Les 1 Bot en steunweefsel
Bot is gespecialiseerd steunweefsel de functies van botten zijn mechanische ondersteuning,
beweging, bescherming en metabool reservoir van mineraalzouten.
Als je het bot niet hebt ben je heel kwetsbaar. Samen met de spieren zijn de botten bij
beweging een ophangsysteem.
Met EDTA (is een gelator met meerdere bindingsplaatsen), cytraat kunnen het calcium
weghalen dan gaat de stollingscascade niet in werking bij het bloed. Cytraat wordt het meest
gebruikt om de stollingscascade niet te activeren.
Calcium is een belangrijke activator voor de energieprocessen. Het is belangrijk voor
metabole processen.
Gespecialiseerde extracellulaire matrix van het bot dit bestaat uit type I collageen in GAG-gel
met specifieke glycoproteinen. Door de matrix wordt vooral
Osteocalcine bindt sterk aan calcium
Het wordt gemineraliseerd door afzetting van hydroxylapatier dit wordt weer gemaakt door
de osteoblast.
Een osteoclast breekt het bot af onder invloed van druk.
Met namen type I collageen dat wordt voornamelijk waargenomen met een
elektronenmicroscopie. Bij de 64 nm periode dit komt omdat het een triple helix heeft.
Collogeen II en III hebben dit niet.
Plexiform zit alle kanten op en lamellair zit mooi in lammelen. Dit is in bepaalde bottten
weergegeven wat te maken heeft sterke botten.
Botopbouw is het buitenste cortex de compacte zone is kei hard en geeft steun. De
binnenste trabeculaire spongieuze zone zitten vaak beenmerg en allerlei cellen.
De kanalen van haversian en volkman heb je
echt nodig voor de bloedvaten in en rondom
de botten. Het hele bot wordt omgeven door
,een beenvlies wat het periost genoemd word. Er is een beperkte diffusie mogelijkheid, de
voedingsstoffen moeten worden doorgegeven.
Pijpbeenderen (zitten in de armen en benen) groeien voornamelijk als je onder de achttien
ben omdat er groeischijven aanwezig zijn waar veel actieve cellen in
aanwezig zijn. Tussen de epiphysis en metaphysis zitten groeischijven en
osteoblasten.
Osteocyten zitten in de osteonen en geven met hun verbindingen alles
door aan elkaar dit is een heel actief proces in het bot.
Osteoblast is een grote cel met een grote kern en creëert nieuw bot.
Osteoclast is een grote cel wat bot kan opeten.
De concentrische ringen worden de ringen genoemd bij een lamelle bot.
Dit wordt waargenomen door een polarized light. Met twee verschillende
filters microscopie dat is polarizatie micropscopie. Het licht moet in een X
richting en ander filter in een Y, als je met een filter
kijkt dan kun je wat zien. Het licht wordt gedraaid
door de concentrische ringen.
Osteoprogenitorcellen zijn mesginale cellen en kunnen uiteindelijk alles worden. Het is
voorloperweefsel. Het kan zelf een bloedcel, botcel en nog meer worden het is een feutale
cel het kan alles worden.
Osteoblasten produceren osteoid en scheiden blaasjes uit waarin Ca2+ en PO4- kunnen
worden gevangen. Door precipitatie ontstaat gemineraliseerd bot.
Osteocyten hebben heel veel uitlopers die in de
concentrische ringen liggen. Ze onderhouden het
bot.
Osteoclasten zijn grote meerkernige cellen en
resorberen bot door het vrijmaken van
hydrolystische enzymen uit lysomen. Zure omgeving
verbreekt het hydroxyapatie4t, CA2+ en PO4-
komen vrij.
, Botmineralisatie
Collagene vezels wordt gemaakt door de fibroblasten. De osteoblast maakt de osteocied.
Samen vormen ze de matrix, de osteocied trekt calcium aan en uiteindelijk heb je dan een
vast, stevig bot.
Bij botmodellering is kracht het essentiële punt om te herstellen. Door het optimaal gebruik
van het herstel.
Bij een botbreuk is het altijd net naast de eerste breuk kans op een nieuwe breuk omdat er
bij de eerste breuk heel veel calcium
is toegevoegd bij het herstel. De
breuklijn zelf zit veel calcium
omheen waardoor het heel hard is.
Botremoddellering
Factoren betrokken bij
bot formatie en
remodderling. Altijd
vanuit de randen
herstel en nooit vanuit
het midden van de
wond.
Parathyroid hormoon
(parathormoon PTH)
uitgescheiden als
respons op lage bloed-
calciumwaarde
stimuleren
osteoclasten.
PTH CLAST
stimuleert Calcium in
het bloed stijgt
Vitamine D stimuleert de mineralisatie van het bot.
