KOOPHUIS OF HUURHUIS
Waarde huis/inkomen kunnen veranderen
Huren vrijlaten > hogere huurprijzen
Hypotheek met onderpand verkleint risico voor bank
Hypotheekrente kan veranderen, maar is aftrekbaar bij belasting en aflossing is vorm van sparen
Niet aflossen? > bank krijgt onderpand/ontroerend goed > executieverkoop > evt. restschuld
Kopen: kosten onderhoud/verzekeren + onroerendzaakbelasting betalen
Huis kopen = ruiltransactie met transactiekosten (notaris/makelaar/bouwkundige keuring)
Annuïteitenhypotheek :optelsom Lineaire hypotheek: aflossing is een
rente + aflossing is elke maand vast bedrag (dus optelsom wordt
hetzelfde steeds lager)
TAAKVERDELING IN HET HUISHOUDEN
Gezinsfase is vaak minder inkomen met meer uitgaven > besteedbaar inkomen minder
Tijd is geld (hoe hoger het inkomen, hoe hoger de opofferingskosten van korter werken)
Absoluut voordeel = wie heeft er per individuele taak een voordeel
Comparatief voordeel = Bij welke taak je in verhouding tot de ander het grootse voordeel hebt/ waar je
het minst slecht in bent (berekenen door opofferingskosten)
H6 DE OUDE DAG
PIJLER 1: DE AOW
Rechten voor AOW opgebouwd vanaf 17 tot 67 jaar: 2% per jaar dat iemand in Nederland woont
Sociaal minimum: 70% van minimumloon voor alleenstaanden, 50% voor samenwonenden/gehuwden
Omslagstelsel: premies van 1 jaar worden gebruikt om de uitkeringen van dát jaar te betalen
AOW-premie is 17.9% tot inkomen van €34.300
Boven bepaald inkomen stijgt de premie niet meer = premiegrens
Te weinig premie-inkomsten om alle uitkeringen te betalen? > aangevuld uit algemene middelen
(belasting)
Kapitaaldekkingsstelsel: iedereen betaalt premie om later je een inkomen te verzekeren
Welvaartsvaste uitkering: stijging uitkering is gelijk aan de stijging van de Cao-lonen
Waardevaste uitkering: stijging uitkering is gelijk aan stijging inflatie (koopkracht gelijk)