ADEMHALING – PROF DUPONT
INLEIDING
- examen: MPC en casusgebaseerd à nadruk op diagnostiek en behandeling
- gebruik gezond verstand bij casussen!
o meest freq aandoeningen bv astma, COPD, pneumonie, longkanker … komen zeker in de
casus
o minder freq: sarcoidose, longfibrose dus komen miss niet in de casus
- merendeel zijn makkelijke vragen, maar ook moeilijke
- klinische colleges + demo les zijn leerstof
- H1: kan je eens lezen en wordt verondersteld gekend maar is geen leerstof
HOOFDSTUK 2 RESPIRATOIRE INFECTIES
VIRALE RESPIRATOIRE INFECTIES
EPIDEMIOLOGIE
- hoge prevalentie en incidentie
o 85,6 episodes per 100 personen per jaar
o in 44% wordt medische hulp ingeroepen, belangrijke oorzaak van werk- en schoolverlet
o vooral bij jonge kinderen (< 5 jaar)
o normaal: 2-3x bij volwassenen. tot 8x bij kinderen
o vnl in wintermaanden (tgv ‘indoor crowding’ ó niet door de koude opzich)
- lage mortaliteit
o behalve influenza en COVID-19 à vooral bij ouderen
- risicofactoren
o leeftijd
o chronische pathologie
o immuundeficiëntie
o ondervoeding
o roken (bv meer risico op complicaties bij pneumonie)
MICROBIOLOGIE
- transmissie = aerogeen (via droplets) en contact (vb. droplets die op opp terecht komen)
- > 200 subtypes
- een aantal zijn frequente oorzaken van virale respiratoire infecties (vb. influenza virus, RSV,
rhinovirus,…)
o mbv PCR kan je weten welke virale infecties de oorzaak zijn
= belangrijk voor de behandeling
o Voor RSV sinds dit jaar een vaccin
RSVà vormt vooral problemen bij kinderen maar soms ook bij volwassenen
1
, - Vooral kinderen zijn broeihaard van infecties à opgevangen door grootouders, die vaak al lang niet
meer met virus in contact zijn geweest à ernstige verwikkelingen kunnen optreden bij ouderen
- Influenza heeft zeer hoge prevalentie (in alle leeftijdsgroepen) à vaccin is belangrijk voor preventie
(efficiëntie van vaccin slechts 40-50%)
- Virus replicatie in nasaal epitheelcellen à virale shedding: viruspartikels worden vrijgezet à activatie
immuunsysteem
o IL-8 productie
o Cytokinen productie à trekt neutrofielen aan naar de luchtwegen = acute fase respons
o Influx van granulocyten
o Vrijzetting ontstekingsmediatoren bv bradikinine à vasodillatatie en toegenomen vasculaire
permeabiliteit (neusloop)
o à immuniteit verworven
- tabel: ter
info
VERKOUDHEID (‘COMMON COLD’)
= meestal viraal, heel frequent voorkomend
- etiologie: meestal tgv. Rhinovirus, Adenovirus, Coronavirus, influenza of RSV
- symptomen: aspecifiek
o rhinitis (waterige neusloop, neusverstopping, niezen)
o keelpijn, heesheid (evt. hoesten, evt conjunctivitis)
o koudegevoel (meestal zonder koorts)
o algemene malaise, hoofdpijn, (oorpijn)
- diagnose
o kliniek: (sino)nasale congestie, normale longauscultatie
o (cultuur neusaspiraat niet nodig)
o virale wissen (PCR) à meestal niet nodig, want heeft geen impact op de behandeling
- verloop
o start klachten binnen 1/2 tot 3d na besmetting
o zelflimiterend (mediane duur symptomen 9-10 dagen)(kan langer bij rokers)
o weinig complicaties:
• hoesthypersensitiviteit = overgevoelige hoestreflex (door interferon-gamma)
• bacteriële infectie (<5%: sinusitis, otitis media) (zelden) = door verstopping van
luchtwegenflora
• exacerbatie astma/COPD
• bronchiolitis, pneumonie, meningitis …
- behandeling = supportief
2
, o vaak zelfs geen behandeling nodig
o zakdoeken
o evt. nasaal ipratropium (in Be van de markt gehaald) of (nasale) decongestiva (bv. ephedrine)
à niet te lang geven owv rhinitis medicamentosa
o evt paracetamol
o weinig effect van antihistaminica
o geen antivirale therapie, geen AB, geen hoestsiroop, geen intranasale CS à LESS IS MORE
FARYNGITIS
= keelinfectie
- etiologie:
o tgv. Rhinovirus, Adenovirus, Influenza,
(EBV, CMV, HSV of HIV) à meestal viraal
o (differentiatie met bacteriële faryngitis
(groep A Streptococcus = GAS)!)
• Bacterieel: tonsillair exsudaat,
plekjes
• Viraal: zwelling, roodheid,
oedeem. Viraal exantheem,
huidrash (niet jeukend)
- symptomen:
o keelpijn, heesheid
o odynofagie = pijn blij slikken
o coryza = tranende ogen en neus
o halitosis = slechte mondgeur, slechte smaak
o (cervicale lymfadenopathie)
- behandeling
o supportief
• analgetica (paracetamol, NSAI) bv ibuprofen
• vermijd orale corticosteroïden
• lokale behandeling (warme/koude dranken, menthol, lokale anesthetica bv strepsils)
o soms primo infectie HSV à acyclovir
o Indien bacterieel (zelden) à antibiotica: amoxicilline 500mg bid of clindamycine 300mg tid
gedurende 10 dagen
• Zeker belangrijk bij mensen met verminderde afweer, risico op toncilitis met abces,
naar hals (necrotiserende facilitis) à levensbedreigend!
TRACHEOBRONCHITIS
- etiologie
o meest frequent bij volwassenen
o !! bijna altijd viraal (90%)
• rhinovirus, influenza (corona, parainflunezae, RSV, hMP virus)
o Zeldzaam bacteriële bronchitis (6%)
3
, o Heel frequent (22/1000 per jaar)
- pathofysiologie
o mucosale ontsteking van trachea en bronchi tgv infectie
• kleurt rood (ipv rozig) en oedeem
o meestal met infectie van bovenste luchtwegen gepaard à
(micro)aspiratie waarbij de pathogenen naar onder zakken
o bij personen zonder onderliggend longlijden (DD met acute COPD exacerbatie)
o RF: roken, leeftijd > 75 jaar
- symptomen
o niet uitgesproken ernstig ziek
o productieve/niet-productieve hoest
• meestal productief = ophoestenvan veel secreties
• gedurende 10 – 20 dagen
• purulent: gele secreties
o soms ademhalings- en hoestgebonden substernaal pijngevoel (kan door hoesten komen)
o milde dyspnee, soms wheezing
o algemene malaise en matige koorts
o initieel rhinits klachten en keellast
o meestal tijdens winter
- diagnostiek
o KO: typische auscultatie: diffuse brommende rhonchi (= laag continue geluiden), (soms
crepitaties)
o meestal is aanvullende diagnostiek overbodig, diagnose wordt typisch klinisch gesteld!
o RX-thorax alleen ter exclusie van pneumonie bij hoge koorts, ernstig ziektebeeld
OF bij te veel crepitaties aanwezig (= typisch voor pneumonie)
o bij persisterende klachten (hoesten >14 dagen): andere onderliggend longlijden uitsluiten
(COPD, astma, bronchiëctasieën, ..)
- verloop
o zelflimiterend en symptomen verdwijnen meestal binnen 1-3 weken
o complicaties: bacteriële infectie, pneumonie, exacerbatie astma/COPD
- aanpak
o supportieve behandeling à medicatie voorschrijven is niet nodig (moet je ook uitleggen aan
ptn)
• Want is een van de voornaamste redenen waarom hoestsiroop wordt
voorgeschreven. Zeker geen hoestsiropen met codeïne bij kinderen!
En sommige werken wel antitussief maar moet je heel veel van nemen (dus eigenlijk
eerder placebo)
• Paracetamol, NSAID, aspirine
• Warme thee met honing (3x/d is even efficiënt als hoestsiropen)
o Antivirale therapie enkel als het op tijd wordt gestart (binnen 2d) en vaak bijwerkingen
o !! GEEN AB !!
o (De kleur vd slijmen zegt niks over de oorzaak. Gele kleur wijst op aanwezigheid van
neurtofielen. Dus ook bij virale infecties kan sputum geel zijn)
4
INLEIDING
- examen: MPC en casusgebaseerd à nadruk op diagnostiek en behandeling
- gebruik gezond verstand bij casussen!
o meest freq aandoeningen bv astma, COPD, pneumonie, longkanker … komen zeker in de
casus
o minder freq: sarcoidose, longfibrose dus komen miss niet in de casus
- merendeel zijn makkelijke vragen, maar ook moeilijke
- klinische colleges + demo les zijn leerstof
- H1: kan je eens lezen en wordt verondersteld gekend maar is geen leerstof
HOOFDSTUK 2 RESPIRATOIRE INFECTIES
VIRALE RESPIRATOIRE INFECTIES
EPIDEMIOLOGIE
- hoge prevalentie en incidentie
o 85,6 episodes per 100 personen per jaar
o in 44% wordt medische hulp ingeroepen, belangrijke oorzaak van werk- en schoolverlet
o vooral bij jonge kinderen (< 5 jaar)
o normaal: 2-3x bij volwassenen. tot 8x bij kinderen
o vnl in wintermaanden (tgv ‘indoor crowding’ ó niet door de koude opzich)
- lage mortaliteit
o behalve influenza en COVID-19 à vooral bij ouderen
- risicofactoren
o leeftijd
o chronische pathologie
o immuundeficiëntie
o ondervoeding
o roken (bv meer risico op complicaties bij pneumonie)
MICROBIOLOGIE
- transmissie = aerogeen (via droplets) en contact (vb. droplets die op opp terecht komen)
- > 200 subtypes
- een aantal zijn frequente oorzaken van virale respiratoire infecties (vb. influenza virus, RSV,
rhinovirus,…)
o mbv PCR kan je weten welke virale infecties de oorzaak zijn
= belangrijk voor de behandeling
o Voor RSV sinds dit jaar een vaccin
RSVà vormt vooral problemen bij kinderen maar soms ook bij volwassenen
1
, - Vooral kinderen zijn broeihaard van infecties à opgevangen door grootouders, die vaak al lang niet
meer met virus in contact zijn geweest à ernstige verwikkelingen kunnen optreden bij ouderen
- Influenza heeft zeer hoge prevalentie (in alle leeftijdsgroepen) à vaccin is belangrijk voor preventie
(efficiëntie van vaccin slechts 40-50%)
- Virus replicatie in nasaal epitheelcellen à virale shedding: viruspartikels worden vrijgezet à activatie
immuunsysteem
o IL-8 productie
o Cytokinen productie à trekt neutrofielen aan naar de luchtwegen = acute fase respons
o Influx van granulocyten
o Vrijzetting ontstekingsmediatoren bv bradikinine à vasodillatatie en toegenomen vasculaire
permeabiliteit (neusloop)
o à immuniteit verworven
- tabel: ter
info
VERKOUDHEID (‘COMMON COLD’)
= meestal viraal, heel frequent voorkomend
- etiologie: meestal tgv. Rhinovirus, Adenovirus, Coronavirus, influenza of RSV
- symptomen: aspecifiek
o rhinitis (waterige neusloop, neusverstopping, niezen)
o keelpijn, heesheid (evt. hoesten, evt conjunctivitis)
o koudegevoel (meestal zonder koorts)
o algemene malaise, hoofdpijn, (oorpijn)
- diagnose
o kliniek: (sino)nasale congestie, normale longauscultatie
o (cultuur neusaspiraat niet nodig)
o virale wissen (PCR) à meestal niet nodig, want heeft geen impact op de behandeling
- verloop
o start klachten binnen 1/2 tot 3d na besmetting
o zelflimiterend (mediane duur symptomen 9-10 dagen)(kan langer bij rokers)
o weinig complicaties:
• hoesthypersensitiviteit = overgevoelige hoestreflex (door interferon-gamma)
• bacteriële infectie (<5%: sinusitis, otitis media) (zelden) = door verstopping van
luchtwegenflora
• exacerbatie astma/COPD
• bronchiolitis, pneumonie, meningitis …
- behandeling = supportief
2
, o vaak zelfs geen behandeling nodig
o zakdoeken
o evt. nasaal ipratropium (in Be van de markt gehaald) of (nasale) decongestiva (bv. ephedrine)
à niet te lang geven owv rhinitis medicamentosa
o evt paracetamol
o weinig effect van antihistaminica
o geen antivirale therapie, geen AB, geen hoestsiroop, geen intranasale CS à LESS IS MORE
FARYNGITIS
= keelinfectie
- etiologie:
o tgv. Rhinovirus, Adenovirus, Influenza,
(EBV, CMV, HSV of HIV) à meestal viraal
o (differentiatie met bacteriële faryngitis
(groep A Streptococcus = GAS)!)
