Stappenplannen Inl.
Verbintenissenrecht
Stappenplannen van week 1 t/m 8
Week 2
Totstandkoming van een overeenkomst
Stap 1. Is er sprake van een overeenkomst conform artikel 6:213 BW?
- Meerzijdige rechtshandeling
Stap 2. Aanbod en aanvaarding in de zin van artikel 6:217 BW?
- Eenzijdige rechtshandelingen, vereisten artikel 3:33 BW (wil en verklaring)
Stap 3. Wil en verklaring komen niet overeen? Bijvoorbeeld artikel 3:34 BW
- Dan geen overeenkomst
o Maar mocht wdp gerechtvaardigd vertrouwen? Artikel 3:35 BW
Goede trouw, artikel 3:11 BW
“Behoorde te kennen” -> onderzoeksplicht
o Voldaan? Dan wel overeenkomst ontstaan
Week 3
Wilsgebrek: Bedreiging
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 2 BW
Bedreiging met nadeel in persoon of goed
Onrechtmatige bedreiging: doel, wijze waarop, omstandigheden waaronder
Causaal verband tussen bedreiging en rechtshandeling
Beïnvloeding redelijk oordelend mens (objectiveren)
Wilsgebrek: Misbruik van omstandigheid
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 4 BW
o Bijzondere omstandigheid
- Bijvoorbeeld machtspositie of kwetsbare positie
o Causaal verband tussen misbruik en rechtshandeling
o Kenbaarheid -> weten dat de ander in een kwetsbare positie zit
o Misbruik -> bevorderen rechtshandeling te verrichten door kwetsbare positie
Wilsgebrek: Bedrog
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 2 BW
Opzettelijke kunstgreep
1) Onjuiste mededeling
2) Verzwijgen
3) Andere kunstgreep (bijvoorbeeld vervalsen stukken/naam)
Causaal verband
Geen aanprijzing in algemene bewoording
, Wilsgebrek: Dwaling
Artikel 6:228 lid 1 BW vereisten:
Dwaling, onjuiste voorstelling van zaken
Causaal verband, zonder de dwaling geen overeenkomst
Sub a, b of c
o Sub a: onjuiste inlichting wederpartij (Booy/Wisman)
o Sub b: zwijgen waar moest spreken (Van Geest/Nederlof)
o Sub c: wederzijdse dwaling (Kantharos van Stevensweert)
Kenbaarheidsvereiste
o Pij moest weten dat overeenkomst niet gesloten zou worden bij een juiste
voorstelling van zaken.
Artikel 6:228 lid 2 BW geeft uitzonderingen voor een beroep op dwaling:
Uitsluitend toekomstige omstandigheid (Groentemarktcafé)
Aard van de overeenkomst -> Staat in de overeenkomst, uitdrukkelijk of stilzwijgend
Verkeersopvatting -> HR Van Geest/Nederlof of HR Booy/Wisman
Omstandigheden van het geval
Week 4
Ontbinding
Artikel 6:265 BW (lid 1)
o Tekortkoming in de nakoming
o Tekortkoming moet de ontbinding rechtvaardigen, uitzonderingen:
Bijzondere aard
Geringe betekenis
Artikel 6:265 BW (lid 2)
o Verzuim vereist?
Is nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk?
o Nee? Dan geen verzuim vereist
o Ja? Dan artikel 6:82 BW doorlopen:
Ingebrekestelling sturen (schriftelijke aanmaning + redelijk termijn)
Artikel 6:83 BW: geen ingebrekestelling nodig
Sub a: fataal termijn
Sub b: wanprestatie of onrechtmatige daad
Sub c: mededeling schuldenaar
Opschorting
Artikel 6:262 BW (één overeenkomst)
Artikel 6:52 BW (meerdere overeenkomsten)
Partijen zijn over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar
Opeisbare vordering opschortende schuldenaar
Voldoende samenhang
o Dezelfde rechtsverhouding
o Zaken die partijen regelmatig met elkaar doen
Verbintenissenrecht
Stappenplannen van week 1 t/m 8
Week 2
Totstandkoming van een overeenkomst
Stap 1. Is er sprake van een overeenkomst conform artikel 6:213 BW?
