Hoofdstuk 1: Principes en werkwijze
1.1 Evidence-based diëtetiek: evidence-based= het zorgvuldig gebruikmaken van het juiste bewijsmateriaal
om een beslissing te nemen voor een individuele patiënt.
Drie belangrijke componenten binnen evidence-based: expertise van de diëtist, wetenschappelijke kennis
en ervaringen van de cliënt.
Kennis die je al hebt= interne kennis. Kennis na behandeling individueel probleem= externe kennis.
Evidence-based werken door het toepassen van 5 stappen:
Stap 1. Vraag formuleren
Stap 2. Bewijs zoeken
Stap 3. Bewijs beoordelen
Stap 4. Implementeren
Stap 5. Evalueren
1.3 Evidence-based onderbouwen: correcte vertaling evidence= onderbouwing, geen bewijs. Bewijs enkel
uit de meta-analyses. Evidence kan ook zelf-verzamelde gegevens zijn.
1.4 Voordelen van evidence-based werken: ervaringen v/d cliënt meegenomen als onderdeel van
evidence-based beslissingen -> evaluatie; behandeling wel of geen effect. Door behandelingen goed te
registreren ook gunstig voor maatschappij qua kosten.
1.5 Weerstanden tegen evidence-based werken: sommige (Engelstalige) artikelen lastig te begrijpen of
soms ontbreekt er scholing bij de wat oudere diëtisten.
1.6 Besluit: evidence-based is niet alleen info opzoeken en gebruiken; het integreert juist kennis en
ervaringen en de wensen van de cliënt met recent wetenschappelijke bewijzen.
Hoofdstuk 2: Stap voor stap
2.1 Evidence-based diëtetiek; 5 stappen: per paragraaf wordt elke stap toegelicht.
2.1.1 Stap 1: formuleren van een beantwoordbare vraag: de vraag wordt geformuleerd via het PICO-
systeem: Patient/Problem, Intervention, Comparison and Outcome.
2.1.2 Stap 2: zoeken naar beschikbare gegevens: des te meer kenmerken van cliënten worden
geregistreerd, des te meer interne gegevens beschikbaar is (patroon van de kenmerken/klachten).
Externe gegevens beschikbaar in wetenschappelijke publicaties. Goede databases: Medline en Google
Scholar. Twee onderzoeken: primair en geaggregeerd (informatie uit onderzoeken samengevoegd).
2.1.3 Stap 3: beoordelen en interpreteren van het bewijs: onderzoek kan beschrijvend zijn of
experimenteel (een interventie). Hieronder wordt een aantal onderzoeken besproken:
-Systematic review/Meta-analyse: resultaten van verschillende onderzoeken worden gecombineerd
(systematic review) en wordt er een gecombineerd resultaat berekent (Meta-analyse). Een Meta-analyse
combineert vaak positieve en negatieve uitkomsten.
-Interventieonderzoek en gerandomiseerd controleonderzoek: bij experimenteel of interventieonderzoek
worden condities opzettelijk gewijzigd. Beste manier= RCT (randomized controlled trial): een controle- en
een actieve groep. Kan ook een dubbelblinde-RCT zijn. Soms is dubbelblind lastig (bv. bij dieetadvies).
-Observationeel onderzoek: wordt geen experiment gedaan= observationeel/beschrijvend onderzoek.
Vormen: cohort, patient-controleonderzoek, dwarsdoorsnedeonderzoek en ecologisch onderzoek.
-Cohortonderzoek: synoniem= follow-uponderzoek. Een groep mensen zonder ziekte worden een tijd
gevolgd, aan het eind wordt gekeken wie er ziek (+) is geworden.
-Patient-controleonderzoek: synoniem= case control study. Kijkt terug in de tijd; retrospectief. Patiënten
worden vergeleken met een groep niet-zieken -> omstandigheden herkennen en onderzoeken.
-Dwarsdoorsnedeonderzoek: synoniemen: cross-sectioneel onderzoek, survey. Een beschrijvend onderzoek
waarbij bij een bepaalde groep of populatie slechts één meting wordt verricht. Voorbeeld: patiënt-
tevredenheidsonderzoek. Bij meerdere metingen sprake van een longitudinaal onderzoek.