100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting biologie havo 4/5

Rating
5.0
(1)
Sold
1
Pages
31
Uploaded on
29-11-2024
Written in
2023/2024

Hi, In deze samenvatting zijn de hoofdstukken vertering, transport, gaswisseling en uitscheiding en afweer te vinden. Ik heb deze samenvatting in havo 5 gemaakt en heb deze ook gebruikt voor het eindexamen (bevat niet alle hoofdstukken). Het document kan ook gebruikt worden in havo 4, als deze hoofdstukken getoetst worden. Liefs Jalini

Show more Read less
Level
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
November 29, 2024
Number of pages
31
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Transport
De bloedsomloop
Bij vissen stroomt het bloed van het hart naar de kieuwen en hierna naar de andere delen
van het lichaam. Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop. Het hart bestaat uit een
boezem en een kamer. Het bloed die van de organen naar het hart gaat, verzamelt zich in de
boezem. De boezem pompt het bloed naar de kamer en de kamer pompt het bloed naar de
kieuwen.
Enkelvoudige bloedsomloop = per omloop
stroomt het bloed één keer door het hart.




Het hart van de mens bestaat uit de
linkerharthelft en de rechterharthelft.
Kleine bloedsomloop = de rechterharthelf pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen
gaat het bloed naar de linkerharthelft. Zuurstof wordt opgenomen en CO2 wordt afgegeven.
Grote bloedsomloop = de linkerharthelft pompt het bloed door heel het lichaam. Het bloed
stroomt door alle organen en gaan vanuit daar terug naar de rechterharthelft. CO2 en
afvalstoffen worden opgenomen in het bloed en zuurstof en voedingstoffen worden
afgegeven aan de cellen.
Dubbele bloedsomloop = het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart. Hiermee
kan een hogere druk worden bereikt.
Bloed zorgt voor:
 Het verdelen van de warmte die vrijkomt bij dissimilatie
 Afweer tegen ziekteverwekkers
 De aan- en afvoer van stoffen



De bouw van het hart
Het hart ligt links onder het borstbeen in de borstkas. Het hart is een holle spier die veel
energie verbruikt. Over het hart lopen de kransslagaders en de kransaders.
Kransslagaders (rood) = zorgen voor zuurstof en voedingsstoffen in het hartspierweefsel.
Kransaders (blauw) = CO2 en afvalstoffen worden hier afgevoerd.
De kransaders monden uit in de rechterboezem.

,Tussen de linker kant van het hart en de rechter zit de harttussenwand. Een harthelft bestaat
uit een boezem en een kamer.
Rechterkant:
1. Het bloed komt het hart binnen via de onderste en bovenste holle ader, die in de
rechterboezem uitmondt.
2. Vanaf de boezem gaat het bloed naar de rechterkamer.
3. De kamer pompt het bloed in de longslagader en die gaat naar beide longen.
Linkerkant:
1. Het bloed uit de longen gaat via de longaders terug naar het hart en komt in de
linkerboezem terecht.
2. Via de boezem stroomt het bloed de linkerkamer in.
3. De linkerkamer pompt het bloed in de aorta.
4. Via hier stroomt het bloed door het hele lichaam.
De hartkleppen zorgen ervoor dat de boezems en kamers gescheiden zijn. Aan het begin van
de longslagader en aorta bevinden zich de halvemaanvormige kleppen.

,De werking van het hart
1. De boezems lopen vol met bloed uit de holle aders en de longaders.
2. De boezems trekken samen waardoor het bloed de kamers in kan stromen (kamers zijn
ontspannen). Als de kamers zijn volgestroomd trekken deze samen waardoor de druk in de
kamers stijgt. Hierdoor slaan de hartkleppen dicht. Het bloed stroomt dan het hart uit.




Samentrekken = stylose
Ontspanning = diastole
Doordat de pezen verbonden zijn met spieren, kunnen de hartkleppen niet doorslaan in de
boezems.
De halvemaanvormige kleppen worden opengedrukt als de druk in de kamers hoger is dan
de druk in de aorta en longslagaders.
Het bloed wordt dan in de aorta en longslagaders gepompt. Dan volgt de hartpauze waarbij
de kamers en boezems ontspannen. De halvemaanvormige kleppen zijn dan gesloten.
Doffe harttoon = als de hartkleppen dichtslaan
Heldere harttoon = als de halvemaanvormige kleppen dichtslaan.
Als er een hartruis te horen is sluiten de kleppen niet goed.



De hartslagfrequentie
De impulsen die zorgen voor de samentrekking van het hartspierweefsel ontstaan in de wand
van de rechterboezem: de sinusknoop.
Sinusknoop  impulsen naar het spierweefsel in de wand van beide boezems  boezems
gaan samentrekken hierdoor  impulsen gaan naar de wand van de kamers  kamers van
de wand gaan samentrekken  herstelfase (sinusknoop gaat een nieuw impuls afgeven)
Elektrocardiogram (ecg) = hierin wordt de impulsgeleiding in het hart weergeven.
Bij een hartritmestoornis kunnen de boezems of kamers te snel, onregelmatig, of te
langzaam samentrekken. Dit ligt aan de vorming of geleiding van de impulsen. Omdat het

, risico bestaat dat er een hartstilstand optreedt kan het hartritme worden ondersteund met
een pacemaker (herstelt het normale hartritme met elektrische impulsen).
Hartslagfrequentie = de snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft.
 Afhankelijk van de lichaamsactiviteit en de lichaamsgrootte.
Als je lichaamsactiviteit stijgt, stijgt het hartritme. Dit is nodig om de bloeddruk op peil te
houden. Dit gebeurd door negatieve terugkoppeling.
In de wand van de aorta en
halsslagaders liggen zintuigcellen
die de bloeddruk waarnemen en
doorgeven aan de hersenstam. Als
de bloeddruk daalt onder de
normwaarde, zorgt de hersenstam
ervoor dat het hartritme stijgt
Zintuigcellen aorta en halsslagaders nemen de bloeddruk waar  hersenstam  bloeddruk
daalt onder de normwaarde  hersenstam zorgt ervoor dat het hartritme stijgt.
Emoties  bijniermerg geeft veel hormoon adrenaline af aan het bloed  adrenaline en de
hersenstam zorgen voor verhoging van het hartritme.
Slagvolume = de hoeveelheid bloed die in de aorta wordt gepompt.
 In rust bij volwassenen 70 tot 100 mL
 Afhankelijk van de hoeveelheid bloed die vanuit de holle aders de rechterboezem
instroomt.

3 typen bloedvaten
Slagaders
 Wanden zijn dik, stevig en elastisch (dikke laag glad spierweefsel)
 Liggen diep in het lichaam (niet gemakkelijk beschadigd)
 Bloed stroomt weg van het hart naar de organen toe
In de organen verstakken de slagaders zich in fijnere bloedvaten (wand wordt dunner).
Doordat de wand bestaat uit glad spierweefsel, kunnen de bloedvaten vernauwen of
verwijden. De hoeveelheid bloed kan dan worden bepaald die door een weefsel stroomt.
 BV: grote lichamelijke inspanning – bloedvaten in het hart, de skeletspieren en de huid
worden wijder. De bloedvaten in andere delen van het lichaam worden dan nauwer. De
bloedtoevoer naar de organen kan hierdoor veranderen.
$9.91
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
jaliniharpal
5.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
7 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
jaliniharpal Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
1 month ago
Samenvattingen havo tot hbo pedagogiek

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions