Week 2
Je kan in eigen woorden uitleggen wat het doel is van verplegen. Het doel van
verplegen is het bevorderen van gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling,
en het voorkomen van ziekte, aandoening of beperking. Wanneer mensen ziek
of gehandicapt worden is daarnaast het doel van verplegen lijden en pijn te
minimaliseren en mensen in staat te stellen hun ziekte, handicap, de
behandeling en de gevolgen daarvan te begrijpen en daarmee om te gaan.
Wanneer de dood nabij is, is het doel van verplegen het handhaven van de
best mogelijke kwaliteit van leven tot aan het eind.
Je kan in eigen woorden uitleggen wat de kern is van het verpleegkundig
beroep. De kern van het verpleegkundig beroep is zorg verlenen, dit is terug
te zien in de bloem van de CanMEDS rollen, waarbij zorgverlenen in het
midden, in de kern staat.
Je kan uitleggen wat de zeven CanMEDS rollen zijn en wat hun betekenis is.
De zeven CanMEDS rollen zijn zorgverlener (vakinhoudelijk handelen),
communicator (communicatie), organisator (organisatie), reflectieve EBP-
professional (kennis en wetenschap), gezondheidsbevorderaar
(maatschappelijk handelen), professional en kwaliteitsbevorderaar
(professionaliteit en kwaliteit) en samenwerkingspartner (samenwerking).
Je kan de 7 stappen van klinisch redeneren benoemen. De zeven stappen van
klinisch redeneren zijn oriëntatie en gegevensverzameling, risico-inschatting,
vroegsignalering, probleemherkenning, interventie, monitoring en evalueren
en vooruit kijken.
Je kan in eigen woorden vertellen wat een anamnese is. Een anamnese
bestaat uit veel vragen die aan een zorgvrager worden gesteld, op basis van
de 11 gezondheidspatronen van Gordon. Op basis van alle vragen kan de
zorgverlener een volledig beeld creeëren van de zorgvrager en dit beeld
indelen aan de hand van de 11 gezondheidspatronen van Gordon.
Je bent bekend met de 11 gezondheidspatronen van Gordon. De 11
gezondheidspatronen van Gordon zijn activiteitenpatroon,
zelfbelevingspatroon, gezondheidsbeleving en instandhouding, voeding- en
stofwisseling, uitscheidingspatroon, slaap- en rustpatroon, rollen en
relatiepatroon, seksualiteit en voortplantingspatroon,
stressverwerkingspatroon en waarde en levensovertuigingspatroon, cognitie
en waarneming.
Je kan gegevens uit een casus clusteren met behulp van de 11
gezondheidspatronen van Gordon. Ja.
Je weet wat signs en symptoms zijn, en hoe die van elkaar verschillen. Signs
zijn signalen die de verpleegkundige kan waarnemen door middel van
zintuigen. Symptoms zijn gevoelens die de zorgvrager ervaart en aangeeft.
Het verschil tussen signs en symptoms is dat signs waargenomen kunnen
worden door de zorgverlener en symptoms niet direct waargenomen kunnen
worden, maar wel worden aangegeven door de zorgvrager.
Je weet wat er van je wordt verwacht in de formatieve en summatieve toets.
Het uitwerken van een casus aan de hand van een aantal stappen, klinisch
redeneren en de gezondheidspatronen van Gordon.
Je hebt een groepje gemaakt waarmee je de formatieve toets maakt. Ja.
Week 3