NUCleaire
geneeskunde
PET FDG, Apparatuur,
Bloedwaardes, Radiofarmacie
en onderzoeken Jaar 1
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 1
Periode 4
,Herhaling:
o Langer tellen Meer counts.
o Langer tellen Meer details.
o Afstand korter Meer correctie counts Meer details (resolutie).
o Collimator Alleen recht opvallende fotonen doorlaten.
Schuin invallende fotonen absorberen (in
septa/loodlamellen).
Collimator is dus niet om strooistraling tegen te houden.
o Onderzoeken met bijbehorende radiofarmacons:
Skelet: Tc-99m-MDP of Tc-99m-HDP
Nier: Tc-99m-DMSA
Longvent.: Kr-81m (gasvormig)
Renografie: Tc-99m-MAG3
Schildklierscintigrafie.: Tc-99m (pertechnetaat) of I-123
o PET: positron emissie tomografie, 2 annihilatiefotonen van elk 511 keV onder
een hoek van 180 graden simultaan
o Labwaarden:
D-dimeer
AF
Creatinine
TSH, T3, T4
BSE
γ-GT
PSA
Leeftijdsgerelateerde afkapwaarde D-dimeer
Bij de diagnostiek van diep veneuze trombose (DVT) wordt in eerste instantie gebruik
gemaakt van een klinische beslisregel (de eerstelijns beslisregel –zie ook de MCCE
werkafspraak DVT-) om de vooraf kans in te schatten. Indien de vooraf kans op basis
van de klinische beslisregel als laag wordt ingeschat, kan vervolgens de D-
dimeerbepaling gebruikt worden om een trombosebeen veilig uit te sluiten als de
waarde hiervan kleiner is dan 0,50 mg/L. De D-dimeerwaarde stijgt echter geleidelijk
met de leeftijd, zodat bij ouderen de waarde van de D-dimeer ook zonder
trombosebeen vaak al hoger dan 0.50 mg/L uitkomt. Uit meerdere studies is
inmiddels gebleken dat het aanpassen van de afkapgrens voor de D-dimeer test tot <
0,01 x leeftijd (bij patiënten boven de 50 jaar) veilig kan. Dus bij een 70-jarige patiënt
wordt de afkapwaarde < 0,01 x 70 = < 0,70 mg/L. In samenspraak met de longartsen
en internisten is het klinisch chemisch laboratorium per 1 april overgegaan op deze
nieuwe leeftijdsafhankelijke afkapwaarde. Tot 50 jaar blijft de afkapwaarde dus 0,50
mg/L, bij patiënten boven de 50 jaar wordt de grens van de afkapwaarde automatisch
aangepast in het systeem. De MCCE werkafspraak DVT is in herziening en hierin zal
bovenstaande worden meegenomen. In de toekomst zal er een (nieuwe) MCCE
werkafspraak voor de diagnostiek en behandeling van Longembolie ontwikkeld
worden.
, PET FDG onderzoek:
Injecteren (voorwaarden en omstandigheden):
o 6 uur nuchter
(meer honger, meer vraag glucose, meer opname van daarna geïnjecteerde
farmacon
o Veel drinken
o 1 uur rust na injectie
(zo min mogelijke beweging, want anders activiteit naar spiercellen
o DM+ medicatie (diabetes) staken
o Niet sporten 24 uur daarvoor
FDG = Radioactief suiker (+Fl18, voor glucose stofwisseling)
SUV = Standardized Uptake Values (= MBq/ml/ ROI/gewicht)
Bij normale uptake in:
o Hersenen (altijd)
o Hart
o Nieren
o Lever
o Beenmerg
o Darmen
o Actieve spieren
o (NIET de blaas, slechts de urine erin)
Bij mensen met kwalen rond het hart: koolhydraatarm dieet. (hart niet zichtbaar)
Bruin vet = wanneer er warmte gegenereerd is door te lage lichaamswarmte.
Zichtbaar in nek en rond ruggenwervels.
Voordelen van PET tegenover een botscan:
o Betere opname
o Snellere opname
o Hogere resolutie
o Hogere sensitiviteit
o Betere ratio normaal/ ziekte
LAF zorgt ervoor dat de deeltjes in de kast blijven. staat voor: Laminair Air Flow
Om dosis op handen ook te verminderen.
