Leerdoelen:
- Weten dat plantenziekten veroorzaakt worden door verschillende biotische en abiotische
factoren.
- Weten waarom kennis over plantenziekten van belang is in relatie tot een groeiende
wereldbevolking.
- Kennen het verschil tussen verticale en horizontale resistentie van planten tegen belagers.
- Kunnen levenscycli begrijpen van organisme die ingedeeld worden bij de
plasmodiophoromyceten, Oömyceten, Acomyceten, Basidiomyceten en Deutromyceten.
- Kunnen suggesties doen hoe, aan de hand van levenscycli, de uitbreiding van ziekten te
voorkomen zijn.
- Kennen de kenmerken en problematiek van bacteriën die plantenziekten veroorzaken, met
name de bruinrot, ringrot, bacterievuur en bloedingsziekte.
- Begrijpen de gevolgen van virusaantasting en de diverse manieren van virusoverdracht, met
name persistente en non-persistente overdacht.
- Begrijpen hoe infectieus het Tabasmozaïeksvirus (TMV) is en welke symptomen er in Tabak en
paprika ontstaan.
- Begrijpen de kenmerken en schade van insectensoorten aan gewassen met name de Orde van
Thysanoptera, Hemptera, Coleoptera, Diptera en Lepidoptera.
- Begrijpen aspecten van biologische bestrijding van insecten.
- Kunnen de relatie leggen tussen bouw van bijtend-kauwende monddelen en de schade die
door insecten wordt veroorzaakt.
- Kunnen de relatie leggen tussen bouw van stekend-zuigende monddelen en de schade die
door insecten wordt veroorzaakt.
- Kunnen aan de hand van kenmerken van de levenscycli van aaltjes aangeven wat de schade is
en de mogelijkheden zijn om aaltjes te reduceren.
- Kennen de bouw van een planten-parasitair aaltje.
- Begrijpen de schade die door onkruiden wordt veroorzaakt en weten in hoofdlijden hoe
onkruiden te beheersen zijn.
- Kennen het gedrag van natuurlijke vijanden van bladluizen.
- Weten in welke situaties welke identificatietechnieken voor organismen gebruikt worden.
Als er blz. …. Bijstaat gaat dit over het dictaat.