MEERWEG ANOVA
INHOUDSOPGAVE
Grasple lessen ............................................................................................................................. 2
ANOVA 01 – Hoofd en interactie-effecten .......................................................................................... 2
ANOVA 02 – Assumpties controleren in JASP ..................................................................................... 3
Assumptie 1 – onafhankelijkheid .................................................................................................... 3
Assumptie 2 – Meetniveau ............................................................................................................. 3
Assumptie 3 – Afwezigheid van uitschieters .................................................................................... 4
Assumptie 4 - Normaliteit .............................................................................................................. 4
Assumptie 5 - Homogeniteit van varianties (Homoscedasticiteit) ..................................................... 4
Visuele Controle Hulpmiddelen ..................................................................................................... 5
ANOVA 03: meerweg ANOVA uitvoeren en interpreteren (frequentistisch) ........................................... 5
ANOVA 04: meerweg ANOVA uitvoeren en interpreteren (Bayesiaans)................................................. 7
Hoorcollege ................................................................................................................................ 10
Doelen van Meerweg ANOVA ...........................................................................................................10
Stappenplan Meerweg ANOVA .........................................................................................................10
Belangrijke aannames van ANOVA ...................................................................................................11
Begrippenlijst .............................................................................................................................. 12
, GRASPLE LESSEN
ANOVA 01 – HOOFD EN INTERACTIE-EFFECTEN
Factorial ANOVA = Een statistische analyse waarbij er meer dan één
onafhankelijke variabele (factor) is.
Voorbeeld: Twee factoren (Bijv. conditie en geslacht)
• Tweeweg ANOVA
• 2 x 2 ANOVA à getallen geven aantal categorieën (levels) per factor
aan (geslacht = man en vrouw/ Conditie = experimenteel en controle)
Gemiddelde diagram = Toont de gemiddelde scores op de afhankelijke
variabele (Y) per groep.
Hoofdeffect bepalen (bijv. conditie)
• Toont verschillen in gemiddelden tussen controle- en experimentele
groepen zonder onderscheid naar geslacht.
• Totale gemiddelden worden berekend door de gemiddelden binnen
elke conditie op te tellen en te delen door aantal condities.
• Conclusie: Als de totale gemiddelden verschillen (bijv. 2 en 2,5), is er
een effect van conditie.
• Significantie wordt getoetst met de ANOVA F-test.
Interactie-effect = Het effect van de ene factor (bijv. conditie) hangt af van
de andere factor (bijv. geslacht).
à Beoordelen door te kijken of de lijnen in het gemiddelden diagram niet
parallel zijn (wijst op interactie)
INHOUDSOPGAVE
Grasple lessen ............................................................................................................................. 2
ANOVA 01 – Hoofd en interactie-effecten .......................................................................................... 2
ANOVA 02 – Assumpties controleren in JASP ..................................................................................... 3
Assumptie 1 – onafhankelijkheid .................................................................................................... 3
Assumptie 2 – Meetniveau ............................................................................................................. 3
Assumptie 3 – Afwezigheid van uitschieters .................................................................................... 4
Assumptie 4 - Normaliteit .............................................................................................................. 4
Assumptie 5 - Homogeniteit van varianties (Homoscedasticiteit) ..................................................... 4
Visuele Controle Hulpmiddelen ..................................................................................................... 5
ANOVA 03: meerweg ANOVA uitvoeren en interpreteren (frequentistisch) ........................................... 5
ANOVA 04: meerweg ANOVA uitvoeren en interpreteren (Bayesiaans)................................................. 7
Hoorcollege ................................................................................................................................ 10
Doelen van Meerweg ANOVA ...........................................................................................................10
Stappenplan Meerweg ANOVA .........................................................................................................10
Belangrijke aannames van ANOVA ...................................................................................................11
Begrippenlijst .............................................................................................................................. 12
, GRASPLE LESSEN
ANOVA 01 – HOOFD EN INTERACTIE-EFFECTEN
Factorial ANOVA = Een statistische analyse waarbij er meer dan één
onafhankelijke variabele (factor) is.
Voorbeeld: Twee factoren (Bijv. conditie en geslacht)
• Tweeweg ANOVA
• 2 x 2 ANOVA à getallen geven aantal categorieën (levels) per factor
aan (geslacht = man en vrouw/ Conditie = experimenteel en controle)
Gemiddelde diagram = Toont de gemiddelde scores op de afhankelijke
variabele (Y) per groep.
Hoofdeffect bepalen (bijv. conditie)
• Toont verschillen in gemiddelden tussen controle- en experimentele
groepen zonder onderscheid naar geslacht.
• Totale gemiddelden worden berekend door de gemiddelden binnen
elke conditie op te tellen en te delen door aantal condities.
• Conclusie: Als de totale gemiddelden verschillen (bijv. 2 en 2,5), is er
een effect van conditie.
• Significantie wordt getoetst met de ANOVA F-test.
Interactie-effect = Het effect van de ene factor (bijv. conditie) hangt af van
de andere factor (bijv. geslacht).
à Beoordelen door te kijken of de lijnen in het gemiddelden diagram niet
parallel zijn (wijst op interactie)