100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting De mens : Psychologie voor Sociaal Werk periode 1

Rating
-
Sold
-
Pages
46
Uploaded on
17-01-2025
Written in
2024/2025

samenvatting voor opleiding Sociaal Werk eerste jaar van het vak De Mens : Psychologie voor sociaal werk, Karel de Grote en periode 1 () Inhoud : inleiding, hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 (psychologische stromingen), hoofdstuk 8 (ontwikkelingspsychologie), gastles neurodiversiteit, hoofdstuk 9 (stoornissen en behandelingen), gastles verslaving gebaseerd op ppt, notities en handboek Psychologie voor Sociaal Werk (2e editie) Peter Kemper

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 17, 2025
Number of pages
46
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

DE MENS : PSYCHOLOGIE VOOR
SOCIAAL WERK PERIODE 1
DE MENS – INLEIDING



Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het begrijpen van menselijk
gedrag, gedachten en emoties.

Het is een vakgebied dat zich bevindt op het snijvlak van objectieve en subjectieve
werkelijkheden.

 Houdt zich bezig met te zoeken naar verklaringen voor de vraag: Hoe komt het
dat we eenzelfde objectieve werkelijkheid toch anders waarnemen? (subjectieve
werkelijkheid)

 Het gebied daartussen is het gebied van de mentale, emotionele en
psychologische processen: daar ligt de focus van dit vak

 Psychologische processen:

 Invloed op hoe je de wereld waarneemt

 Invloed op toekomstig gedrag

HOOFDSTUK 1 : GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE EN
ONDERZOEKSMETHODEN



Psychologie is een wetenschap waarbij het zich verplaatsen in een ander een belangrijke
rol speelt.
1879  officieel erkend als wetenschap : vanaf toen psychologische experimenten.

Binnen sociaal werk : psychologische kennis gebruiken om het gedrag van cliënten te
verklaren

Belang interpretatie : de objectieve werkelijkheid bepaalt niet altijd wat we doen, onze
interpretatie speelt ook een rol  belang subjectiviteit en interpretatie.

Psychologie is de wetenschap die zich richt op het beschrijven, verklaren en voorspellen
van het gedrag, de gedachten en emoties van de mensen.

Bij de Klinische psychologie ligt de focus op stoornissen en bekijken hoe we emoties,
gedachten en gedrag afwijken van wat gemiddeld is.

Grondleggers : Wundt en James  psychologische onderwerpen voor het eerst aan
wetenschappelijk onderzoek



• Wortels psychologie
in filosofie

, • Filosofische vragen nog steeds actueel (relevant)

o Aangeboren – aangeleerd

o Lichaam – geest

DESCARTES

Descartes  de mens is een combinatie van lichaam en geest = Dualisme

- Lichaam = materieel, iets tastbaar
- Geest = bewustzijn, een ziel
 Ziel is in staat lichaam te besturen

Monisme = lichaam en geest één geïntegreerd systeem : onlosmakelijk verbonden

Conclusie : je moet altijd twijfelen aan je opvattingen  opent pad naar de waarheid

LOCKE (NURTURE)

Locke  mens wordt geboren als een onbeschreven blad, alle kennis die je opdoet wordt
aangeleerd = Tabula Rasa

= Nurture : alle menselijke eigenschappen komen tot stand door ervaringen

Leerprincipes :

• Klassieke conditionering  associatie die je tussen 2 zaken maakt : als 2 dingen
tegelijk voorkomen maak je een associatie en dit bepaald je gedrag in de
toekomst
• Operante conditionering  positieve en negatieve consequenties vormen gedrag :
oorzaak en gevolg  principe van straffen en belonen
o Positieve bekrachtiging  beloning voor goede punten
o Negatieve bekrachtiging  elke dag leren om geen slechte punten te
hebben
 Men gaat leren uit deze bekrachtigers
• Modeling  leren door rolmodel, via imitaties = sociaal leren
 Wanneer het onduidelijk is wat we moeten doen of wanneer er een
autoriteit aanwezig is
 Hulpverlening : rolmodel doet gewenst gedrag voor en cliënt
imiteert, groepstherapie  ervaringen uitwisselen en van elkaar
leren  minder sprake van ongelijke machtsverhouding

Ontstaan Nature-nurture-discussie




KANT (NATURE)

Kant  ieder mens wordt geboren met de neiging (nature) om oorzaak-gevolgrelaties
tussen twee zaken te zien  een onbeschreven blad leert niets  zinvol interpreteren

,2 werelden :

- Objectieve wereld  zaken zoals ze echt zijn, onafhankelijk van de menselijke
waarneming
- Subjectieve wereld  verschilt per persoon afhankelijk van hoe onze zintuigen
werken

Moderne psychologie : biopsychosociaal model = antwoord op nature-nurture

Hermann vor Helmholtz (1867) : we leren de werkelijkheid waar te nemen door ervaring
en deze zorgt ervoor dat wij volledig onbewust onze weg vinden in de objectieve wereld.

Gustav Theodor Fechner (1860) : niet het objectief verschil maar de verhouding tussen
de verschillen is van belang

De geboorte van de psychologie als wetenschap (1879) : William James : the principles of
psychology  wetenschappelijke kennis omzetten voor de praktijk

Breuk tussen filosofie en psychologie

o Filosofie: wat is de waarheid?
o Psychologie: hoe nemen mensen de objectieve waarheid waar? Welke mentale
processen spelen hierbij een rol?



ONDERZOEKSMETHODEN

1879 : psychologie wordt een empirische wetenschap : veronderstellingen (hypothese)
toetsen op waarheidsgehalte mbv empirische cyclus (= systematisch onderzoek in
fasen)

Stap 1 : waarneming  algemene conclusie trekken van iets dat je ziet

Stap 2 : theorievorming = iets veronderstellen, nog niet onderzocht

Stap 2 : hypothese/voorspelling vormen

Stap 3 : hypothese toetsen adhv betrouwbare bron
 manier van kennis vergaren, cyclus is nooit afgesloten  kennis vergaren blijft
doorgaan

Soorten onderzoek (4)  keuze afhankelijk van doel

 Beschrijvend onderzoek : een situatie beter in kaart brengen door informatie te
verzamelen
 Vergelijkend onderzoek : nagaan of er verschillen zijn tussen 2 of meer groepen
 Verklarend onderzoek : een verklaring vinden voor verschillen tussen groepen
 Evaluerend onderzoek : nagaan of bepaalde interventies werken
 Bestaansrecht van hulpverlening stoelt volledig op de aanname dat
interventies daadwerkelijk effect hebben




SOORTEN BEWIJS (EVIDENCE)

, Prestatie-indicator : geeft aan in hoeverre een bepaalde werkwijze effect heeft

Evidence based practice : interventies uitkiezen obv effectiviteit
 Effectladder

0. Werkwijze gebaseerd op intuïtie
1. Descriptief (potentieel) : werkwijzen die je goed hebt beschreven  duidelijk wat
je moet doen en wat er wordt verwacht
2. Theoretisch (veelbelovend) : interventies die goed omschreven zijn en theoretisch
onderbouwd
3. Indicatief (doeltreffend) : werkwijzen waarbij professionals metingen hebben
verricht bij cliënten  gebruik van prestatie-indicatoren nodig
4. Causaal (werkzaam) : effecten van een interventie gaan verklaren met een
controlegroep

Groot effect wanneer de interventie ertoe lijdt dat 25% van de cliënten er baat bij heeft
gehad

Controlegroep = groep die de interventie niet toegediend krijgt

Kritisch kijken naar verbanden :

- Het verschil tussen een correlatie (samenhang) en een causaal verband (oorzaak-
gevolg relatie)
- Samenhang betekent niet dat er een oorzaak-gevolg relatie is tussen A en B

Op basis van de gegevens uit beschrijvende, vergelijkende en verklarende onderzoeken
kan je een interventie bedenken die moet werken. Het evaluerend onderzoek (in de
praktijk) bepaalt de mate waarin de interventie aanslaat.

Practice based evidence : bewijs dat is afgeleid uit de praktijk

 Er is continu een wisselwerking tussen onderzoeksresultaten en
bevindingen uit de praktijk  theorie en praktijk staan continu in
verband met elkaar

Psychologie = empirische wetenschap  kennis in kaart brengen door hypothese te
testen

Correlationeel onderzoek : bekijken of 2 zaken met elkaar samenhangen (niet oorzaak-
gevolg)

Experimenteel onderzoek : oorzaak-gevolg relatie meten  je kan als onderzoeker zaken
manipuleren

Kwalitatief onderzoek : onderzoek naar individuele ervaringen en belevingen, dat afwijkt
van het gemiddelde

Ethische bezwaren spelen soms een rol bij de haalbaarheid van de controlegroep  de
vraag of een bepaalde vorm van handelen moreel juist is
 beperken de manieren waaraan een psycholoog aan kennis kan komen  oplossing =
dierproeven  in hoeverre is dit ethisch toegestaan?

Denkfouten en interpretaties spelen ook een rol in de belemmering van onderzoek 
niets kan objectief zijn, onderzoekers willen dat hun verwachtingen uitkomen.
$8.44
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
user110917

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
user110917 Karel de Grote-Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
11 months
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
1 week ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions