100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Begrippenlijst klinische neuropsychologie

Rating
5.0
(1)
Sold
6
Pages
36
Uploaded on
09-01-2025
Written in
2024/2025

Uitgebreide begrippenlijst van alle begrippen die in de lessen aanbod zijn gekomen (jaar ). Vak gegeven door Eva Dierckx en Kurt Beeckmans.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 9, 2025
File latest updated on
January 13, 2025
Number of pages
36
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Begrippenlijst Klinische neuropsychologie
Inleiding
Neuropsychologie Discipline die de relatie tussen hersenen en gedrag bestudeert

Craniotomie Openen van de schedel (oudheid)

Cardiocentric view Het hart is het belangrijkste (Aristoteles)
Cephalocentric view het brein controleert alle waarnemingen en bewegingen (Hippocrates)
Fysiognomie De vorm van iemands gelaat (lichaam) is een reflectie van iemands
karakter (= gelaatskunde) (Aristoteles)
Pneuma Vocht = animal spirit
Celtheorie (ventriculaire Onderzocht de anatomische structuur van de hersenen.
lokalisatie hypothese) - Algemene infoverwerkingssysteem (>< lokalisatie)
- Opvatting die voor iedereen geldt (geen individuele verschillen)
- Er zijn holtes (cfr. cellen, de huidige hersenventrikels) waarin de
ziel/geest zit
- De geest heeft verschillende functies ondergebracht in de
verschillende holtes/cellen (imaginatie, cogitatie, estimatie,
geheugen
Sensus communis Zintuigelijke sensatie (imaginatie) (= 1ste cel celtheorie)
Cogitatie en estimatie Interpreteren van het beeld of inkomende info (= 2 de cel celtheorie)
Memoria Het beeld wordt opgeslagen (=3de cel celtheorie)
Lokalisatie Alle aparte functies worden uitgevoerd door aparte organen
(>< celtheorie)
Frenologie Gedrag en karakter wordt bepaald door de groei van hersendelen
(= Schedelleer)
Clinico-anatomische methode Werkwijze om de lokalisatie-ideeën te toetsen (Gall)
Equipotentietheorie / - De hersenen worden gezien als één orgaan dat samenwerkt
holisme (holisme).
- Hersenen werken als een geheel
- Alle delen van het brein zijn even actief bij mentaal functioneren;
effecten van hersenbeschadiging eerder te wijten aan de grootte van
de beschadiging dan aan de lokalisatie
- Plasticiteit
Broca Ontdekker spraak/woordproductiecentrum (linker frontale kwab)
Wernicke Ontdekker taal/woord begripscentrum (linker temporale kwab)
Cartografie/cortical mapping Cortex bestaat uit verschillende lagen en de verdeling ervan over de
hersenoppervlakte is verschillend. een corticale kaart een visuele
representatie van de verschillende gebieden in de hersenen en de
functies die ze uitvoeren. = lokalisatie

Syndroom Verzameling van tekens en symptomen die een probabilistische relatie
hebben met een diagnose/ziektebeeld

Functioneel systeem Heeft een anatomische basis in een aantal hersenstructuren die op een

, bepaalde wijze samenwerken via verbindingsbanen (debat lokalisatie vs
holisme)

Disconnectie syndroom Wordt veroorzaakt door letsel in verbindingsbanen (of associatiebaan)
(tussen hemisferen; binnen 1 hemisfeer)

Dubbele dissociatie Wanneer 2 patiënten verschillende stoornissen vertonen (goed doen op
ene taak en slecht op andere & andere persoon omgekeerde).

Door dubbele dissociaties te vinden, kunnen we aantonen dat
verschillende mentale processen onafhankelijk van elkaar kunnen zijn.




Enkelvoudige dissociatie Een patiënt met een enkelvoudige dissociatie heeft moeite met één taak,
maar niet met een andere, vergelijkbare taak.




Visuele waarneming
Primaire sensorische Dit is het eerste gebied in de hersenschors waar sensorische informatie
cortex (V1) terechtkomt. Hier wordt de informatie op een heel basale manier verwerkt.