Bot is gespecialiseerd steunweefsel de functies van botten zijn mechanische ondersteuning,
beweging, bescherming en metabool reservoir van mineraalzouten.
Als je het bot niet hebt ben je heel kwetsbaar. Samen met de spieren zijn de botten bij
beweging een ophangsysteem.
Met EDTA (is een gelator met meerdere bindingsplaatsen), cytraat kunnen het calcium
weghalen dan gaat de stollingscascade niet in werking bij het bloed. Cytraat wordt het meest
gebruikt om de stollingscascade niet te activeren.
Calcium is een belangrijke activator voor de energieprocessen. Het is belangrijk voor
metabole processen.
Gespecialiseerde extracellulaire matrix van het bot dit bestaat uit type I collageen in GAG-gel
met specifieke glycoproteinen. Door de matrix wordt vooral
Osteocalcine bindt sterk aan calcium
Het wordt gemineraliseerd door afzetting van hydroxylapatier dit wordt weer gemaakt door
de osteoblast.
Een osteoclast breekt het bot af onder invloed van druk.
Met namen type I collageen dat wordt voornamelijk waargenomen met een
elektronenmicroscopie. Bij de 64 nm periode dit komt omdat het een triple helix heeft.
Collogeen II en III hebben dit niet.
Plexiform zit alle kanten op en lamellair zit mooi in lammelen. Dit is in bepaalde bottten
weergegeven wat te maken heeft sterke botten.
Botopbouw is het buitenste cortex de compacte zone is kei hard en geeft steun. De
binnenste trabeculaire spongieuze zone zitten vaak beenmerg en allerlei cellen.
De kanalen van haversian en volkman heb je
echt nodig voor de bloedvaten in en rondom
de botten. Het hele bot wordt omgeven door
,een beenvlies wat het periost genoemd word. Er is een beperkte diffusie mogelijkheid, de
voedingsstoffen moeten worden doorgegeven.
Pijpbeenderen (zitten in de armen en benen) groeien voornamelijk als je onder de achttien
ben omdat er groeischijven aanwezig zijn waar veel actieve cellen in
aanwezig zijn. Tussen de epiphysis en metaphysis zitten groeischijven en
osteoblasten.
Osteocyten zitten in de osteonen en geven met hun verbindingen alles
door aan elkaar dit is een heel actief proces in het bot.
Osteoblast is een grote cel met een grote kern en creëert nieuw bot.
Osteoclast is een grote cel wat bot kan opeten.
De concentrische ringen worden de ringen genoemd bij een lamelle bot.
Dit wordt waargenomen door een polarized light. Met twee verschillende
filters microscopie dat is polarizatie micropscopie. Het licht moet in een X
richting en ander filter in een Y, als je met een filter
kijkt dan kun je wat zien. Het licht wordt gedraaid
door de concentrische ringen.
Osteoprogenitorcellen zijn mesginale cellen en kunnen uiteindelijk alles worden. Het is
voorloperweefsel. Het kan zelf een bloedcel, botcel en nog meer worden het is een feutale
cel het kan alles worden.
Osteoblasten produceren osteoid en scheiden blaasjes uit waarin Ca2+ en PO4- kunnen
worden gevangen. Door precipitatie ontstaat gemineraliseerd bot.
Osteocyten hebben heel veel uitlopers die in de
concentrische ringen liggen. Ze onderhouden het
bot.
Osteoclasten zijn grote meerkernige cellen en
resorberen bot door het vrijmaken van
hydrolystische enzymen uit lysomen. Zure omgeving
verbreekt het hydroxyapatie4t, CA2+ en PO4-
komen vrij.
, Botmineralisatie
Collagene vezels wordt gemaakt door de fibroblasten. De osteoblast maakt de osteocied.
Samen vormen ze de matrix, de osteocied trekt calcium aan en uiteindelijk heb je dan een
vast, stevig bot.
Bij botmodellering is kracht het essentiële punt om te herstellen. Door het optimaal gebruik
van het herstel.
Bij een botbreuk is het altijd net naast de eerste breuk kans op een nieuwe breuk omdat er
bij de eerste breuk heel veel calcium
is toegevoegd bij het herstel. De
breuklijn zelf zit veel calcium
omheen waardoor het heel hard is.
Botremoddellering
Factoren betrokken bij
bot formatie en
remodderling. Altijd
vanuit de randen
herstel en nooit vanuit
het midden van de
wond.
Parathyroid hormoon
(parathormoon PTH)
uitgescheiden als
respons op lage bloed-
calciumwaarde
stimuleren
osteoclasten.
PTH CLAST
stimuleert Calcium in
het bloed stijgt
Vitamine D stimuleert de mineralisatie van het bot.
