H1: SITUERING, DOELSTELLING, KRACHTLIJNEN, KRITIEK EN VOORUITZICHTEN
FUNCTIES VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
SCHADEHERSTEL VAN SLACHTOFFERS
= basisfunctie
Het principe is dat de schade integraal wordt vergoed. Vanzelfsprekend kan het aansprakelijkheidsrecht niet in alle gevallen
schade vergoeden.
Afweging van belangen. Twee belangen staan hier tegenover elkaar: vrijheid behoefte aan zekerheid.
Inherente beperking: idealiter zou het geleden leed in natura moeten worden hersteld. In vele gevallen is dit onmogelijk en
krijg je een som geld, je krijgt dus slechts een substituut voor het leed.
PREVENTIE
Belangrijke functie is het voorkomen van schadegevallen. Het is een dreiging, voor bepaalde handelingen zoals opzet, is de
preventieve werking van de civielrechtelijke aansprakelijkheid echter gering, het strafrecht is daar beter voor uitgerust.
Is aansprakelijkheidsrecht wel geschikt als preventie? Is het strafrecht niet beter? Hier bestaat twijfel rond
Wordt bekritiseerd: doet het er eigenlijk toe wat voor fout er werd begaan? het principe blijft de integrale
schadevergoeding willen. Maar de aansprakelijkheidsverzekering kan juist als preventie
SCHADESPREIDING
Als 1 individu heel zware schade heeft veroorzaakt zal de verzekeraar de schade onder verschillende verzekeraars spreiden.
REGLEMENTERENDE/NORMATIEVE FUNCTIE
Schadebegrip is zo breed.
Voorbeeld: informatieplichten bestonden vroeger niet en heeft dit nu opgelegd aan allerlei rechtssubjecten.
KRITIEK OP HET HUIDIGE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
EEN INCOHERENT EN VERSNIPPERD SYSTEEM
Je vindt het volledig aansprakelijkheidsrecht niet in boek 6 BW, je moet ook nog in bijzondere wetten kijken.
Voorbeeld: art. 29bis WAM
EEN DISCRIMINATOIR EN ONRECHTVAARDIG SYSTEEM
Mattheus-effect: vooral de rijke burgers sluiten een aansprakelijkheidsverzekering, minder kapitaal krachtige mensen hebben
dit niet en zullen dus zelf hun veroorzaakte schade moeten vergoeden.
EEN DUUR EN TRAAG SYSTEEM
Komen vaak voor de rechtbank.
1
,H3: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN BOEK 6 BW
TOEPASSINGSGEBIED
Van toepassing op zowel natuurlijke personen als op rechtspersonen.
AANVULLEND RECHT
99% van de bepalingen zijn van AR afwijking mogelijk
NIET-EXCLUSIEVE WERKING
Het feit dat boek 6 van toepassing is, belet niet dat ook een andere wetbepaling van toepassing kan zijn.
Het kan wel zijn dat een andere wet voorrang heeft op 1382 oud BW voorbeeld: arbeidsongevallenwet
OVERGANGSBEPALING EN INWERKINGTREDING
OVERGANGSBEPALING
Van toepassing op feiten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden en die zich hebben voorgedaan na de inwerkingtreding van
deze wet.
INWERKINGTREDING
1 januari 2025
DEEL 2: DE SITUERING VAN HET BCA T.A.V. ANDERE
RECHTSTAKKEN
H1: DE VERHOUDING BA EN STRAF(PROCES)RECHT
INLEIDING
De strafrechter zal voor een stuk ook het aansprakelijkheidsrecht moeten toepassen.
VERSCHILPUNTEN TUSSEN DE BCA EN SFRA
AARD VAN DE BEPALINGEN, VERSCHILLENDE DOELSTELLINGEN EN DE BEOORDELING IN ABSTRACTO EN IN
CONCRETO
Strafwetten zijn van OO, BCA is van aanvullend recht.
Wettelijke beteugeling.
Dader van het misdrijf wordt beoordeeld in concreto en de strafrechter heeft veel beoordelingsvrijheid.
In BCA is schadevergoeding de eerste doelstelling en gaat het om een beoordeling in abstracto. Het principe is een
integrale schadevergoeding.
HET MORELE/SUBJECTIEVE BESTANDDEEL: WEL EN NIET VEREIST
Strafrecht: moreel en materieel bestanddeel vereist.
Boek 6 BW zegt dat het moreel bestanddeel niet langer vereist is. Materieel bestanddeel volstaat.