PET in de RT planning:
o Nu vooral met CT
o (CT is goed voor het afbeelden anatomie en structuur)
o Vaak moeilijk om tumorrand te kunnen onderscheiden
o Bestralingsveld wordt overschat
geneeskunde
PET FDG, Apparatuur,
Bloedwaardes, Radiofarmacie
en onderzoeken Jaar 1
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 1
Periode 4
,Herhaling:
o Langer tellen Meer counts.
o Langer tellen Meer details.
o Afstand korter Meer correctie counts Meer details (resolutie).
o Collimator Alleen recht opvallende fotonen doorlaten.
Schuin invallende fotonen absorberen (in
septa/loodlamellen).
Collimator is dus niet om strooistraling tegen te houden.
o Onderzoeken met bijbehorende radiofarmacons:
Skelet: Tc-99m-MDP of Tc-99m-HDP
Nier: Tc-99m-DMSA
Longvent.: Kr-81m (gasvormig)
Renografie: Tc-99m-MAG3
Schildklierscintigrafie.: Tc-99m (pertechnetaat) of I-123
o PET: positron emissie tomografie, 2 annihilatiefotonen van elk 511 keV onder
een hoek van 180 graden simultaan
o Labwaarden:
D-dimeer
AF
Creatinine
TSH, T3, T4
BSE
γ-GT
PSA
Leeftijdsgerelateerde afkapwaarde D-dimeer
Bij de diagnostiek van diep veneuze trombose (DVT) wordt in eerste instantie gebruik
gemaakt van een klinische beslisregel (de eerstelijns beslisregel –zie ook de MCCE
werkafspraak DVT-) om de vooraf kans in te schatten. Indien de vooraf kans op basis
van de klinische beslisregel als laag wordt ingeschat, kan vervolgens de D-
dimeerbepaling gebruikt worden om een trombosebeen veilig uit te sluiten als de
waarde hiervan kleiner is dan 0,50 mg/L. De D-dimeerwaarde stijgt echter geleidelijk
met de leeftijd, zodat bij ouderen de waarde van de D-dimeer ook zonder
trombosebeen vaak al hoger dan 0.50 mg/L uitkomt. Uit meerdere studies is
inmiddels gebleken dat het aanpassen van de afkapgrens voor de D-dimeer test tot <
0,01 x leeftijd (bij patiënten boven de 50 jaar) veilig kan. Dus bij een 70-jarige patiënt
wordt de afkapwaarde < 0,01 x 70 = < 0,70 mg/L. In samenspraak met de longartsen
en internisten is het klinisch chemisch laboratorium per 1 april overgegaan op deze
nieuwe leeftijdsafhankelijke afkapwaarde. Tot 50 jaar blijft de afkapwaarde dus 0,50
mg/L, bij patiënten boven de 50 jaar wordt de grens van de afkapwaarde automatisch
aangepast in het systeem. De MCCE werkafspraak DVT is in herziening en hierin zal
bovenstaande worden meegenomen. In de toekomst zal er een (nieuwe) MCCE
werkafspraak voor de diagnostiek en behandeling van Longembolie ontwikkeld
worden.
, PET FDG onderzoek:
Injecteren (voorwaarden en omstandigheden):
o 6 uur nuchter
(meer honger, meer vraag glucose, meer opname van daarna geïnjecteerde
farmacon
o Veel drinken
o 1 uur rust na injectie
(zo min mogelijke beweging, want anders activiteit naar spiercellen
o DM+ medicatie (diabetes) staken
o Niet sporten 24 uur daarvoor
FDG = Radioactief suiker (+Fl18, voor glucose stofwisseling)
SUV = Standardized Uptake Values (= MBq/ml/ ROI/gewicht)
Bij normale uptake in:
o Hersenen (altijd)
o Hart
o Nieren
o Lever
o Beenmerg
o Darmen
o Actieve spieren
o (NIET de blaas, slechts de urine erin)
Bij mensen met kwalen rond het hart: koolhydraatarm dieet. (hart niet zichtbaar)
Bruin vet = wanneer er warmte gegenereerd is door te lage lichaamswarmte.
Zichtbaar in nek en rond ruggenwervels.
Voordelen van PET tegenover een botscan:
o Betere opname
o Snellere opname
o Hogere resolutie
o Hogere sensitiviteit
o Betere ratio normaal/ ziekte
LAF zorgt ervoor dat de deeltjes in de kast blijven. staat voor: Laminair Air Flow
Om dosis op handen ook te verminderen.
PET in de RT planning:
o Nu vooral met CT
o (CT is goed voor het afbeelden anatomie en structuur)
o Vaak moeilijk om tumorrand te kunnen onderscheiden
o Bestralingsveld wordt overschat
