BIOMOLECULEN
Hoofstuk 1: Vetzuren en triglyceriden
Vetten:
Vet = water, zeer beperkt oplosbaar/onoplosbaar niet polair-solvent: wel oplosbaar -> apolair of
amfipatisch/amfifiel
➔ Niet structurele verwantschap tussen verschillende groepen
Noodzakelijke begrippen/inzichten:
- Polair/apolair hydrofiel/hydrofoob
- Amfipathisch/amfifiel
- KWS-keten (CH3-CH2-…)
- Carboxylzuur/carboxylaat ion
- Alcohol – glycerol
- Ester (+ amide)
- Acyl-
Functie:
- Structuur
- Opslag van energie
- Specifieke functie
, Vetzuur:
- Geen ringstructuur maar alifatisch (linair)
- Niet vertakt
- Even aantal C-atomen (meestal)
- Aantal C -> meestal 12 – 20
Verzadigde vetzuren: KWS ketens zonder dubbele binding -> gele kennen!
Onverzadigde vetzuren: dubbele bindingen -> Paarsen kennen!
Essentiële vetzuren: Linoleenzuur/linolzuur -> vitamine F
Cis binding -> natuurlijke vorm -> dubbel binding zorgt voor de knik
Trans vetzuur -> Lijkt op het verzadigde vetzuur
Dia 32:
Hoe langer geordend, hoe moeilijker te smelten, hoe hoger de temperatuur -> wann er een knik is ->
smeltpunt lager
Hoofstuk 1: Vetzuren en triglyceriden
Vetten:
Vet = water, zeer beperkt oplosbaar/onoplosbaar niet polair-solvent: wel oplosbaar -> apolair of
amfipatisch/amfifiel
➔ Niet structurele verwantschap tussen verschillende groepen
Noodzakelijke begrippen/inzichten:
- Polair/apolair hydrofiel/hydrofoob
- Amfipathisch/amfifiel
- KWS-keten (CH3-CH2-…)
- Carboxylzuur/carboxylaat ion
- Alcohol – glycerol
- Ester (+ amide)
- Acyl-
Functie:
- Structuur
- Opslag van energie
- Specifieke functie
, Vetzuur:
- Geen ringstructuur maar alifatisch (linair)
- Niet vertakt
- Even aantal C-atomen (meestal)
- Aantal C -> meestal 12 – 20
Verzadigde vetzuren: KWS ketens zonder dubbele binding -> gele kennen!
Onverzadigde vetzuren: dubbele bindingen -> Paarsen kennen!
Essentiële vetzuren: Linoleenzuur/linolzuur -> vitamine F
Cis binding -> natuurlijke vorm -> dubbel binding zorgt voor de knik
Trans vetzuur -> Lijkt op het verzadigde vetzuur
Dia 32:
Hoe langer geordend, hoe moeilijker te smelten, hoe hoger de temperatuur -> wann er een knik is ->
smeltpunt lager