NEUROLOGISCHE PROBLEMEN
Inleiding
Opname op intensieve zorgen
Neuro-observaties
= na conservatief trauma, met al dan niet direct een vermindering van
bewustzijn tot gevolg.
Soms minimale letsel zonder chirurgische ingreep.
Soms secundaire problemen: zwelling en oedeemvorming.
24-uurmonitoring bij achteruitgang van neurologische toestand.
Postoperatief na een geplande ingreep
= meestal bij hersentumor of cyste die verwijderd moet worden.
Kans op bloeding of oedeem.
Deze patiënten worden sneller wakker gemaakt na hun operatie.
Anatomie en pathologie
Anatomie
Hersenvliezen
= hersenen en ruggenmerg zijn omgeven door 3 vliezen
Pia mater (binnenste hersenvlies): volgt alle plooien van de cortex.
Arachnoïdea (middelste hersenvlies): gevuld met cerebrospinaal vocht.
Dura mater
o Falx cerebri: stulping tussen 2 hemisferen.
o Tentorium cerebelli: stulpt in tussen de grote en kleine hersenen.
Cerebrospinaal vocht
= liquor cerebrospinalis
Productie
o In hersenventrikels: langs openingen in het 4 e ventrikel komt CSF
terecht in subarachnoïdale ruimte en wervelkanaal.
o Continu productie: 0,5L per dag of 20ml per uur.
Hoeveelheid: 150ml.
Resorptie gebeurt in subarachnoïdale ruimte: zo wordt het teruggegeven
aan het veneuze systeem.
Functies
o Mechanische buffer
o Thermische buffer
o Transportfunctie
Pathologie
Hersenbloedingen
Subduraal = bloedding tussen dura mater en arachnoïdea: 2 vormen.
bloeding
, Acute subduraal bloeding
= veroorzaakt een plotse overdruk en zwelling van de hersenen waardoor
patiënt sterft door inklemming.
Chronische subduraal bloeding
= bloeding door een klein ongeval: ontwikkelt zich traag en sluimerend.
Intracerebrale = bloeding in het hersenweefsel zelf: 2 vormen.
bloeding
Secundaire intracerebrale bloeding
= door onderliggende structurele afwijking (bv. tumor).
Primaire intracerebrale bloeding
= zonder duidelijke oorzaak: een beperkte bloeding zal spontaan resorberen
en kan conservatief behandeld worden met intensieve observatie.
Epidurale = extraduraal bloeding: direct boven de dura mater en onder schedelbot.
bloeding
Subarachnoïda = bloeding in subarachnoïdale ruimte: vaak door een gesprongen aneurysma
le bloeding globale drukverhoging in het hoofd.
Hersenschudding vs. hersencontusie
Hersenschudding: zowel coup als countre-coup krijgen.
o Oorzaak: acceleratie-deceleratie reactie van het hersenweefsel.
o Coup: directe inwerking van de slag
o Countre-coup: weerbotst aan de andere kant van de schedel.
Hersencontusie: meer schade door acceleratie-deceleratie reactie
o Er zijn multiple kleine bloedingen en de contusiehaarden zijn t.h.v.
de hersenstam.
Hersenoedeem
= het zwellen van de hersenen t.g.v. water dat in de hersencellen binnendringt
(= cytotoxisch hersenoedeem) of bloedplasma (= vasogeen hersenoedeem).
Cytotoxisch hersenoedeem: treedt heel snel op na een trauma.
Vasogeen hersenoedeem: treedt pas na enkele dagen op.
Oorzaak: verstoring van natrium-kalium pomp en retentie van water.
Behandeling: toediening van corticoïden of Mannitol.
geen ziekte op zichzelf, maar een begeleidend verschijnsel van
andere aandoeningen.
Aneurysma’s en AVM’s
Aneurysma: verwijding van bloedvat op verzwakte vaatwand.
o Oorzaak: meestal aangeboren
o Risicofactoren: hoge bloeddruk, diabetes, roken, hoge cholesterol
enz.
o Kan zich ontwikkelen tot hersenbloeding subarachnoïdaal.
AVM of arterio-veneuze malformatie: misvorming in een kluwen van
bloedvaten bestaande uit aders en slagaders.
o Oorzaak: aangeboren.
o Kan zich ontwikkelen tot hersenbloeding intracerebraal of
subarachnoïdaal.
Inleiding
Opname op intensieve zorgen
Neuro-observaties
= na conservatief trauma, met al dan niet direct een vermindering van
bewustzijn tot gevolg.
Soms minimale letsel zonder chirurgische ingreep.
Soms secundaire problemen: zwelling en oedeemvorming.
24-uurmonitoring bij achteruitgang van neurologische toestand.
Postoperatief na een geplande ingreep
= meestal bij hersentumor of cyste die verwijderd moet worden.
Kans op bloeding of oedeem.
Deze patiënten worden sneller wakker gemaakt na hun operatie.
Anatomie en pathologie
Anatomie
Hersenvliezen
= hersenen en ruggenmerg zijn omgeven door 3 vliezen
Pia mater (binnenste hersenvlies): volgt alle plooien van de cortex.
Arachnoïdea (middelste hersenvlies): gevuld met cerebrospinaal vocht.
Dura mater
o Falx cerebri: stulping tussen 2 hemisferen.
o Tentorium cerebelli: stulpt in tussen de grote en kleine hersenen.
Cerebrospinaal vocht
= liquor cerebrospinalis
Productie
o In hersenventrikels: langs openingen in het 4 e ventrikel komt CSF
terecht in subarachnoïdale ruimte en wervelkanaal.
o Continu productie: 0,5L per dag of 20ml per uur.
Hoeveelheid: 150ml.
Resorptie gebeurt in subarachnoïdale ruimte: zo wordt het teruggegeven
aan het veneuze systeem.
Functies
o Mechanische buffer
o Thermische buffer
o Transportfunctie
Pathologie
Hersenbloedingen
Subduraal = bloedding tussen dura mater en arachnoïdea: 2 vormen.
bloeding
, Acute subduraal bloeding
= veroorzaakt een plotse overdruk en zwelling van de hersenen waardoor
patiënt sterft door inklemming.
Chronische subduraal bloeding
= bloeding door een klein ongeval: ontwikkelt zich traag en sluimerend.
Intracerebrale = bloeding in het hersenweefsel zelf: 2 vormen.
bloeding
Secundaire intracerebrale bloeding
= door onderliggende structurele afwijking (bv. tumor).
Primaire intracerebrale bloeding
= zonder duidelijke oorzaak: een beperkte bloeding zal spontaan resorberen
en kan conservatief behandeld worden met intensieve observatie.
Epidurale = extraduraal bloeding: direct boven de dura mater en onder schedelbot.
bloeding
Subarachnoïda = bloeding in subarachnoïdale ruimte: vaak door een gesprongen aneurysma
le bloeding globale drukverhoging in het hoofd.
Hersenschudding vs. hersencontusie
Hersenschudding: zowel coup als countre-coup krijgen.
o Oorzaak: acceleratie-deceleratie reactie van het hersenweefsel.
o Coup: directe inwerking van de slag
o Countre-coup: weerbotst aan de andere kant van de schedel.
Hersencontusie: meer schade door acceleratie-deceleratie reactie
o Er zijn multiple kleine bloedingen en de contusiehaarden zijn t.h.v.
de hersenstam.
Hersenoedeem
= het zwellen van de hersenen t.g.v. water dat in de hersencellen binnendringt
(= cytotoxisch hersenoedeem) of bloedplasma (= vasogeen hersenoedeem).
Cytotoxisch hersenoedeem: treedt heel snel op na een trauma.
Vasogeen hersenoedeem: treedt pas na enkele dagen op.
Oorzaak: verstoring van natrium-kalium pomp en retentie van water.
Behandeling: toediening van corticoïden of Mannitol.
geen ziekte op zichzelf, maar een begeleidend verschijnsel van
andere aandoeningen.
Aneurysma’s en AVM’s
Aneurysma: verwijding van bloedvat op verzwakte vaatwand.
o Oorzaak: meestal aangeboren
o Risicofactoren: hoge bloeddruk, diabetes, roken, hoge cholesterol
enz.
o Kan zich ontwikkelen tot hersenbloeding subarachnoïdaal.
AVM of arterio-veneuze malformatie: misvorming in een kluwen van
bloedvaten bestaande uit aders en slagaders.
o Oorzaak: aangeboren.
o Kan zich ontwikkelen tot hersenbloeding intracerebraal of
subarachnoïdaal.