Moreel bestanddeel = dat de dader in staat was om bewust en uit vrije wil te handelen.
2
,HET FOUTBEGRIP: EEN RIJKERE INHOUD IN HET BCA
Civielrechtelijke fout = inbreuk op de zorgvuldigheidsnorm die op een bepaald moment in het maatschappelijk verkeer geldt.
(veel beoordelingsvrijheid)
Strafrechtelijke fout = een inbreuk op de strafwet (als het niet in de strafwet staat, kan er geen inbreuk worden vastgesteld)
DE AARD VAN DE FOUT BIJ ONOPZETTELIJKE MISDRIJVEN/CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Nieuw boek 1 Sw.
Waar vroeger de CR-fout samenviel met de SR-fout, is het nu niet meer het geval. In boek 1 Sw. worden de misdrijven van
onopzettelijke aard ondergebracht in het moreel bestanddeel van de zware fout voor BCA volstaat de lichtste fout, wat maakt
dat ze niet meer samenvallen.
Zware fout = een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid. (zegt niet veel)
HET PERSOONLIJKE KARAKTER VAN DE STRAF EN DE CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR
ANDERMANS DAAD
Straf heeft een persoonlijk karakter
VERVAL VAN DE BURGERLIJKE VORDERING EN DE STRAFVORDERING
In BCA: schadeverwekker sterft? niet noodzakelijk einde van het proces, rechtsopvolgers kunnen worden aangesproken.
In Strafrecht is dit niet het geval: wanneer de schadeverwekker sterft, vervalt de voldering
RAAKVLAKKEN TUSSEN HET STRAF(PROCES)RECHT EN HET CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
KEUZERECHT TUSSEN BURGERLIJKE RECHTER EN STRAFRECHT
Er moet wel sprake zijn van een strafrechtelijk misdrijf.
Je kan niet terugkomen op die keuze.
“Electa una via non datur recursus ad alteram”, MAAR
Cass. 27 mei 1943: hier is op deze spreuk op teruggekomen, zodat er wel een keuze kan worden gemaakt.
DE SCHORSING VAN HET BURGERLIJK PROCES
Het zou kunnen dat de strafrechter en de burgerlijke rechter een andere beslissing nemen
“le criminel tient le civil en état” (burgerlijke procedure schorsen totdat de strafrechter een uitspraak heeft gedaan)
MAAR: Opschortingsplicht geldt enkel nog wanneer er gevaar bestaat bij onverenigbaarheid tussen de strafrechter en de
burgerlijke rechter.
HET GEZAG VAN HET STRAFRECHTELIJK GEWIJSDE
Staat in geen enkele wetsbepaling, maar is een ARB (Cass.)
ALGEMENE PRINCIPES
Burgerlijke rechter is gebonden met de uitspraak van de strafrechter
Het is van OO, omdat de strafvordering wordt uitgeoefend in het belang van de samenleving.
Moet ambtshalve door de rechter worden ingeroepen.
Erga omnes-karakter
3
,VOORWAARDEN
Eindbeslissing van de strafrechter
Geldt enkel voor wat de strafrechter zeker en noodzakelijk heeft beslist
RELATIVERING 1: EINDE VAN HET ERGA OMNES KARAKTER VOOR PARTIJEN VREEMD AAN DE STRAFPROCEDURE
1. Stappersarrest
2. Evolutie na het Stappersarrest
3. Concrete gevolgen voor de partijen
Cass. Stappersarrest
- Feiten: meneer Stappers (auto) moet uitwijken voor meneer Paspond (bromfiets) die fout voorgesorteerd staat.
Hierdoor botst S tegen L (een andere auto).
- Corr.: oordeelt dat P juist voorgesorteerd stond. L stelt een burgerlijke procedure in tegen Stappers.
- HvB: zegt dat het gebonden is door wat de strafrechter heeft vastgesteld. Paspond beging geen fout, dus oordeelt dat
Stappers op de verkeerde plek heeft gereden en daardoor L heeft aangereden.
- Cass.: 2 beginselen (ARB van het strafrechtelijk gezag van gewijsde & recht op eerlijke behandeling van een zaak art. 6
EVRM). EVRM heeft voorrang en dus strafrechtelijk gewijsde geldt niet erga omnes.
H2: DE VERHOUDING BCA EN VERBINTENISSENRECHT
Voorbeeld: Contract tussen A en B: beheerst door boek 5, maar kan hier boek 6 inbreken?
