3. Stromingen in de
ontwikkelingspsychologie
Biologisch perspectief
Evolutionaire psychologie:
- Onze ontwikkeling voortvloeit uit de genetische erfenis van onze
voorouders -> die erfenis is bepalend voor onze fysieke kenmerken en
persoonlijkheidseigenschappen
- Mens wordt geboren met erfelijke informatie vastgelegd in het DNA:
genotype
- Goede of minder goede omstandigheden zorgen ervoor genotype zich al
dat niet goed kan ontplooien tot het fenotype: waarneembare, ontwikkelde
kenmerken
- Grondlegger Charles Darwin
Rijpingstheorie:
- Arnold Gesell
- Beschouwde ontwikkeling vooral als de rijping en groei van het individu
- Alle kinderen dezelfde stappen zetten in de ontwikkeling, in dezelfde
volgorde elk in hun eigen tempo
Epi genetica:
- Conrad Waddington
- Jongste en snelst groeiende stroming
- Epi genetica is een deelgebied van de gedragsgenetica
- Leefomstandigheden en ervaringen de manier waarop genen tot uiting
komen, kunnen veranderen -> veranderingen op genexpressie
- Invloeden van buitenaf maar ook trauma’s kunnen een proces in gang
zetten dat de gene functie beïnvloedt
Zo kunnen genen aan en uit worden gezet: DNA-structuur blijft dezelfde
maar andere manier afgesteld
- iedere chromosoom bestaat uit DNA. Genen zijn onderdelen van
chromosomen
- een gen bevat een code voor aanmaak eiwitten -> eiwitten bepalen onze
eigenschappen
ieder eiwit heeft een taak in het lichaam. Bij een actief gen kan het eiwit
zijn taak vervullen
- maar als epi genetische factoren zich op onze genen vastzet worden ze
niet of minder toegankelijk -> bijgevolg komen ze niet of minder tot
expressie en wordt het eiwit niet of minder gevormd waardoor het zijn taak
niet meer kan uitvoeren
- gen gaat anders functioneren zonder dat de code, het DNA verandert
- soms blijken die veranderingen zelf erfelijk te zijn
, - epi genetische factor kan nature zijn als hij is overgeërfd of nurture als het
bij het individu zelf ontstaat
- we kunnen ook afwijkingen in genen erven dat is mutatie DNA code
verandert in dat geval
kritieken:
Evolutionaire psychologen verklaren menselijk gedrag vaak door te kijken
naar het nut ervan in de prehistorie, hoewel het moeilijk te achterhalen is
hoe oermensen zich precies gedroegen. Oordeel: Negatief.
Er wordt gesteld dat de invloed van de omgeving door sommige
stromingen onderschat wordt. Identieke tweelingen in verschillende
milieus kunnen veel van elkaar verschillen. Moderne evolutiepsychologen
en epigenetici erkennen echter de invloed van de omgeving. Oordeel:
Neutraal/Positief.
Dit onderzoek kan helpen bij het verklaren en aanpakken van
gedragsproblemen en psychische stoornissen. Oordeel: Positief.
Onderzoek naar bijvoorbeeld raciale verschillen binnen gedragsgenetica
wordt als controversieel gezien. Oordeel: Negatief.
Deze psychologie biedt een model om bepaalde (soms vervelende)
gedragingen te verklaren, zoals stress en agressie. Oordeel: Positief.
Psychoanalyse
Ontwikkeling volgens de psychoanalyse:
- Beschouwen het onbewuste als motor van de ontwikkeling
- Ervaringen uit onze kindertijd een sterke invloed hebben op ons latere
gedrag
Sigmund Freud:
- grondlegger van de psychoanalyse en gespreks- en luistertherapie
- ontwikkelde theorie over hoe persoonlijkheid zich tijdens onze kinderjaren
vormt dit loopt in vijf fases en focust hij op de erogene lichaamszone
Persoonlijkheidsontwikkeling in vijf fasen:
Orale fase (0-1 jaar):
- de mond centraal
- Het kind ervaart vooral plezier door zuigen, eten en dingen in de mond
stoppen.