• Bacterieel: tonsillair exsudaat,
plekjes
• Viraal: zwelling, roodheid,
oedeem. Viraal exantheem,
huidrash (niet jeukend)
- symptomen:
o keelpijn, heesheid
o odynofagie = pijn blij slikken
o coryza = tranende ogen en neus
o halitosis = slechte mondgeur, slechte smaak
o (cervicale lymfadenopathie)
- behandeling
o supportief
• analgetica (paracetamol, NSAI) bv ibuprofen
• vermijd orale corticosteroïden
• lokale behandeling (warme/koude dranken, menthol, lokale anesthetica bv strepsils)
o soms primo infectie HSV à acyclovir
o Indien bacterieel (zelden) à antibiotica: amoxicilline 500mg bid of clindamycine 300mg tid
gedurende 10 dagen
• Zeker belangrijk bij mensen met verminderde afweer, risico op toncilitis met abces,
naar hals (necrotiserende facilitis) à levensbedreigend!
TRACHEOBRONCHITIS
- etiologie
o meest frequent bij volwassenen
o !! bijna altijd viraal (90%)
• rhinovirus, influenza (corona, parainflunezae, RSV, hMP virus)
o Zeldzaam bacteriële bronchitis (6%)
3
, o Heel frequent (22/1000 per jaar)
- pathofysiologie
o mucosale ontsteking van trachea en bronchi tgv infectie
• kleurt rood (ipv rozig) en oedeem
o meestal met infectie van bovenste luchtwegen gepaard à
(micro)aspiratie waarbij de pathogenen naar onder zakken
o bij personen zonder onderliggend longlijden (DD met acute COPD exacerbatie)
o RF: roken, leeftijd > 75 jaar
- symptomen
o niet uitgesproken ernstig ziek
o productieve/niet-productieve hoest
• meestal productief = ophoestenvan veel secreties
• gedurende 10 – 20 dagen
• purulent: gele secreties
o soms ademhalings- en hoestgebonden substernaal pijngevoel (kan door hoesten komen)
o milde dyspnee, soms wheezing
o algemene malaise en matige koorts
o initieel rhinits klachten en keellast
o meestal tijdens winter
- diagnostiek
o KO: typische auscultatie: diffuse brommende rhonchi (= laag continue geluiden), (soms
crepitaties)
o meestal is aanvullende diagnostiek overbodig, diagnose wordt typisch klinisch gesteld!
o RX-thorax alleen ter exclusie van pneumonie bij hoge koorts, ernstig ziektebeeld
OF bij te veel crepitaties aanwezig (= typisch voor pneumonie)
o bij persisterende klachten (hoesten >14 dagen): andere onderliggend longlijden uitsluiten
(COPD, astma, bronchiëctasieën, ..)
- verloop
o zelflimiterend en symptomen verdwijnen meestal binnen 1-3 weken
o complicaties: bacteriële infectie, pneumonie, exacerbatie astma/COPD
- aanpak
o supportieve behandeling à medicatie voorschrijven is niet nodig (moet je ook uitleggen aan
ptn)
• Want is een van de voornaamste redenen waarom hoestsiroop wordt
voorgeschreven. Zeker geen hoestsiropen met codeïne bij kinderen!
En sommige werken wel antitussief maar moet je heel veel van nemen (dus eigenlijk
eerder placebo)
• Paracetamol, NSAID, aspirine
• Warme thee met honing (3x/d is even efficiënt als hoestsiropen)
o Antivirale therapie enkel als het op tijd wordt gestart (binnen 2d) en vaak bijwerkingen
o !! GEEN AB !!
o (De kleur vd slijmen zegt niks over de oorzaak. Gele kleur wijst op aanwezigheid van
neurtofielen. Dus ook bij virale infecties kan sputum geel zijn)
4