Inleiding
Waarom …? Wat is of wat betekent …?
MW’er handelt vanuit vooronderstellingen
vooronderstellingen kritisch en open in vraag stellen
waarden en spanning ontdekken via dialoog
redelijk aannemelijk antwoord dus altijd relatief
sociale verandering
Wat is filosofie?
Filosofie als praktijk, het doen
- Naar ware kennis zoeken
- In vraag stellen vanzelfsprekendheden
- Verantwoorden
- Filosofische basishouding: grenzen aan wat je weet
je beseft dat je het niet weet = wijsheid (Socrates)
openheid en nederigheid over wat je weet
Filosofie als methode
- Manier om ware kennis te verkrijgen
- Dialoog – discussie kennis
- Enkel de rede gebruiken
- 4 stappen:
o Verwondering
o Vooronderstelling
o Filosofische vraag
o Redelijk antwoorden
Wat is filosofie niet?
Over wetenschap – niet over fysieke feiten
- Kookt water bij 100 graden?
Verklaren met harde bewijzen (wiskunde), wel met filosofische argumenten
die komen uit de rede en dialoog toelaten.
Niet redeneren met boven-redelijke argumenten:
- Intuïtie buikgevoel
- Emoties het is zo erg voor haar, beginnen wenen
- Gezag – macht beroemde persoon heeft gezegd dat
klimaatopwarming oorzaak is van …
- Godsdienst God wil het zo
- Spiritualiteit volle maan, geluksonderbroek aan
- Gewoonten Kerst vier je met familie
Nut voor MW
Vanzelfsprekendheden leiden tot situaties die benadelen.
1
, Nut: vanzelfsprekendheden kritisch in vraag stellen waarden MW
sociale uitsluiting tegengaan.
Filosoferen als ethische reflex: verschillende manieren om te kijken naar
wat goed is om te doen verschillend handelen
MW’er verschuilt zich niet achter vanzelfsprekendheden wel handelen
rechtvaardigen het best mogelijke doen
Filosofische methode
Stap 1: verwondering
Verwondering over vanzelfsprekendheden
Voorbeelden:
- Zintuiglijke waarneming: smaken, wat we zien, horen, voelen, ruiken
- Ervaringen: “dan moet het wel zo zijn dat de ander dat … ervaart”
- Betekenis van een woord voor iemand: Licht; handig; gastvrij; schuld
- Gewoonten
- Verwondering over dat mensen gehoorzamen aan …, dat mensen
zich laten leiden door (sociale media, smartphone)
Stap 2: vooronderstelling
Aanname over wat goed is, wat waar is. Waar je vanuit gaat.
Wat niet wordt gezegd, maar wel w bedoeld
Oordeel voor een groep (stereotypering)
Voorbeelden:
- Wandelen is zwaar
- Het is onbeleefd te vragen wat iemand heeft meegemaakt
- Een relatie verandert na een ongeval aan de benen
Verwoord expliciet: “de vooronderstelling is …’ andere kan je
gedachtegang volgen nodigt uit tot kritisch dialoog
Vaak schuilt er een norm in verdoken negatief oordeel
Let op dat je nt projecteert wat jij vooronderstelt is niet perse wat de
ander vooronderstelt.
Stap 3: filosofische vraag
Daagt vooronderstelling uit, trekt ze in twijfel
Er w om verantwoording gevraagd die verschillende antwoorden toelaten:
- Waarom?
- Wat maakt dat …?
Filosofische basishouding van het niet weten
- Open, nederige houding over wat je weet
- Nodigt uit tot kritisch dialoog/discussie: jouw denkwegen
toegankelijk mkaen = doel werkt verontschuldigend,
onbevooroordelend
Filosofische vragen zijn geen kennisvragen, wetenschappelijke
definitievragen, schoolse vragen
Stap 4: Redelijk aannemelijke antwoorden
Een antwoord dat zich redelijk laat afdwingen omdat:
- Het argument bevattelijk is en zelfstandig kan w nagegaan
2