- Verkent de wereld met zijn mond
Anale fase (1-3 jaar):
- Streek rondt de anus erogene zone
ontwikkelingspsychologie
Biologisch perspectief
Evolutionaire psychologie:
- Onze ontwikkeling voortvloeit uit de genetische erfenis van onze
voorouders -> die erfenis is bepalend voor onze fysieke kenmerken en
persoonlijkheidseigenschappen
- Mens wordt geboren met erfelijke informatie vastgelegd in het DNA:
genotype
- Goede of minder goede omstandigheden zorgen ervoor genotype zich al
dat niet goed kan ontplooien tot het fenotype: waarneembare, ontwikkelde
kenmerken
- Grondlegger Charles Darwin
Rijpingstheorie:
- Arnold Gesell
- Beschouwde ontwikkeling vooral als de rijping en groei van het individu
- Alle kinderen dezelfde stappen zetten in de ontwikkeling, in dezelfde
volgorde elk in hun eigen tempo
Epi genetica:
- Conrad Waddington
- Jongste en snelst groeiende stroming
- Epi genetica is een deelgebied van de gedragsgenetica
- Leefomstandigheden en ervaringen de manier waarop genen tot uiting
komen, kunnen veranderen -> veranderingen op genexpressie
- Invloeden van buitenaf maar ook trauma’s kunnen een proces in gang
zetten dat de gene functie beïnvloedt
Zo kunnen genen aan en uit worden gezet: DNA-structuur blijft dezelfde
maar andere manier afgesteld
- iedere chromosoom bestaat uit DNA. Genen zijn onderdelen van
chromosomen
- een gen bevat een code voor aanmaak eiwitten -> eiwitten bepalen onze
eigenschappen
ieder eiwit heeft een taak in het lichaam. Bij een actief gen kan het eiwit
zijn taak vervullen
- maar als epi genetische factoren zich op onze genen vastzet worden ze
niet of minder toegankelijk -> bijgevolg komen ze niet of minder tot
expressie en wordt het eiwit niet of minder gevormd waardoor het zijn taak
niet meer kan uitvoeren
- gen gaat anders functioneren zonder dat de code, het DNA verandert
- soms blijken die veranderingen zelf erfelijk te zijn
, - epi genetische factor kan nature zijn als hij is overgeërfd of nurture als het
bij het individu zelf ontstaat
- we kunnen ook afwijkingen in genen erven dat is mutatie DNA code
verandert in dat geval
kritieken:
Evolutionaire psychologen verklaren menselijk gedrag vaak door te kijken
naar het nut ervan in de prehistorie, hoewel het moeilijk te achterhalen is
hoe oermensen zich precies gedroegen. Oordeel: Negatief.
Er wordt gesteld dat de invloed van de omgeving door sommige
stromingen onderschat wordt. Identieke tweelingen in verschillende
milieus kunnen veel van elkaar verschillen. Moderne evolutiepsychologen
en epigenetici erkennen echter de invloed van de omgeving. Oordeel:
Neutraal/Positief.
Dit onderzoek kan helpen bij het verklaren en aanpakken van
gedragsproblemen en psychische stoornissen. Oordeel: Positief.
Onderzoek naar bijvoorbeeld raciale verschillen binnen gedragsgenetica
wordt als controversieel gezien. Oordeel: Negatief.
Deze psychologie biedt een model om bepaalde (soms vervelende)
gedragingen te verklaren, zoals stress en agressie. Oordeel: Positief.
Psychoanalyse
Ontwikkeling volgens de psychoanalyse:
- Beschouwen het onbewuste als motor van de ontwikkeling
- Ervaringen uit onze kindertijd een sterke invloed hebben op ons latere
gedrag
Sigmund Freud:
- grondlegger van de psychoanalyse en gespreks- en luistertherapie
- ontwikkelde theorie over hoe persoonlijkheid zich tijdens onze kinderjaren
vormt dit loopt in vijf fases en focust hij op de erogene lichaamszone
Persoonlijkheidsontwikkeling in vijf fasen:
Orale fase (0-1 jaar):
- de mond centraal
- Het kind ervaart vooral plezier door zuigen, eten en dingen in de mond
stoppen.
- Verkent de wereld met zijn mond
Anale fase (1-3 jaar):
- Streek rondt de anus erogene zone