- Meerzijdige rechtshandeling
Stap 2. Aanbod en aanvaarding in de zin van artikel 6:217 BW?
- Eenzijdige rechtshandelingen, vereisten artikel 3:33 BW (wil en verklaring)
Stap 3. Wil en verklaring komen niet overeen? Bijvoorbeeld artikel 3:34 BW
- Dan geen overeenkomst
o Maar mocht wdp gerechtvaardigd vertrouwen? Artikel 3:35 BW
Goede trouw, artikel 3:11 BW
“Behoorde te kennen” -> onderzoeksplicht
o Voldaan? Dan wel overeenkomst ontstaan
Week 3
Wilsgebrek: Bedreiging
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 2 BW
Bedreiging met nadeel in persoon of goed
Onrechtmatige bedreiging: doel, wijze waarop, omstandigheden waaronder
Causaal verband tussen bedreiging en rechtshandeling
Beïnvloeding redelijk oordelend mens (objectiveren)
Wilsgebrek: Misbruik van omstandigheid
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 4 BW
o Bijzondere omstandigheid
- Bijvoorbeeld machtspositie of kwetsbare positie
o Causaal verband tussen misbruik en rechtshandeling
o Kenbaarheid -> weten dat de ander in een kwetsbare positie zit
o Misbruik -> bevorderen rechtshandeling te verrichten door kwetsbare positie
Wilsgebrek: Bedrog
Artikel 3:44 lid 1 jo lid 2 BW
Opzettelijke kunstgreep
1) Onjuiste mededeling
2) Verzwijgen
3) Andere kunstgreep (bijvoorbeeld vervalsen stukken/naam)
Causaal verband
Geen aanprijzing in algemene bewoording
, Wilsgebrek: Dwaling
Artikel 6:228 lid 1 BW vereisten:
Dwaling, onjuiste voorstelling van zaken
Causaal verband, zonder de dwaling geen overeenkomst
Sub a, b of c
o Sub a: onjuiste inlichting wederpartij (Booy/Wisman)
o Sub b: zwijgen waar moest spreken (Van Geest/Nederlof)
o Sub c: wederzijdse dwaling (Kantharos van Stevensweert)
Kenbaarheidsvereiste
o Pij moest weten dat overeenkomst niet gesloten zou worden bij een juiste
voorstelling van zaken.
Artikel 6:228 lid 2 BW geeft uitzonderingen voor een beroep op dwaling:
Uitsluitend toekomstige omstandigheid (Groentemarktcafé)
Aard van de overeenkomst -> Staat in de overeenkomst, uitdrukkelijk of stilzwijgend
Verkeersopvatting -> HR Van Geest/Nederlof of HR Booy/Wisman
Omstandigheden van het geval
Week 4
Ontbinding
Artikel 6:265 BW (lid 1)
o Tekortkoming in de nakoming
o Tekortkoming moet de ontbinding rechtvaardigen, uitzonderingen:
Bijzondere aard
Geringe betekenis
Artikel 6:265 BW (lid 2)
o Verzuim vereist?
Is nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk?
o Nee? Dan geen verzuim vereist
o Ja? Dan artikel 6:82 BW doorlopen:
Ingebrekestelling sturen (schriftelijke aanmaning + redelijk termijn)
Artikel 6:83 BW: geen ingebrekestelling nodig
Sub a: fataal termijn
Sub b: wanprestatie of onrechtmatige daad
Sub c: mededeling schuldenaar
Opschorting
Artikel 6:262 BW (één overeenkomst)
Artikel 6:52 BW (meerdere overeenkomsten)
Partijen zijn over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar
Opeisbare vordering opschortende schuldenaar
Voldoende samenhang
o Dezelfde rechtsverhouding
o Zaken die partijen regelmatig met elkaar doen