B-B1ECEX20
,Organisms & physical environment
Ecologie
Ecologie wetenschappelijk studie van relaties tussen organismen en hun omgeving
Ecosysteem bestaat uit:
-abiotische niet levende; fysisch chemisch factoren: neerslag, licht, wind & temperatuur
klimatologisch + bodem, pH, nutrienten & topografie edafisch
-biotische levende factoren
Niche en habitat
Niche rol van organisme in omgeving
-bereik van fysische chemische conditions waaronder soort kan overleven
-reeks essentiele resources die het gebruikt
-veelvoud van afmetingen hypervolume + abstract
Habitat leefomgeving van soort
Variables van niche:
-conditions: veranderbaar + not consumable + bijv. temperatuur, pH, zoutgehalte, vochtigheid,
vervuiling & frequentie van verstoring
-resources: veranderbaar + consumable + bijv. straling, CO2, water, voedingsstoffen, voedsel
& nestplaatsen
Abiotische stress
Stresstolerantie vermogen om te blijven functioneren
bij blootstelling aan breede schaal conditions
,Acclimatisatie toename van stresstolerantie van individueel organisme na blootstelling
aan stress
Adaptatie genetisch bepaalde toename van stresstolerantie als gevolg van selectie over
generaties heen
Aquatisch milieu
Variatie in licht:
-bij toenemende diepte neemt hoeveelheid licht af door: zwevende deeltjes die licht
absorberen + water zelf wat licht absorbeert
-rood licht wordt minder diep geabsorbeerd + blauw licht wordt diepste geabsorbeerd
Variatie in temperatuur:
-epilimnion: warm + lage dichtheid + oppervlaktewaters
-thermocline: zone met snelle temperatuurverandering verschil in dichtheid zorgt voor grens
-hypolimnie: koude + hoge dichtheid + diepe wateren
Zuurgraad hoeveelheid H+ in oplossing
-gemeten met pH: meer H+ lagere pH
Aards milieu
Fysieke karakteristieken van bodems:
-kleur om achter fysische chemische eigenschappen te komen
-grootte: grind, zand, slib & klei van groot naar klein
, Vochthoudend vermogen:
-verzadigd: meer water aanwezig dan porien kan vasthouden + extra water loopt uit bodem
-field capacity: water vult alle porien bij klei hoogste door kleine porien
-capillair water: water wat wordt vastgehouden door porien
-wilting point: plek waar niet nog meer water weg kan
-available water capacity AWC : verschil tussen field capacity en
wilting point functie van textuur
Ionuitwisselingcapaciteit totaal aantal geladen locaties op bodemdeeltjes binnen
bodemvolume
-twee soorten ionen geladen deeltje : kation positief geladen + anion negatief geladen
-in temperate zone meer kation dan anion door negatieve deeltjes in bodem colloid
-cation exchange capacity CEC : totaal aantal negatief geladen locaties bij rand van klei en
bodem organisch materiaal humus
-bij kationuitwisseling nemen kationen plekken in negatief geladen deeltjes in bodem
Plant adaptaties aan omgeving