een rol. Daarnaast zijn
verschillende genen betrokken bij het bepalen van de vaarbaarheid voor
ASS.
aantekeningen
Les 1
Psychopathologie = het deelgebied van de psychiatrie en de klinische
psychologie dat zich bezighoudt met diverse vormen van afwijkende
emoties, gedachten en gedrag, de oorzaken daarvan en de
behandelmogelijkheden.
Psycholoog of social worker inductieve redenatie: theorieën bouwen en
koppelen Huisrts of psychiater: deductief opgeleid > dingen uitsluiten
Psychiatrie gebruikt medicatie in tegenstelling tot psycholoog. Psycholoog
en sociaal werker moeten zich aanpassen op de psycholoog.
Diagnose gaat maximaal 1 jaar mee, diagnose heeft ongeveer 3-6
maanden nodig aan informatie om tot stand te komen.
Zodra je actief gevaar wordt of je dagelijks activiteiten belemmerd wordt,
heb je een stoornis.
Criteria voor afwijkend gedrag:
Uitzonderlijk
Sociaal afwijkend
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
Ongepast of contraproductief gedrag
Gevaar
Classificeren
Vormt de basis van wetenschap
Systemen vormen de grond voor belangrijke beslissingen
Helpt om het verloop van ziekte te voorspellen
Helpen vergelijkbare populaties van elkaar te onderscheiden
De DSM-V omvat 20 algemene categorieën van psychische stoornissen
Het is een categorisch classificatiemodel, waarbij professionals een
oordeel geven of een stoornis al dan niet aanwezig is op basis van
aanwezig diagnostische kenmerken en symptomen van afwijkend gedrag,
emoties en gedachten.
Hierbij worden geen verklaringen beschreven
Incidentie: alle nieuwe gevallen over een jaar.
Prevalentie: alle gevallen over een jaar.
Verschillen in begeleiding en behandeling: begeleiding gaat vooral over de
kwaliteit van leven en behandelingen alleen op dingen van onderzoek.
, Herkennen van psychische (on)gezondheid
aantekeningen
Les 2
Stoornissen die ontstaan in de kindertijd en adolescentie
Licht verstandelijke beperking (LVB)
Autismespectrumstoornis (ASS)
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD)
Licht verstandelijke beperking (LVB)
Adaptief functioneren
Waar het accent om te bepalen of er sprake is van LVB tot voor kort lag op
het IQ moet er tegenwoordig ook sprake zijn van een beperking in het
adaptief functioneren. Het adaptief functioneren heeft alles te maken met
he dagelijks functioneren en het reageren op de omgeving. Hierin wordt
onderscheid gemaakt tussen 3 domeinen:
1. Het conceptuele domein
2. Het sociale domein
3. Het praktische domein
Autismespectrumstoornis (ASS)
Waar in de DSM-IV nog onderscheid werd gemaakt tussen verschillende
vormen van autisme spreken we sinds de DSM-V enkel en alleen over de
Autismespectrumstoornis (ASS). Hierbij wordt echter wel onderscheid
gemaakt qua ernst (ernstig, matig, licht) en ook kunnen er specificaties
worden toegevoegd zoals met of zonder bijkomende verstandelijke
beperking.
De Autismespectrumstoornis wordt
geclassificeerd a.d.h.v.
gemeenschappelijke gedragskenmerkne,
te weten:
- Chronische deficiënties in de
communicatie en sociale interacties
- Beperkte of zeer gefixeerde
interesses
- Repetitief gedrag
Verklaring; alhoewel de oorzaak van ASS
nog onbekend is, is er groeiend bewijs dat
het een neurologische basis heeft.
Mogelijk spelen daarbij prenatale invloeden een rol. Daarnaast zijn
verschillende genen betrokken bij het bepalen van de vaarbaarheid voor
ASS.