§6.1
In organische chemie zitten koolstofverbindingen, nu wordt het ook wel koolstofchemie genoemd. Er
bestaan echter zoveel koolstofverbindingen, dat het is gesorteerd in meerdere klassen: waarvan
koolwaterstoffen er één van zijn.
In de klasse koolwaterstoffen zitten ook weer verschillende groepen:
- Homologe reeksen (verhouding tussen C- en H-atomen) → alkanen:
CnH2n+2, alkenen: CnH2n, alkynen (driedubbele binding) / alkadieen (twee
dubbele bindingen): CnH2n-2
- Onvertakt en vertakt → onvertakt: elk C-atoom is verbonden met één of
twee andere C-atomen, onvertakt: minstens één C-atoom is verbonden
met drie of vier andere C-atomen. Bij een verschijnsel dat een stof, zoals
C4H10 zowel vertakt als onvertakt kan zijn → isomerie. De twee
verschillende stoffen zijn dan isomeren van elkaar.
- Verzadigd en onverzadigd → verzadigd: er komen alleen enkele atoombindingen voor
tussen C-atomen, onverzadigd: er komen één of meerdere dubbele bindingen voor
tussen C-atomen
- Cyclisch → een ring van C-atomen komt voor
- Aromaat → ringstructuur die is afgeleid van de stof benzeen:
, §6.2
Bij systematische naamgeving wordt een structuurformule als woord geschreven. Voordat je het
stappenplan hieronder echter kan gebruiken, moet de naamgeving van vertakkingen van alkanen al
bekend zijn, dit noem je alkylgroepen.
Stappenplan voor systematische namen:
1. Zoek de langste onvertakte keten van C-atomen op,
vervolgens zoek je naar de alkaan met evenveel C-
atomen in de Binas.
Antwoord: hexaan
2. Nummer de C-atomen van deze langste keten om te
bepalen waar de zijgroepen zich lokeren, Dit kan bij
links beginnen, maar ook bij rechts. Het eerste getal
moet het kleinste getal mogelijk zijn, wat je vertelt
aan welke kant je moet beginnen.
Antwoord: 2, 2, 4
3. De zijgroepen worden vóór de naam van de hoofdketen benoemd, waar de nummering van
aan welke C het vastzit nog daarvoor wordt benoemd.
Antwoord: 2 = methylgroep, 2 = methylgroep, 4 = ethylgroep
4. Als een zijgroep meerdere keren voorkomt, gebruik je een voorvoegsel, zoals di, tri of tetra
Antwoord: dimethyl
5. Als er meerdere zijgroepen zijn, begint de zijgroep die als eerst voorkomt in het alfabet
Antwoord: ethyl komt voor dimethyl
6. Getallen worden gescheiden door komma’s en een getal en letter worden gescheiden door een
streepje
Eindantwoord: 4-ethyl-2,2-dimethylhexaan
Er zijn echter uitzonderingen bij dit stappenplan, zoals bij alkenen:
In organische chemie zitten koolstofverbindingen, nu wordt het ook wel koolstofchemie genoemd. Er
bestaan echter zoveel koolstofverbindingen, dat het is gesorteerd in meerdere klassen: waarvan
koolwaterstoffen er één van zijn.
In de klasse koolwaterstoffen zitten ook weer verschillende groepen:
- Homologe reeksen (verhouding tussen C- en H-atomen) → alkanen:
CnH2n+2, alkenen: CnH2n, alkynen (driedubbele binding) / alkadieen (twee
dubbele bindingen): CnH2n-2
- Onvertakt en vertakt → onvertakt: elk C-atoom is verbonden met één of
twee andere C-atomen, onvertakt: minstens één C-atoom is verbonden
met drie of vier andere C-atomen. Bij een verschijnsel dat een stof, zoals
C4H10 zowel vertakt als onvertakt kan zijn → isomerie. De twee
verschillende stoffen zijn dan isomeren van elkaar.
- Verzadigd en onverzadigd → verzadigd: er komen alleen enkele atoombindingen voor
tussen C-atomen, onverzadigd: er komen één of meerdere dubbele bindingen voor
tussen C-atomen
- Cyclisch → een ring van C-atomen komt voor
- Aromaat → ringstructuur die is afgeleid van de stof benzeen:
, §6.2
Bij systematische naamgeving wordt een structuurformule als woord geschreven. Voordat je het
stappenplan hieronder echter kan gebruiken, moet de naamgeving van vertakkingen van alkanen al
bekend zijn, dit noem je alkylgroepen.
Stappenplan voor systematische namen:
1. Zoek de langste onvertakte keten van C-atomen op,
vervolgens zoek je naar de alkaan met evenveel C-
atomen in de Binas.
Antwoord: hexaan
2. Nummer de C-atomen van deze langste keten om te
bepalen waar de zijgroepen zich lokeren, Dit kan bij
links beginnen, maar ook bij rechts. Het eerste getal
moet het kleinste getal mogelijk zijn, wat je vertelt
aan welke kant je moet beginnen.
Antwoord: 2, 2, 4
3. De zijgroepen worden vóór de naam van de hoofdketen benoemd, waar de nummering van
aan welke C het vastzit nog daarvoor wordt benoemd.
Antwoord: 2 = methylgroep, 2 = methylgroep, 4 = ethylgroep
4. Als een zijgroep meerdere keren voorkomt, gebruik je een voorvoegsel, zoals di, tri of tetra
Antwoord: dimethyl
5. Als er meerdere zijgroepen zijn, begint de zijgroep die als eerst voorkomt in het alfabet
Antwoord: ethyl komt voor dimethyl
6. Getallen worden gescheiden door komma’s en een getal en letter worden gescheiden door een
streepje
Eindantwoord: 4-ethyl-2,2-dimethylhexaan
Er zijn echter uitzonderingen bij dit stappenplan, zoals bij alkenen: