Extraversie, Leeftijd en Sociale en Emotionele Eenzaamheid:
Een Cross-Sectioneel Onderzoek onder Volwassenen
Naam student:
Studentnummer:
Cursusnaam en cursuscode: PB9916 Bachelorthesis
Begeleiders:
Examinator:
Inleverdatum: 21 augustus 2024
,MINDER EENZAAM DOOR EEN EXTRAVERTE PERSOONLIJKHEID 2
Samenvatting
Het percentage eenzame volwassenen is de laatste jaren sterk toegenomen. Eenzaamheid is een
voorspeller van diverse gezondheidsproblemen, waaronder hartaandoeningen en depressies,
waardoor het van belang is om inzicht te krijgen in de risicofactoren van eenzaamheid. Eerder
onderzoek toonde een negatief verband tussen eenzaamheid en het persoonlijkheidskenmerk
extraversie, dat gekenmerkt wordt door het verkrijgen van energie uit sociale interacties. Deze
eigenschap kan bijdragen aan het ontwikkelen en onderhouden van relaties, wat op zijn beurt
eenzaamheid kan verminderen. In dit cross-sectionele onderzoek werd de relatie tussen extraversie
en eenzaamheid bij 534 respondenten (M = 42.6, SD = 13.1, 77.3% vrouw) onderzocht met behulp
van een online vragenlijst. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen sociale en emotionele
eenzaamheid. Uit de resultaten bleek dat extraversie negatief gerelateerd was aan zowel sociale (β =
-.57, SD = .06, p < .001) als emotionele eenzaamheid (β = -.65, SD = .07, p < .001), maar dat leeftijd
hierin geen modererende rol speelde. Concluderend werd gesteld dat een hogere mate van
extraversie samenhing met een lagere mate van sociale en emotionele eenzaamheid, ongeacht de
leeftijd. Daarnaast bleek dat het niet hebben van een relatie significant geassocieerd was met hogere
eenzaamheidsniveaus. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek zijn een representatievere steekproef
met normaal verdeelde data, het inzetten van longitudinaal en kwalitatief onderzoek, en het
bevestigen van de huidige onderzoeksresultaten in andere culturen. Deze bevindingen benadrukken
het belang van het integreren van persoonlijkheidskenmerken bij zowel het identificeren van
risicogroepen voor eenzaamheid, als bij het ontwikkelen van interventies om eenzaamheid te
verminderen.
Keywords: extraversie, sociale eenzaamheid, emotionele eenzaamheid, leeftijd
, MINDER EENZAAM DOOR EEN EXTRAVERTE PERSOONLIJKHEID 3
Inleiding
Het percentage eenzame volwassenen is de laatste jaren sterk toegenomen. Waar in 2012
nog 39% van de volwassenen een gevoel van eenzaamheid rapporteerde, was dit percentage in 2022
gestegen naar 49% (Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD, CBS en RIVM,
2022). Deze stijgende trend was al zichtbaar in 2016 en lijkt daarmee geen verband te houden met
de coronapandemie (Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD, CBS en
RIVM, 2022). Recente cijfers tonen tevens aan dat eenzaamheid niet langer beperkt blijft tot
ouderen, maar ook steeds vaker wordt gerapporteerd door jongeren en volwassenen (Corona
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD, CBS en RIVM, 2022).
De negatieve gevolgen van eenzaamheid zijn groot, zowel voor de lichamelijke, psychische
als de sociale gezondheid. Er blijkt bijvoorbeeld een relatie tussen langdurige eenzaamheid enerzijds
en hartaandoeningen en depressies anderzijds (Dahlberg et al., 2022; Erzen & Çikrikci, 2018; Paul et
al., 2021; Valtorta et al., 2016). Daarnaast is aangetoond dat eenzaamheid de kans op overlijden met
26% vergroot. Daarmee is het vergelijkbaar met bekende risicofactoren van vroegtijdig overlijden,
zoals roken, overgewicht en een gebrek aan lichamelijke activiteit (Holt-Lunstad et al., 2015). Om
deze redenen is er zowel nationaal als internationaal veel aandacht voor eenzaamheid. Zo erkent de
WHO eenzaamheid als een mondiaal volksgezondheidsprobleem, en zijn er recente
actieprogramma's van de Nederlandse overheid tegen eenzaamheid (Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2022; WHO, 2024). Gezien de hoge prevalentiecijfers en de
negatieve gezondheidsgevolgen van eenzaamheid, is het belangrijk om inzicht te krijgen in de
factoren die eenzaamheid kunnen verminderen.
Eenzaamheid
Eenzaamheid refereert volgens De Jong-Gierveld en Van Tilburg (2007, p.14) naar “het
subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale