Week 5
De student kan:
Beschrijven hoe hij/zij functioneel kan plannen en organiseren. Ja.
APA-richtlijnen toepassen bij het refereren van bronnen. Ja.
Kan uitleggen wat de inhoud van het portfolio is dat in blok 4 ingeleverd
dient te worden. Ja.
Kan de motivatie voor de studie hbo-verpleegkunde op papier formuleren
en toelichten. Ja.
Kan een SWOT-analyse van zichzelf maken en toelichten. Ja.
Kan doelen voor het huidige studiejaar formuleren. Ja.
Week 6
De student kan:
Benoemen welk type macht de verpleegkundige kan uitoefenen in relatie
met de patiënt. De soorten macht zijn: deskundigheidsmacht: macht door
deskundigheid – kennis. Dit is macht door meer kennis over iets te hebben
dan dat een ander heeft. Sanctiemacht: macht hebben door te kunnen
belonen of te kunnen straffen. Dit is vaak het geval bij kinderen.
Legitieme/positionele macht: macht hebben door te kunnen bepalen wat
iemand gaat doen. Dit heeft een leidinggevende vaak.
Beschrijven wat wordt bedoeld met shared-decision making. Shared-
decision making is dat je samen met de zorgvrager gaat bespreken wat
voor de zorgvrager het best is. Hiermee verhoog je de autonomie van de
zorgvrager.
Beschrijven wat wordt bedoeld met autonomie. Autonomie is het zelf
keuzes kunnen maken en je eigen handelen kunnen uitvoeren. Iemand
heeft regie over zijn eigen leven.
Kent de basisprincipes van argumenteren. Een standpunt samen met een
argument is een redenering. Enkelvoudige argumentatie is een standpunt
en een argument. Meervoudige argumentatie is een standpunt met meer
argumenten.
Kent het verschil tussen redenering en een drogreden. Een redenering is
een uitleg voor iets, waardoor iets verklaard of onderbouwd kan worden en
een drogreden is een overtreding van discussieregels, waardoor de
oplossing van een verschil van mening bemoeilijkt of verhinderd kan
worden. Het verschil is de oplossing van een verschil van mening, een
redenering kan dit wel geven en een drogreden niet.
Kan steekhoudende argumenten formuleren bij een stelling. Ja.
Maakt kennis met betrouwbare bronnen en databases. Ja.
Week 7
De student heeft:
Aan het einde van de les expert feedback ontvangen en kan dat toepassen
op de summatieve toets. Niet relevant.
Week 8
De student:
Kent de belemmeringen in het bevorderen van zelfmanagement en kan
deze toepassen op een casus. De belemmeringen in het bevorderen van
De student kan:
Beschrijven hoe hij/zij functioneel kan plannen en organiseren. Ja.
APA-richtlijnen toepassen bij het refereren van bronnen. Ja.
Kan uitleggen wat de inhoud van het portfolio is dat in blok 4 ingeleverd
dient te worden. Ja.
Kan de motivatie voor de studie hbo-verpleegkunde op papier formuleren
en toelichten. Ja.
Kan een SWOT-analyse van zichzelf maken en toelichten. Ja.
Kan doelen voor het huidige studiejaar formuleren. Ja.
Week 6
De student kan:
Benoemen welk type macht de verpleegkundige kan uitoefenen in relatie
met de patiënt. De soorten macht zijn: deskundigheidsmacht: macht door
deskundigheid – kennis. Dit is macht door meer kennis over iets te hebben
dan dat een ander heeft. Sanctiemacht: macht hebben door te kunnen
belonen of te kunnen straffen. Dit is vaak het geval bij kinderen.
Legitieme/positionele macht: macht hebben door te kunnen bepalen wat
iemand gaat doen. Dit heeft een leidinggevende vaak.
Beschrijven wat wordt bedoeld met shared-decision making. Shared-
decision making is dat je samen met de zorgvrager gaat bespreken wat
voor de zorgvrager het best is. Hiermee verhoog je de autonomie van de
zorgvrager.
Beschrijven wat wordt bedoeld met autonomie. Autonomie is het zelf
keuzes kunnen maken en je eigen handelen kunnen uitvoeren. Iemand
heeft regie over zijn eigen leven.
Kent de basisprincipes van argumenteren. Een standpunt samen met een
argument is een redenering. Enkelvoudige argumentatie is een standpunt
en een argument. Meervoudige argumentatie is een standpunt met meer
argumenten.
Kent het verschil tussen redenering en een drogreden. Een redenering is
een uitleg voor iets, waardoor iets verklaard of onderbouwd kan worden en
een drogreden is een overtreding van discussieregels, waardoor de
oplossing van een verschil van mening bemoeilijkt of verhinderd kan
worden. Het verschil is de oplossing van een verschil van mening, een
redenering kan dit wel geven en een drogreden niet.
Kan steekhoudende argumenten formuleren bij een stelling. Ja.
Maakt kennis met betrouwbare bronnen en databases. Ja.
Week 7
De student heeft:
Aan het einde van de les expert feedback ontvangen en kan dat toepassen
op de summatieve toets. Niet relevant.
Week 8
De student:
Kent de belemmeringen in het bevorderen van zelfmanagement en kan
deze toepassen op een casus. De belemmeringen in het bevorderen van