Maar er is een exoneratiebeding tussen hun, dus A kan C (hulppersoon) aanspreken.
Cass. Stuwadoorsarrest: samenloop en coëxistentie
buitencontractuele aansprakelijkheid als de tekortkoming voortvloeit uit een contractuele relatie.
- Feiten: Er is een vervoerscontract tussen A en B. Er moet een Hydraulische draaimachine worden vervoerd van Antwerpen
naar New York. Hoofdschuldenaar doet een beroep op een hulppersoon in dit geval een stuwadoor om de draaimachine op
een schip te krijgen. Machine valt naar beneden. Fabrikant heeft verzekering gesloten voor schade aan materialen en wordt
vergoed door de verzekeraar. Verzekeraar beroept zich op 1382 BW tegen de stuwadoor.
- HvB: Verklaart de vordering gedeeltelijk gegrond.
- Cass.: Vernietigt deze beslissing, HvB heeft niet vastgesteld of de aan de stuwadoor verweten fout en de hierdoor
veroorzaakte schade vreemd zijn aan de uitvoering van de overeenkomst. Coëxistentie van aansprakelijkheid. Aangestelde is
t.o.v. de partijen geen derde. Tussen de fabrikant en hulppersoon bestaat geen contract. Door het feit dat er geen contract
is kan de aangestelde niet contractueel aansprakelijk worden gesteld. Dus dan kan je, je beroepen op BCA. De fout moet dan
een schending zijn van een aan iedereen opgelegde plicht.
De hulppersoon die in 2 hoedanigheden kan optreden (aangestelde of uitvoeringsproducent) is ten aanzien van de
medecontractant van de vervoerder geen derde. C is ten aanzien van A geen contractant en ook geen derde.
DE VERSCHILPUNTEN TUSSEN DE CA EN BCA
DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE DOOR EEN GEBREKKIGE ZAAK
Stelt een resultaatsverbintenis voor.
Voorbeeld: tandarts gebruikt gebrekkig voorwerp, hij kan aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen als hij overmacht kan aantonen.
Gebrekkige zaak = wanneer het niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten.
Art. 6.17 BW: aansteller is aansprakelijk voor de fouten van zijn aangestelden
VERJARING
4
,CA: 10j
BCA: dubbele verjaringstermijn: 5j (discovery rule) en 20j (statute of repose)
Dus een verschil
INTERNATIONALE BEVOEGDHEID VAN DE BELGISCHE RECHTER
Wordt geregeld in de Brussel Ibis-verordening.
Contractuele rechtsvordering: partijen kunnen een bepaalde rechter overeenkomen of rechter is bevoegd van de plaats waar de
verbintenis moet worden uitgevoerd
Onrechtmatige daad: geding kan worden ingeleid op de plaats waar het schadeveroorzakend feit zich heeft voorgedaan.
Exclusieve bevoegdheidsgronden van Brussel Ibis:
- Verzekerde
- Consument
- Werknemer
deze kunnen een proces inleiden in het land van hun woon- of verblijfplaats
Voorbeeld: in Engeland zijn er lange wachtlijsten voor een operatie Engelse patiënt komt naar België. Operatie is goed
verlopen en vertrekt terug naar Londen, maar is absoluut niet tevreden over de ingreep. kan dus geding instellen voor de
Londense rechtbank.
TOEPASSELIJK RECHT BIJ INTERNATIONAALPRIVAATRECHTELIJKE CONFLICTEN
Rome I & Rome II-verordening
Rome I: regelt CA-regels kan door partijen worden overeengekomen, maar als niks overeengekomen dan recht van het land
waar de partij die prestatie moet verrichten (Londense rechtbank zal Belgisch recht moeten toepassen)
Rome II: regelt BCA-regels in het land waar de schade zich heeft voorgedaan (in principe dus België)
SAMENLOOP VAN CA EN BCA
AFBAKENING
A – (contract) – B Kan A nu B aanspreken op grond van de contractuele aansprakelijkheid?
B doet beroep op C kan A dan C aanspreken? (co-existentie)
HET BESTAAN VAN EEN OVK (1)
Voorbeeld: lifter meenemen geen contract
HET BESTAAN VAN EEN GELDIGE OVK (2)
HET BESTAAN VAN EEN OVK TUSSEN AANSPRAKELIJKE EN BENADEELDE (3)
Voorbeeld Casus:
Het Pera Palace Hotel is gebouwd in 1880 voor reizigers van de Orient Express. Een collega zat in een ander hotel
en vroeg om een keer langs te komen met een vriendin. Met twee nemen ze de lift naar de 5de verdieping, maar
de lift hangt vast. Stel dat de lift naar beneden stort, is dit dan een contractuele of een buitencontractuele
aansprakelijkheid? De man die er verblijft heeft een contract dus hierbij is het contractuele aansprakelijkheid,
maar de vriendin heeft geen contract, dus die kan zich enkel beroepen op 1382 BW. Twee identieke
5
, rechtssubjecten in dezelfde situatie die slachtoffer zijn van hetzelfde ongeval kunnen anders worden behandeld.
Dit wordt vaak als onrechtvaardig beschouwd.
DE SCHADE VAN DE CONTRACTANT-BENADEELDE MOET VOORTVLOEIEN UIT DE NIET-NAKOMING VAN DE OVK (4)
KORTE HISTORIEK VAN DE SAMENLOOP
BEGIN 20 STE EEUW: AANVAARDING SAMENLOOP
Cass. 13 februari 1930:
- Feiten: Vervoerscontract tussen eigenaar van paard en NMBS. NMBS vervoert het paard, maar door een fout
overlijdt het paard. Op de vervoerder rust een resultaatsverbintenis. Er is een exoneratiebeding voor diefstal of
andere fouten of schade. Eigenaar van het paard wil de fout van de NMBS bewijzen via art. 1382.
- HvB: Eigenaar bewijst een fout o.b.v. art 1382 BW, dit wordt aanvaard door het HvB.
- NMBS gaat in cassatie, contractuele verhouding moet worden geregeld door contractuele regels.
- Cass.: 1382 BW is een universele regel van toepassing op iedereen en in alle omstandigheden, deze houdt
niet op als er een contractuele relatie bestaat. Hier wordt de samenloop tussen contractueel en
buitencontractuele aansprakelijkheid aanvaard. Wie schade veroorzaakt moet die vergoeden en deze regel
dringt zich op aan iedereen in alle omstandigheden.
De geldigheid om buitencontractueel aansprakelijk te stellen, houdt niet op als er sprake is van een overeenkomst. DUS
Geen enkel probleem om tussen contractanten art. 1382 te stellen.
STUWADOORSARREST EN TIERCÉ FRANCO BELGE-ARREST
Cass. Stuwadoorsarrest:
- Feiten: A is fabrikant van machine, deze machine is aangekocht door iemand in de VS en moet per schip naar New York
geraken. Fabrikant doet beroep op een rederij hiervoor, deze doet hiervoor beroep op een stuwadoor. De netten breken en
de fabrikant heeft een allrisk verzekering en wordt uitbetaald. Verzekeraar wordt gesubrogeerd van de fabrikant en wilt
vergoed worden. fabrikant gaat vordering instellen tegen de stuwadoor
- Cass.: C kan je niet aanspreken o.g.v. de CA, want er is enkel een contract tussen B en C. Maar Cass. zegt dat hulppersoon (C)
geen derde is tov A, hij is noch contractant, noch een derde. Cass. stelt 2 voorwaarden* op niet louter contractuele fout
(1) en niet louter contractuele schade (2) zie p. 107
- In feite was dit juridische onzin, hoe kan iemand nu geen contractant zijn én geen derde.
Deze rechtspraak heeft gezorgd voor verdeeldheid:
Verfijningstheorie = voorstaanders van samenloop, BCA is een gemeenrechtelijke aansprakelijkheid. Het bestaat
voor iedereen en houdt niet op omdat er een contract aan de oorsprong ligt. Er moet aan de 2 voorwaarden* zijn
voldaan. (samenloop is wel mogelijk)
Verdwijningstheorie = fout is geen schending van contractuele relatie, enkel inbreuk op algemene
zorgvuldigheidsplicht. Fout moet vreemd zijn aan de uitvoering van het contract. (geen samenloop toegelaten)
Tiercé Franco-Belge arrest (hier wordt geen rekening gehouden met de 2 voorwaarden)
- Feiten: turfkantoor waar je kan wedden op paarden. Man wedt en wint 75.000 euro, maar ze weigeren het geld uit te
betalen, want het formulier is niet gevalideerd. Papier was achter de kassa terecht gekomen en niet geregistreerd. (hier is
sprake van co-existentie)
- HvB: WG werd contractueel aansprakelijk gesteld
6