, Taak 12 Parasieten Leerdoelen
Levenscyclus van een parasiet uitleggen adv voorbeeld
Hoe aantallen parasieten en aantallen gastheren zich tot elkaar verhouden (abiotische factoren/pop
dichtheid en verspreiding.
Hoe een gastheer zichzelf kan beschermen.
Parasieten
1. Wat is een parasiet, en wat is parasitisme?
Parasiet: organisme/virus die een gastheer nodig heeft in zijn levenscyclus, ten koste van de
gastheer.
Bij planten: holoparasieten: geen bladgroen / hemiparasieten: wel bladgroen
Microparasieten (intracellulair) Macroparasieten (intercellulair)
Vermenigvuldiging in gastheer Geen vermenigvuldiging
Grote aantallen Kleinere aantallen
virussen/bact/prot Vooral in darmen (epidemilogie
Platwormen/rondwormen
Eieren via tussengastheer
Monoxeen: één gastheersoort
Heteroxeen: afhankelijk van meer dan 1 gastheersoort (lintworm afhankelijk van zowel mens
als rund)
Mutualisme: samenleving allebei voordeel (schimmel, mycorrhiza+berk)
Commensalisme: samenleving gast voordeel, gastheer neutraal (haai+zuigvis)
Parasitisme: gast voordeel, gastheer nadeel. (teek)
Broedparasitisme (koekoek)
Sociaal parasitisme (koekoekshommel in nest van waardhommel)
Zoönose Yersinia Pestis. Een parasitaire infectie van zoogdieren, waarbij de mens als
gastheer kan optreden. Zoogdieren vormen het reservoir van waaruit de mens geïnfecteerd
raakt.
2. Hoe wordt taxonomie ingedeeld?
3 domeinen, 4 supergroepen: Domein 3: Eukaryoten (onderverdeeld
in supergroepen)
Prokaryotes:
o Excavata
Domein 1: Bacteria o SAR-clade
Domein 2: Archaea o Arthoplastida
o Unikonte
Eukaryotes:
Levenscyclus van een parasiet uitleggen adv voorbeeld
Hoe aantallen parasieten en aantallen gastheren zich tot elkaar verhouden (abiotische factoren/pop
dichtheid en verspreiding.
Hoe een gastheer zichzelf kan beschermen.
Parasieten
1. Wat is een parasiet, en wat is parasitisme?
Parasiet: organisme/virus die een gastheer nodig heeft in zijn levenscyclus, ten koste van de
gastheer.
Bij planten: holoparasieten: geen bladgroen / hemiparasieten: wel bladgroen
Microparasieten (intracellulair) Macroparasieten (intercellulair)
Vermenigvuldiging in gastheer Geen vermenigvuldiging
Grote aantallen Kleinere aantallen
virussen/bact/prot Vooral in darmen (epidemilogie
Platwormen/rondwormen
Eieren via tussengastheer
Monoxeen: één gastheersoort
Heteroxeen: afhankelijk van meer dan 1 gastheersoort (lintworm afhankelijk van zowel mens
als rund)
Mutualisme: samenleving allebei voordeel (schimmel, mycorrhiza+berk)
Commensalisme: samenleving gast voordeel, gastheer neutraal (haai+zuigvis)
Parasitisme: gast voordeel, gastheer nadeel. (teek)
Broedparasitisme (koekoek)
Sociaal parasitisme (koekoekshommel in nest van waardhommel)
Zoönose Yersinia Pestis. Een parasitaire infectie van zoogdieren, waarbij de mens als
gastheer kan optreden. Zoogdieren vormen het reservoir van waaruit de mens geïnfecteerd
raakt.
2. Hoe wordt taxonomie ingedeeld?
3 domeinen, 4 supergroepen: Domein 3: Eukaryoten (onderverdeeld
in supergroepen)
Prokaryotes:
o Excavata
Domein 1: Bacteria o SAR-clade
Domein 2: Archaea o Arthoplastida
o Unikonte
Eukaryotes: