Table of Contents
Inleiding arbeidsrecht:..............................................................2
Hoofstuk 1: algemene bepalingen van de AO..............................3
De wet van 3 juli 1978:....................................................................3
Aangaan van de arbeidsovereenkomst..............................................3
Soorten arbeidsovereenkomsten......................................................5
Hoofstuk 2: inhoud van de AO....................................................7
Hoodstuk 3: Socialisatie:...........................................................9
Hoofdstuk 4: uitvoering en schorsing AO..................................15
Verplichtingen van beide partijen:..................................................15
Verplichtingen van de werknemer:.................................................15
Verplichtingen van de werkgever:..................................................16
Schorsing van de AO:.....................................................................17
Hoofdstuk 5: Diversiteit en inclusie:.........................................23
Hoofstuk 6: leiderschap en coaching:.......................................24
Coaching:......................................................................................24
Hoofstuk 7: Reglementering van arbeid:...................................27
De arbeidsduur:.............................................................................27
Loon (bescherming):......................................................................29
Tijdelijke arbeid, uitzendarbeid en terbeschikkingstelling van WN:...30
Arbeidsreglement:.........................................................................33
Hoofstuk 8: sociale zekerheid en statuut zelfstandige:..............33
Sociale zekerheid:.........................................................................33
Sociaal statuut van zelfstandigen:..................................................37
Hoofdstuk 9: Einde van de AO..................................................38
1
SDV HRM2
,Inleiding arbeidsrecht:
Sociaal recht = wettelijk kader voor wat bedrijven kunnen en mogen doen
op vlak van HR
- Arbeidsrecht (arbeidsovereenkomst)
- Sociale zekerheid
- Sociaal statuut zelfstandigen
- Loonberekening
HR-trend à de actuele HR-thema’s
Sociaal recht is een rechtsgebied dat in België bestaat uit sociaal
zekerheidsrecht en arbeidsrecht.
Wat betreft het sociaal zekerheidsrecht bevindt dit rechtsgebied zich op het terrein
van het publiekrecht, omdat het dan gaat om de verhouding tussen de gerechtigde
van een sociale uitkering en de overheid.
Op het terrein van het arbeidsrecht bevindt dit rechtsgebied zich op het terrein van
het privaatrecht, omdat het daar gaat om de overeenkomst tussen de werkgever en
de werknemer: de arbeidsovereenkomst.
De actuele HR-thema’s:
1. Onboarding en socialisatie
2. Het creëren van een inclusieve werkvloer
3. Het welzijnsbeleid dat zij hanteren, incl. de re-integratie-aanpak
van langdurig zieken
4. De aandacht die gaat naar coaching: welk aanbod hebben zij, en
met welk doel
5. Het type arbeidsovereenkomsten die zij hebben
6. De impact van GDPR op hun HR beleid
7. Het verloningsbeleid dat zij hanteren
8. De offboarding en aanpak van ontslag- en exitgesprekken
Sociale wetgeving = geen duidelijk
- Bijzonder doel:
o Bescherming van belangen van de werknemers
o Bevorderen van hun welzijn
o Beschermingswetten en sociale verzekeringswetten
Sociale wetgeving omvat:
- Arbeidsrecht
- Socialezekerheidsrecht
- Individuele relaties tussen WG en WN
- Beschermingsmaatregelen WN
- Arbeidsvoorzieningen
2
SDV HRM2
, - Sociale zekerheid
Hoofstuk 1: algemene bepalingen van de AO
AO = arbeidsovereenkomst
De wet van 3 juli 1978:
Arbeidsovereenkomst =
- Wederkerige overeenkomst
- Voor verrichting van arbeid
- Tegen loon
- Onder gezag van een werkgever
Bij een AO kunt ge onderhandelen
Ondergeschikt verband =
- Gezagsrelatie tussen werkgever en werknemer
- Gezagrelatie staat onafhankelijkheid bij de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst niet in de weg
- Ook tussen gehuwden, familieleden of concubanten kan een
gezagsrelatie bestaan
Schijnzelfstandige = werkgevers proberen sociale bijdragen voor
werknemers te ontlopen
à Zelfstandige proberen te profiteren van de sociale zekerheid voor
werknemers
Voor de bruto maand naar bruto jaar, maal 13,92 doen
De wet van 3 juli 1978 is van toepassing op:
- Werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers en dienstboden
- Vooral in de ‘privésector’
- Maar ook in het niet-statutaire personeel van de publieke sector
Aangaan van de arbeidsovereenkomst
Geldigheidsvereisten:
- Mondelinge of schriftelijke overeenkomst
- Geldigheidvereisten van het burgerlijk wetboek:
o Toestemming van de partijen
o Bekwaamheid van de partijen
o Bepaald voorwerp
3
SDV HRM2
, o Geoorloofde oorzaak
Algemeen principe: iedereen is bekwaam om een
overeenkomst af te sluiten, tenzij hij door de wet hiertoe
onbekwaam is verklaard
Minderjarigen
- Zijn in beginsel rechts bekwaam om
Bekwaamhe arbeidsovereenkomsten af te sluiten, tenzij er
id uitdrukkelijk verzet is van de vader, de moeder of
de voogd (door art. 43 tot 46bis WAO)
- Verbod op tewerkstelling van kinderen in de
Arbeidswet
- Kind = minderjarigen beneden de 15 jaar, of nog
voltijds leerplichtig
Kan aangetast worden door wilsgebreken zoals:
- Geweld
- Fysieke of morele aard
o Moet “op een redelijk mens indruk maken en
doen vrezen dat hijzelf, zijn onmiddellijke
familie of zijn vermogen bloot staan aan een
aanzienlijk en dadelijk kwaad”
- Dwaling
o Zich vergissen, een verkeerde mening
Toestemmi toegedaan zijn
ng o Moet een belangrijke dwaling over een
essentieel element zijn
- Bedrog
o Leugens of bedrieglijk verzwijgen
o Moet van dien aard zijn dat de overeenkomst
zonder het bedrog nooit tot stand zou zijn
gekomen
o Quid uzelf beter voordoen bij sollicitaties/
recht om te liegen-verzwijgen
- Voorwerp = datgene waartoe men zich verbindt
(doen, laten of geven)
Voorwerp
- Oorzaak = het doel van de verbintenis
van
- Moeten zeker en bepaald zijn
oorzaak
- Moeten mogelijk en geoorloofd zijn
Gevolgen:
- Absolute nietigheid
o Ter bescherming openbare orde of goede zeden
o Kan door derden of door de rechter ingeroepen worden
o Kan niet gedekt worden door de benadeelde partij
- Relatieve nietigheid
4
SDV HRM2