Samenvatting Strafprocesrecht
Week 1
Strafvordering
Gehele procedure in strafzaken, omvat zowel de opsporing als de vervolging, als de
tenuitvoerlegging.
De belangen in het strafprocesrecht zijn heel groot: groot belang slachtoffer, verdachte en
samenleving. Er mogen geen foute beslissingen worden genomen.
Het grote belang van een goede organisatie van de strafvordering = niet te veel
bevoegdheden en niet te weinig.
Te weinig bevoegdheden voor overheid dan zou je zeggen; er blijven te veel delicten
onbestraft. Maar wat er in de praktijk echt gebeurd is dat de politie zijn eigen gang gaat.
ze gaan in een niet wettelijk geregeld regime te werk. En dan worden rechtsstatelijke
principes geschonden.
Te veel bevoegdheden voor overheid dan kom je in een totalitaire staat terecht. Er
ontstaat het risico op willekeur, omdat iedere opsporingsambtenaar tegen iedereen kan
optreden. Dan gaan ze optreden tegen mensen die volgens hun eigen intuïtie niet
betrouwbaar zijn.
- Strafvordering legitimeert inbreuken op burgerlijke rechten: het schept en beperkt macht.
o Schept macht voor overheid om op te treden tegen burgers.
o Beperkt macht buiten de bevoegdheden die in de wet geregeld zijn is er geen
machtsuitoefening tegen burgers mogelijk.
- Inhoud van strafprocesrecht is afhankelijk van politieke bewegingen.
o Rechtse partijen winnen politie en justitie krijgen meer bevoegdheden.
o Linkse partijen winnen politie en justitie krijgen minder bevoegdheden.
- Strafprocesrecht is dynamisch = veranderd steeds.
- Het formele strafrecht effectueert het materiële strafrecht
2 gezichtspunten
Spanning tussen deze 2 gezichtspunten vormt de motor van de rechtsontwikkeling.
1. Waarheidsvinding weten wat er echt gebeurd is (materiële waarheid)
Formele waarheid is de partij-waarheid, wat 1 partij stelt en andere niet weerspreekt.
2. Toelaatbare middelen niet excessieve middelen. Voorbeelden:
o Penthotal: iemand op bed binden en injectienaald in zijn lijf zetten waar
waarheidsserum in zit.
o Zaanse verhoormethode: excessief en intensief lang verhoren. Dat is in 1996
afgeschaft.
o HR Mr. Big-methode: als iemand verdacht wordt van strafbaar feit en de
overheid gaat een undercover operatie op touw zetten. Het is een actie van
opsporingsambtenaren waarbij systematisch informatie wordt ingewonnen. Ze
winnen vertrouwen en stellen voordelen in vooruitzicht als verdachte bekent.
Gevaar is dat verdachte feitelijk in een verhoorsituatie terecht komt waarbij
normale waarborgen ontbreken. Of dit toelaatbaar is hangt af van de
omstandigheden van het geval. Maatstaf is of de verklaringsvrijheid van
verdachte geschonden is. Als hij namelijk te veel onder druk staat dan komt de
betrouwbaarheid van de verklaring in het geding.
Weegfactoren bij Mr. Big:
Verloop opsporingstraject
Proceshouding verdachte
Mate van (psychische) druk
Bemoeienis politie met inhoud verklaring
, Duur en intensiteit traject
Strekking en frequentie contacten
In vooruitzicht gesteld consequenties
+ nauwkeurige verslaglegging / proportionaliteit – subsidiariteit alles moet in
motivering terugkeren zodat de rechter kan beslissen of de werkwijze
rechtmatig was.
Grondrechten
Artikel 7 Gw: vrijheid van meningsuiting Artikel 62/62a Sv
Artikel 15 Gw: fysieke vrijheid Artikel 53/54/63 Sv
Artikel 10 Gw: privacy Wet BOB
Artikel 11 Gw: fysieke integriteit Artikel 56/195 Sv
Artikel 12 Gw: huisrecht Artikel 55/97 Sv + algemene wet op
binnentreden
Artikel 13 Gw: telefoongeheim Artikel 126m/126n Sv
+ integriteit en betrouwbaarheid. Het is belangrijk om alles goed te regelen om ook de
integriteit van de procedure te bewaken en personen die daarin werken en de
betrouwbaarheid van informatie die verkregen wordt.
Bij bijv. Mr. Big-methode in welk milieu komen de infiltranten terecht? Er is een risico
aanwezig dat je ingekapseld raakt in die manier van leven.