, Bv: bij de visuele cortex wordt informatie over helderheid, kleur en vorm
verwerkt (unimodaal)
Secundaire sensorische Hier wordt de informatie die in de primaire cortex is verwerkt, verder
cortex geanalyseerd en geïnterpreteerd. In dit gebied worden bijvoorbeeld
gezichten, objecten en geluiden herkend.
Tertiaire sensorische Dit is het meest complexe niveau van verwerking. Hier wordt de informatie
cortex uit verschillende zintuigen geïntegreerd (mulitmodaal)
Unimodaal Basale verwerking van 1 soort sensorische informatie.
Multimodaal Visuele informatie wordt gecombineerd met informatie uit andere zintuigen.
Sequentiële verwerking Het zich achter elkaar voltrekken van gebeurtenissen, niveaus van
verwerking (primair, secundair & tertiaire).
Bottom up verwerking We beginnen we met de meest basale sensorische informatie en bouwen we
daar geleidelijk een complexer beeld van de wereld om ons heen op (van
detail naar geheel).
Top down verwerking We maken gebruik van onze bestaande kennis, verwachtingen en context
om de binnenkomende informatie te interpreteren (van geheel naar details).
Kegeltjes Lichtgevoelige cel in de retina: heeft veel licht nodig, kleurwaarneming
Staafjes Lichtgevoelige cel in de retina: heeft weinig licht nodig, ongevoelig voor
kleurinfo
Magnocellulaire (M-cellen) Ganglioncel: Beweging
Parvocellulaire (P-cellen) Ganglioncel: Vorm, kleur, textuur
Nervus opticus Oogzenuw gevormd door axonen van de ganglioncellen. Sturen info van de
ogen naar de hersenen.
Optisch chiasme Kruisen van de zenuwbanen (zorgt ervoor dat we 1 beeld en diepte
waarnemen)
Nucleus geniculatis Het zorgt ervoor dat de beelden die je ogen opvangen op de juiste manier
lateralis (NGL) van de worden verwerkt, zodat je een helder en gedetailleerd beeld van de wereld
thalamus om je heen hebt.
Optisch radiatie Fungeert als een soort 'snelweg' voor visuele informatie. Ze zorgt ervoor dat
de visuele signalen snel en efficiënt naar de juiste plek in de hersenen
worden gebracht.
Ventrale route Occipetale-temporale route, WAT route, herkennen van personen en
objecten. Input P-cellen (vorm, kleur, textuur).
Dorsale route Occipeto-parietale route, WAAR/HOE route, belangrijk bij visuospatiële
verwerking, lokalisatie van objecten in de ruimte en aansturing van visueel
gestuurde bewegingen naar objecten. Input M-cellen (beweging).
V1 Contrast
V3 Perceptie en vorm
V4 Kleurperceptie
V5 Verwerking van (snelle) bewegingen
Primaire schets In dit stadium worden de randen, contouren en basisvormen in de visuele
input gedetecteerd. Het is alsof je een lijntekening maakt van wat je ziet.
Perceptuele categorisatie De hersenen gaan op zoek naar patronen en groeperen elementen van de
primaire schets om betekenisvolle objecten te vormen.

, Percept De visuele informatie is volledig geïnterpreteerd en we hebben een
coherent en betekenisvol beeld van de wereld om ons heen.
Closure Het construeren van figuren uit minimale info. Soms ontbreekt er informatie
in een afbeelding. Toch kunnen we vaak het ontbrekende deel invullen en
een volledig beeld vormen (Kanizsa driehoek)
Gestaltpsychologie Dingen die op elkaar lijken, zoals kleur, vorm of beweging, worden bij elkaar
gezet. Manier om de wereld te ordenen en betekenis te geven aan wat we
zien.
Viewer centered De manier waarop we iets zien, wordt beïnvloed door onze positie ten
opzichte van het object. = perspectiefafhankelijk
Lagere orde stoornissen Stoornissen in de primaire verwerking  ‘Anopsie’

- Visueel velddefect
- Stoornissen in gezichtsscherpte, contrastgevoeligheid en licht-
donkeradaptatie
- Stoornissen in de kleurwaarneming
- Stoornissen in de bewegingswaarneming

Anopsie Uitval in het gezichtsveld

Homonieme gezichtsuitval Helft van het gezichtsveld in beide ogen verliezen (als de linkerhelft van het
gezichtsveld in het ene oog is uitgevallen, is ook de linkerhelft van het
gezichtsveld in het andere oog uitgevallen).

Hemianopsie Men is blind voor de helft van het gezichtsveld (geen sprake van
(visueel velddefect) anosognosie). Problemen met waarnemings- of sensorisch systeem.

Anosognosie Geen ziekte-inzicht hebben.

Kwadrantanopsie Men is blind voor een kwart van het gezichtsveld
(visueel velddefect)
Scotoom Men is blind voor een klein deel van de wereld vb. witte vlek
(visueel velddefect)
Stoornissen in de Nagaan obv visus (= maat voor kleinste detail dat iemand kan
gezichtsscherpte onderscheiden)
Snellenkaart: V=d/D  V=1: normaal zicht, V<=0,3: slechtziend, V=0,1:
blindheid

Stoornissen in de Moeite om de stimulus van de achtergrond te onderscheiden
contrastgevoeligheid
Stoornissen in de Problemen met de aanpassing aan de verschillende lichtsterktes in de
licht/donker adaptatie omgeving.

Stoornissen in de Problemen met kleurperceptie (stoornis in de V4)
kleurwaarneming
Cerebrale achromatopsie Probleem V4 gebied: kleuren kunnen niet waargenomen, benoemd en/of
gesorteerd worden. Grijstinten kunnen wel gezien en gesorteerd worden

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
11 months ago

Almost everything is in it!

11 months ago

Thanks for the response! :)

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
ameliedekerf Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
27
Member since
2 year
Number of followers
6
Documents
13
Last sold
1 day ago

3.0

3 reviews

5
1
4
0
3
1
2
0
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions