Samenvatting Internationale Economie
In deze cursus (module) Internationale Economie (afgekort als IE) komt de theorie
achter de internationale handel alsmede de effecten van de globalisering op de welvaart van landen,
waaronder Nederland in het bijzonder, uitgebreid aan bod. Er wordt o.a. aandacht geschonken aan de
meting van het verschijnsel globalisering in termen van grensoverschrijdende handel en investeringen
(plus beleggingen), het registreren van internationale geldstromen op de betalingsbalans, de werking van
de valutamarkt, wisselkoerstheorieën en het managen valuta- en landenrisico’s.
De verplichte literatuur bij deze cursus is de 8ste druk ( 2020) van het boek “Geld, Internationale
Economische betrekkingen en bedrijfsomgeving” geschreven door W. Hulleman en A. Marijs en
uitgegeven door Noordhoof (isbn: 978-90-01-59098-7). Dit boek wordt in de cursus door de docent
aangeduid met de term theorieboek (TB).
Bij dit theorieboek hoort een ondersteunende website ( www.geldieb.noordhoff.nl) met extra oefenstof.
Maar van deze online studiehulp kun je alleen gebruik maken door de unieke toegangscode in te voeren
die aan binnenkant van de boekomslag is te vinden.
Uit dit theorieboek dienen bestudeerd te worden de hoofdstukken 3, 4, 6, 8 en 9. In de colleges ligt het
accent op de hoofdstukken 3,4 en 8. De hoofdstukken 6 en 9 zijn zelfstudie.
Leerstofinhoud van deze cursus betreft de zojuist genoemde hoofdstukken uit het theorieboek alsmede
de studieteksten, oefentaken en artikelen op Moodle. In de hoorcolleges ligt het accent op de theorie en
in de instructie-/werkcolleges de toepassing daarvan.
Weekindeling:
week Thema/onderwerp hoofdstuk opmerkin
g
01 Globalisering H 3 - § 3.1 en 3.2
02 Handelstheorieën H 3 - § 3.3
03 Betalingsbalans H 3 - § 3.4 en 3.5
04 Valutamarkt en contante koers H 4 - § 4.1 en 4.2
05 Termijnkoersen H 4 - § 4.1 en 3.2
06 Valutarisicobeheer H 8 -§ 8.1 t/m 8.5
07 Handelspolitiek en H 6 -§ 6.1 t/m 6.3
protectionisme
08 Uitloop en/of tentamentraining
, Toetsing
Deze cursus wordt afgerond met een schriftelijke toets van 120 minuten.
Leerdoelen
Na bestudering van het vak Internationale Economie (IE) is de student in staat om:
1. het verschijnsel globalisering te omschrijven en nader te duiden vanuit zowel een politiek,
cultureel als economisch perspectief;
2. de verschillende vormen van globalisering in economisch opzicht te benoemen, te
omschrijven en af te bakenen;
3. de positie van Nederland als handelsnatie nader te duiden in termen van internationale
concurrentiepositie, werkgelegenheid, toegevoegde waarde en goederen- en geografische
structuur;
4. het globaliseringsproces vanuit verschillende (traditionele) handelstheorieën te verklaren
en te becommentariëren;
5. het internationalisatieproces van (multinationale) ondernemingen te verklaren uit
verschillende investeringstheorieën en te becommentariëren;
6. aan te geven hoe internationale transacties verwerkt worden op de betalingsbalans en wat
hiervan de impact is op de geldhoeveelheid en de wisselkoers van de eigen valuta;
7. de hoogte van de wisselkoers te verklaren en te analyseren uit internationale inflatie- en
renteverschillen;
8. de vormen, oorzaken, gevolgen en risico’s van protectionisme te benoemen en nader toe
te lichten;
9. risico’s samenhangend met internationaal zaken op gebied van rente en valuta te
benoemen en aan te geven op welke wijze deze kunnen worden ingedekt, dan wel kunnen
worden beperkt;
10. de elementen van een landenrisicoanalyse in hun onderlinge samenhang te beschrijven en
eventueel toe te passen op een concrete casus.
In deze cursus (module) Internationale Economie (afgekort als IE) komt de theorie
achter de internationale handel alsmede de effecten van de globalisering op de welvaart van landen,
waaronder Nederland in het bijzonder, uitgebreid aan bod. Er wordt o.a. aandacht geschonken aan de
meting van het verschijnsel globalisering in termen van grensoverschrijdende handel en investeringen
(plus beleggingen), het registreren van internationale geldstromen op de betalingsbalans, de werking van
de valutamarkt, wisselkoerstheorieën en het managen valuta- en landenrisico’s.
De verplichte literatuur bij deze cursus is de 8ste druk ( 2020) van het boek “Geld, Internationale
Economische betrekkingen en bedrijfsomgeving” geschreven door W. Hulleman en A. Marijs en
uitgegeven door Noordhoof (isbn: 978-90-01-59098-7). Dit boek wordt in de cursus door de docent
aangeduid met de term theorieboek (TB).
Bij dit theorieboek hoort een ondersteunende website ( www.geldieb.noordhoff.nl) met extra oefenstof.
Maar van deze online studiehulp kun je alleen gebruik maken door de unieke toegangscode in te voeren
die aan binnenkant van de boekomslag is te vinden.
Uit dit theorieboek dienen bestudeerd te worden de hoofdstukken 3, 4, 6, 8 en 9. In de colleges ligt het
accent op de hoofdstukken 3,4 en 8. De hoofdstukken 6 en 9 zijn zelfstudie.
Leerstofinhoud van deze cursus betreft de zojuist genoemde hoofdstukken uit het theorieboek alsmede
de studieteksten, oefentaken en artikelen op Moodle. In de hoorcolleges ligt het accent op de theorie en
in de instructie-/werkcolleges de toepassing daarvan.
Weekindeling:
week Thema/onderwerp hoofdstuk opmerkin
g
01 Globalisering H 3 - § 3.1 en 3.2
02 Handelstheorieën H 3 - § 3.3
03 Betalingsbalans H 3 - § 3.4 en 3.5
04 Valutamarkt en contante koers H 4 - § 4.1 en 4.2
05 Termijnkoersen H 4 - § 4.1 en 3.2
06 Valutarisicobeheer H 8 -§ 8.1 t/m 8.5
07 Handelspolitiek en H 6 -§ 6.1 t/m 6.3
protectionisme
08 Uitloop en/of tentamentraining
, Toetsing
Deze cursus wordt afgerond met een schriftelijke toets van 120 minuten.
Leerdoelen
Na bestudering van het vak Internationale Economie (IE) is de student in staat om:
1. het verschijnsel globalisering te omschrijven en nader te duiden vanuit zowel een politiek,
cultureel als economisch perspectief;
2. de verschillende vormen van globalisering in economisch opzicht te benoemen, te
omschrijven en af te bakenen;
3. de positie van Nederland als handelsnatie nader te duiden in termen van internationale
concurrentiepositie, werkgelegenheid, toegevoegde waarde en goederen- en geografische
structuur;
4. het globaliseringsproces vanuit verschillende (traditionele) handelstheorieën te verklaren
en te becommentariëren;
5. het internationalisatieproces van (multinationale) ondernemingen te verklaren uit
verschillende investeringstheorieën en te becommentariëren;
6. aan te geven hoe internationale transacties verwerkt worden op de betalingsbalans en wat
hiervan de impact is op de geldhoeveelheid en de wisselkoers van de eigen valuta;
7. de hoogte van de wisselkoers te verklaren en te analyseren uit internationale inflatie- en
renteverschillen;
8. de vormen, oorzaken, gevolgen en risico’s van protectionisme te benoemen en nader toe
te lichten;
9. risico’s samenhangend met internationaal zaken op gebied van rente en valuta te
benoemen en aan te geven op welke wijze deze kunnen worden ingedekt, dan wel kunnen
worden beperkt;
10. de elementen van een landenrisicoanalyse in hun onderlinge samenhang te beschrijven en
eventueel toe te passen op een concrete casus.