Betrouwbaarheid bij Osloconfrontatie moet de line-up zorgvuldig samengesteld worden.
Andere wetten in formele zin
Inbeslagname is bijv. opgenomen in WvSv, maar toch ook geregeld in andere wetten in
formele zin (zoals WED, Opiumwet, Wapenwetetc.) > dat moet omdat in die wetten op grond
van lichtere voorwaarden voorwerpen in beslag genomen kunnen worden.
Lagere wetgevers
Artikel 107 Gw bepaald dat de wet het strafprocesrecht regelt in algemene wetboeken. Dat is
uitgewerkt in artikel 1 Sv dat bepaald dat Sv bij wet geregeld moet worden en dat maakt
delegatie aan andere wetgevers mogelijk. De gemeentewetgever kan dus ook
opsporingsbevoegdheden aanwijzen en bewijsvermoedens creëren.
Internationaal recht
Minimumnormen van Sv staan in EVRM en IVBPR. De algemene normen van artikel 6
EVRM zijn heel belangrijk.
Jurisprudentie:
- Brogan; inverzekeringstelling mocht niet voor langer dan 4 dagen en 6 uur zonder dat de
rechtmatigheid van de vrijheidsneming getoetst was door een rechter, artikel 5 EVRM.
De regeling van NL moest aangepast worden, zie artikel 359a Sv: binnen 3 dagen en 15
uur na aanhouding moet het getoetst worden door R-C.
- Kostovski; je mag niet iemand veroordelen voor vrijheidsstraf uitsluitend op basis van
anonieme getuigenverklaringen. Dat leidde tot rechtspraak HR en er is uitgemaakt dat als
je voldoende onafhankelijk belastend materiaal hebt wat niet anoniem is, kan het wel.
- Kamasinksi; datgene wat zich afspeelt op de terechtzitting moet vertaald worden.
- EHRM Salduz vs Turkije; rechtsbijstand bestaat uit 2 elementen:
o Consultatiebijstand dat je recht hebt om voorafgaand aan het eerste
politieverhoor een advocaat te raadplegen.
o Verhoor bijstand dat de raadsman tijdens het politieverhoor fysiek aanwezig
mag zijn en bepaalde interventies mag plegen. Maar in principe moet tijdens het
verhoor de raadsman zijn mond dicht houden.
Beleid opnames van geluid en/of beeld: in bepaalde strafzaken moet het verhoor
audiovisueel opgenomen worden. allen in sommige zaken is het aanvullend, maar soms
is het ook voor spek en bonen en dan kost het veel tijd en geld. Dat wordt iedere keer
afgewogen.
,- EHRM Van de Kolk vs. Nederland; als in strijd met de regels geen bijstand bij het
eerste politieverhoor is verleend, betekent dat niet automatisch dat artikel 6 EVRM
geschonden is. je moet de procedure dan als geheel bezien. Het moet in zijn totaliteit
gaan om een fair trial. Uitganspunt is dat de procedure in zijn geheel eerlijk moet zijn.
Dwangmiddelen
Dat zijn in het kader van de strafvordering aan te wenden bevoegdheden waardoor
daadwerkelijk, anders dan door tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, inbreuk
gemaakt wordt op rechten en vrijheden van personen. Op grond van artikel 1 Sv moet het
wel bij wet zijn voorzien.
Opsporing, artikel 132a Sv
- Het onderzoek in verband met strafbare feiten
- Onder gezag van de OvJ
- Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
Domeinen/fasen van opsporing
1. Klassieke opsporing: opsporing na verdenking, artikel 52 e.v. en artikel 126g Sv.
Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd. Er
is dan sprake van een verdenking, maar er hoeft nog geen verdachte bij naam bekend te
zijn.
Redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit:
- Voltooid strafbaar feit
- Strafbare poging
- Strafbare voorbereiding
Verdenking: soms verdachte in de zin van artikel 27 Sv aan te wijzen. Ondanks geen
verdachte in beeld, ga je juist opsporen en achterhalen wie verantwoordelijk is voor dood
persoon. Daar wil je duidelijkheid over krijgen, maar niet is vereist voor klassieke opsporing
dat er al een verdachte is. Er moet wel een verdenking zijn. Als er eenmaal een verdachte is,
dan is er ook een verdenking strafbaar feit, want om van verdachte te kunnen spreken moet
er redelijk vermoeden van schuld zijn aan enig strafbaar feit zijn. Als eenmaal verdachte is,
dan sowieso klassieke opsporing, want voldaan aan redelijk vermoeden plegen strafbaar feit.
Maar ook zonder verdachte kan je in klassieke opsporing zitten, want wel strafbaar feit
gepleegd, maar onduidelijk wie het heeft gedaan.
Doel = opheldering en sanctieoplegging
Inzet van alle dwangmiddelen toegestaan, mits aan voorwaarden voor inzet is voldaan.
Vroegsporing: (2 soorten)
2. Georganiseerd verband:
Redelijk vermoeden dat
o In georganiseerd verband (géén individuen, minimaal 2 personen)
o Misdrijven als bedoeld in artikel 67 lid 1 Sv
o Worden beraamd of gepleegd
o Die gezien hun aard of samenhang met andere misdrijven een ernstige inbreuk
op de rechtsorde opleveren, zie artikel 126o Sv
in deze fase hoeft dus nog geen concreet strafbaar feit gepleegd te zijn.
Doel is zicht krijgen op criminele organisatie: wie, wat, hoe, waarom, wanneer.
Met informatie die binnen deze fase verzameld wordt, kan er meer informatie
ontstaan waardoor er op een gegeven moment vast te stellen dat we in de klassieke
opsporing zitten. Binnen dit gedeelte van opsporing mag een beperkt aantal
bevoegdheden ingezet worden.
, Inzet BOB-bevoegdheden toegestaan, artikel 126o e.v. Sv (bijv. stelselmatige
observaties, telefoontaps, afluisteren, verzamelen gegevens), mits aan voorwaarden voor
inzet is voldaan.
Zonder concrete verdenking, inzet van opsporing toch al mogelijk is en dwangmiddelen
mogen worden ingezet. Zonder verdenking toch al inbreuk maken op rechten en
vrijheden van burgers, want toch al kader van strafvordering waar die inbreuken gemaakt
kunnen worden.
3. Terroristisch verband:
Aanwijzingen van terroristisch misdrijf (géén redelijk vermoeden!) > super weinig. Maar
als er aanwijzingen zijn voor een terroristisch misdrijf, dan mag opsporing al
plaatsvinden.
Doel: voorkomen van terroristische misdrijven
Beperkte inzet bevoegdheden (dwangmiddelen) zie artikel 126 zd e.v. Sv, daar moet OvJ
aan te pas komen: bevel geven bij bijna al die bevoegdheden, enkele uitzonderingen
daargelaten, om inzet bevoegdheden te kunnen doen. En soms zelfs machtiging van RC
vereist. Dus wel restrictie in inzet bevoegdheden.
Het is belangrijk om de fase van opsporing te bepalen, zodat je weet welke
dwangmiddelen ingezet kunnen worden.
Vervolging
Dat is het uitlokken van een rechterlijke beslissing in een zaak + het is een strafbeschikking.
Binnen de vervolging zijn bepaalde rechten van de verdachte beter ingedekt en daarom is
het handig om van vervolging te spreken, zodat de rechten van verdachte daarmee goed
gewaarborgd worden.
Strafbeschikking
Manier afdoening zaak waarbij geen rechter te pas komt en de OvJ de verdachte zelf een
straf oplegt. Dit is toch vervolging omdat je verzet kan aantekenen en op die manier impliciet
toch een rechter bij de zaak betrekt.
- Artikel 257a e.v. Sv
- Oplegging straf door OvJ (bijzonder, omdat OvJ de aanklager is en niet de strafoplegger)
- Mogelijk bij overtreding of misdrijf waarop niet meer dan 6 jaar gevangenisstraf staat.
- Vaststelling door OvJ dat het feit is begaan voldoende bewijs.
Mogelijke straffen, artikel 257a lid 2 Sv
- Taakstraf van max. 180 uren
- Geldboete
- Onttrekking aan het verkeer
- Betalen geldbedrag aan staat ten behoeve van slachtoffer
- OBM voor max. 6 maanden (rijontzegging)
Mogelijke aanwijzingen, artikel 257a lid 3 Sv
- Afstand doen van in beslag genomen voorwerpen (VV of OAHV);
- Uitleveren van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of de waarde
daarvan voldoen aan de staat
- Betaling van geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel;
- Storting van geldbedrag in schadefonds geweldsmisdrijven of een ander fonds ten
behoeve van slachtoffers;
- Aanwijzingen het gedrag van de verdachte betreffend met een proeftijd van max. 1 jaar.
(straatverbod, meldgebod)
Verzet tegen strafbeschikking, artikel 257e Sv
Week 1
Strafvordering
Gehele procedure in strafzaken, omvat zowel de opsporing als de vervolging, als de
tenuitvoerlegging.
De belangen in het strafprocesrecht zijn heel groot: groot belang slachtoffer, verdachte en
samenleving. Er mogen geen foute beslissingen worden genomen.
Het grote belang van een goede organisatie van de strafvordering = niet te veel
bevoegdheden en niet te weinig.
Te weinig bevoegdheden voor overheid dan zou je zeggen; er blijven te veel delicten
onbestraft. Maar wat er in de praktijk echt gebeurd is dat de politie zijn eigen gang gaat.
ze gaan in een niet wettelijk geregeld regime te werk. En dan worden rechtsstatelijke
principes geschonden.
Te veel bevoegdheden voor overheid dan kom je in een totalitaire staat terecht. Er
ontstaat het risico op willekeur, omdat iedere opsporingsambtenaar tegen iedereen kan
optreden. Dan gaan ze optreden tegen mensen die volgens hun eigen intuïtie niet
betrouwbaar zijn.
- Strafvordering legitimeert inbreuken op burgerlijke rechten: het schept en beperkt macht.
o Schept macht voor overheid om op te treden tegen burgers.
o Beperkt macht buiten de bevoegdheden die in de wet geregeld zijn is er geen
machtsuitoefening tegen burgers mogelijk.
- Inhoud van strafprocesrecht is afhankelijk van politieke bewegingen.
o Rechtse partijen winnen politie en justitie krijgen meer bevoegdheden.
o Linkse partijen winnen politie en justitie krijgen minder bevoegdheden.
- Strafprocesrecht is dynamisch = veranderd steeds.
- Het formele strafrecht effectueert het materiële strafrecht
2 gezichtspunten
Spanning tussen deze 2 gezichtspunten vormt de motor van de rechtsontwikkeling.
1. Waarheidsvinding weten wat er echt gebeurd is (materiële waarheid)
Formele waarheid is de partij-waarheid, wat 1 partij stelt en andere niet weerspreekt.
2. Toelaatbare middelen niet excessieve middelen. Voorbeelden:
o Penthotal: iemand op bed binden en injectienaald in zijn lijf zetten waar
waarheidsserum in zit.
o Zaanse verhoormethode: excessief en intensief lang verhoren. Dat is in 1996
afgeschaft.
o HR Mr. Big-methode: als iemand verdacht wordt van strafbaar feit en de
overheid gaat een undercover operatie op touw zetten. Het is een actie van
opsporingsambtenaren waarbij systematisch informatie wordt ingewonnen. Ze
winnen vertrouwen en stellen voordelen in vooruitzicht als verdachte bekent.
Gevaar is dat verdachte feitelijk in een verhoorsituatie terecht komt waarbij
normale waarborgen ontbreken. Of dit toelaatbaar is hangt af van de
omstandigheden van het geval. Maatstaf is of de verklaringsvrijheid van
verdachte geschonden is. Als hij namelijk te veel onder druk staat dan komt de
betrouwbaarheid van de verklaring in het geding.
Weegfactoren bij Mr. Big:
Verloop opsporingstraject
Proceshouding verdachte
Mate van (psychische) druk
Bemoeienis politie met inhoud verklaring
, Duur en intensiteit traject
Strekking en frequentie contacten
In vooruitzicht gesteld consequenties
+ nauwkeurige verslaglegging / proportionaliteit – subsidiariteit alles moet in
motivering terugkeren zodat de rechter kan beslissen of de werkwijze
rechtmatig was.
Grondrechten
Artikel 7 Gw: vrijheid van meningsuiting Artikel 62/62a Sv
Artikel 15 Gw: fysieke vrijheid Artikel 53/54/63 Sv
Artikel 10 Gw: privacy Wet BOB
Artikel 11 Gw: fysieke integriteit Artikel 56/195 Sv
Artikel 12 Gw: huisrecht Artikel 55/97 Sv + algemene wet op
binnentreden
Artikel 13 Gw: telefoongeheim Artikel 126m/126n Sv
+ integriteit en betrouwbaarheid. Het is belangrijk om alles goed te regelen om ook de
integriteit van de procedure te bewaken en personen die daarin werken en de
betrouwbaarheid van informatie die verkregen wordt.
Bij bijv. Mr. Big-methode in welk milieu komen de infiltranten terecht? Er is een risico
aanwezig dat je ingekapseld raakt in die manier van leven.
Betrouwbaarheid bij Osloconfrontatie moet de line-up zorgvuldig samengesteld worden.
Andere wetten in formele zin
Inbeslagname is bijv. opgenomen in WvSv, maar toch ook geregeld in andere wetten in
formele zin (zoals WED, Opiumwet, Wapenwetetc.) > dat moet omdat in die wetten op grond
van lichtere voorwaarden voorwerpen in beslag genomen kunnen worden.
Lagere wetgevers
Artikel 107 Gw bepaald dat de wet het strafprocesrecht regelt in algemene wetboeken. Dat is
uitgewerkt in artikel 1 Sv dat bepaald dat Sv bij wet geregeld moet worden en dat maakt
delegatie aan andere wetgevers mogelijk. De gemeentewetgever kan dus ook
opsporingsbevoegdheden aanwijzen en bewijsvermoedens creëren.
Internationaal recht
Minimumnormen van Sv staan in EVRM en IVBPR. De algemene normen van artikel 6
EVRM zijn heel belangrijk.
Jurisprudentie:
- Brogan; inverzekeringstelling mocht niet voor langer dan 4 dagen en 6 uur zonder dat de
rechtmatigheid van de vrijheidsneming getoetst was door een rechter, artikel 5 EVRM.
De regeling van NL moest aangepast worden, zie artikel 359a Sv: binnen 3 dagen en 15
uur na aanhouding moet het getoetst worden door R-C.
- Kostovski; je mag niet iemand veroordelen voor vrijheidsstraf uitsluitend op basis van
anonieme getuigenverklaringen. Dat leidde tot rechtspraak HR en er is uitgemaakt dat als
je voldoende onafhankelijk belastend materiaal hebt wat niet anoniem is, kan het wel.
- Kamasinksi; datgene wat zich afspeelt op de terechtzitting moet vertaald worden.
- EHRM Salduz vs Turkije; rechtsbijstand bestaat uit 2 elementen:
o Consultatiebijstand dat je recht hebt om voorafgaand aan het eerste
politieverhoor een advocaat te raadplegen.
o Verhoor bijstand dat de raadsman tijdens het politieverhoor fysiek aanwezig
mag zijn en bepaalde interventies mag plegen. Maar in principe moet tijdens het
verhoor de raadsman zijn mond dicht houden.
Beleid opnames van geluid en/of beeld: in bepaalde strafzaken moet het verhoor
audiovisueel opgenomen worden. allen in sommige zaken is het aanvullend, maar soms
is het ook voor spek en bonen en dan kost het veel tijd en geld. Dat wordt iedere keer
afgewogen.
,- EHRM Van de Kolk vs. Nederland; als in strijd met de regels geen bijstand bij het
eerste politieverhoor is verleend, betekent dat niet automatisch dat artikel 6 EVRM
geschonden is. je moet de procedure dan als geheel bezien. Het moet in zijn totaliteit
gaan om een fair trial. Uitganspunt is dat de procedure in zijn geheel eerlijk moet zijn.
Dwangmiddelen
Dat zijn in het kader van de strafvordering aan te wenden bevoegdheden waardoor
daadwerkelijk, anders dan door tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, inbreuk
gemaakt wordt op rechten en vrijheden van personen. Op grond van artikel 1 Sv moet het
wel bij wet zijn voorzien.
Opsporing, artikel 132a Sv
- Het onderzoek in verband met strafbare feiten
- Onder gezag van de OvJ
- Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
Domeinen/fasen van opsporing
1. Klassieke opsporing: opsporing na verdenking, artikel 52 e.v. en artikel 126g Sv.
Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd. Er
is dan sprake van een verdenking, maar er hoeft nog geen verdachte bij naam bekend te
zijn.
Redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit:
- Voltooid strafbaar feit
- Strafbare poging
- Strafbare voorbereiding
Verdenking: soms verdachte in de zin van artikel 27 Sv aan te wijzen. Ondanks geen
verdachte in beeld, ga je juist opsporen en achterhalen wie verantwoordelijk is voor dood
persoon. Daar wil je duidelijkheid over krijgen, maar niet is vereist voor klassieke opsporing
dat er al een verdachte is. Er moet wel een verdenking zijn. Als er eenmaal een verdachte is,
dan is er ook een verdenking strafbaar feit, want om van verdachte te kunnen spreken moet
er redelijk vermoeden van schuld zijn aan enig strafbaar feit zijn. Als eenmaal verdachte is,
dan sowieso klassieke opsporing, want voldaan aan redelijk vermoeden plegen strafbaar feit.
Maar ook zonder verdachte kan je in klassieke opsporing zitten, want wel strafbaar feit
gepleegd, maar onduidelijk wie het heeft gedaan.
Doel = opheldering en sanctieoplegging
Inzet van alle dwangmiddelen toegestaan, mits aan voorwaarden voor inzet is voldaan.
Vroegsporing: (2 soorten)
2. Georganiseerd verband:
Redelijk vermoeden dat
o In georganiseerd verband (géén individuen, minimaal 2 personen)
o Misdrijven als bedoeld in artikel 67 lid 1 Sv
o Worden beraamd of gepleegd
o Die gezien hun aard of samenhang met andere misdrijven een ernstige inbreuk
op de rechtsorde opleveren, zie artikel 126o Sv
in deze fase hoeft dus nog geen concreet strafbaar feit gepleegd te zijn.
Doel is zicht krijgen op criminele organisatie: wie, wat, hoe, waarom, wanneer.
Met informatie die binnen deze fase verzameld wordt, kan er meer informatie
ontstaan waardoor er op een gegeven moment vast te stellen dat we in de klassieke
opsporing zitten. Binnen dit gedeelte van opsporing mag een beperkt aantal
bevoegdheden ingezet worden.
, Inzet BOB-bevoegdheden toegestaan, artikel 126o e.v. Sv (bijv. stelselmatige
observaties, telefoontaps, afluisteren, verzamelen gegevens), mits aan voorwaarden voor
inzet is voldaan.
Zonder concrete verdenking, inzet van opsporing toch al mogelijk is en dwangmiddelen
mogen worden ingezet. Zonder verdenking toch al inbreuk maken op rechten en
vrijheden van burgers, want toch al kader van strafvordering waar die inbreuken gemaakt
kunnen worden.
3. Terroristisch verband:
Aanwijzingen van terroristisch misdrijf (géén redelijk vermoeden!) > super weinig. Maar
als er aanwijzingen zijn voor een terroristisch misdrijf, dan mag opsporing al
plaatsvinden.
Doel: voorkomen van terroristische misdrijven
Beperkte inzet bevoegdheden (dwangmiddelen) zie artikel 126 zd e.v. Sv, daar moet OvJ
aan te pas komen: bevel geven bij bijna al die bevoegdheden, enkele uitzonderingen
daargelaten, om inzet bevoegdheden te kunnen doen. En soms zelfs machtiging van RC
vereist. Dus wel restrictie in inzet bevoegdheden.
Het is belangrijk om de fase van opsporing te bepalen, zodat je weet welke
dwangmiddelen ingezet kunnen worden.
Vervolging
Dat is het uitlokken van een rechterlijke beslissing in een zaak + het is een strafbeschikking.
Binnen de vervolging zijn bepaalde rechten van de verdachte beter ingedekt en daarom is
het handig om van vervolging te spreken, zodat de rechten van verdachte daarmee goed
gewaarborgd worden.
Strafbeschikking
Manier afdoening zaak waarbij geen rechter te pas komt en de OvJ de verdachte zelf een
straf oplegt. Dit is toch vervolging omdat je verzet kan aantekenen en op die manier impliciet
toch een rechter bij de zaak betrekt.
- Artikel 257a e.v. Sv
- Oplegging straf door OvJ (bijzonder, omdat OvJ de aanklager is en niet de strafoplegger)
- Mogelijk bij overtreding of misdrijf waarop niet meer dan 6 jaar gevangenisstraf staat.
- Vaststelling door OvJ dat het feit is begaan voldoende bewijs.
Mogelijke straffen, artikel 257a lid 2 Sv
- Taakstraf van max. 180 uren
- Geldboete
- Onttrekking aan het verkeer
- Betalen geldbedrag aan staat ten behoeve van slachtoffer
- OBM voor max. 6 maanden (rijontzegging)
Mogelijke aanwijzingen, artikel 257a lid 3 Sv
- Afstand doen van in beslag genomen voorwerpen (VV of OAHV);
- Uitleveren van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of de waarde
daarvan voldoen aan de staat
- Betaling van geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel;
- Storting van geldbedrag in schadefonds geweldsmisdrijven of een ander fonds ten
behoeve van slachtoffers;
- Aanwijzingen het gedrag van de verdachte betreffend met een proeftijd van max. 1 jaar.
(straatverbod, meldgebod)
Verzet tegen strafbeschikking, artikel 257e Sv
