Engels ww tw1
Present Simple : ww + es (everyday, usually)
bij een gewoonte of feit
Present Continuous : am / is / are + ww + ing (now, at the moment)
als het nu aan de gang is
Past Simple : ww + ed (yesterday, last week)
iets is in het verleden gebeurd en afgelopen
Past Continuous : was / were + ww + ing (when, during)
er was iets aan de gang toen er iets anders gebeurde
Present Perfect : has / have + volt deelw (f y n e j a s)
nadruk op de tijd of van toen tot nu
Past Perfect : had + volt deelw (since, always)
als een actie in het verleden te maken heeft met een andere actie
Past Perfect Continuous : had been + ww + ing (after, before)
als je de tijdsduur wil benadrukken
To be going to : am / is / are + going to + ww
om aan te geven dat je iets van plan bent
Will / Won’t : shall / shan’t of will / won’t
om aan te geven dat je iets wel/niet zult gaan doen
Passive : to be + vd
als de uitvoeder niet belangrijk is
Present Simple : ww + es (everyday, usually)
bij een gewoonte of feit
Present Continuous : am / is / are + ww + ing (now, at the moment)
als het nu aan de gang is
Past Simple : ww + ed (yesterday, last week)
iets is in het verleden gebeurd en afgelopen
Past Continuous : was / were + ww + ing (when, during)
er was iets aan de gang toen er iets anders gebeurde
Present Perfect : has / have + volt deelw (f y n e j a s)
nadruk op de tijd of van toen tot nu
Past Perfect : had + volt deelw (since, always)
als een actie in het verleden te maken heeft met een andere actie
Past Perfect Continuous : had been + ww + ing (after, before)
als je de tijdsduur wil benadrukken
To be going to : am / is / are + going to + ww
om aan te geven dat je iets van plan bent
Will / Won’t : shall / shan’t of will / won’t
om aan te geven dat je iets wel/niet zult gaan doen
Passive : to be + vd
als de uitvoeder niet belangrijk is