100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Klinische Pathologie, 4e druk, H18

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
29-11-2024
Written in
2024/2025

Uitgebreide samenvatting uit het boek Klinische Pathologie, 4e druk, Hoofdstuk 18 (H18). Onderwerpen die behandeld worden zijn: -Zintuigen / sensoriek -Zien -Gehoor -Reuk en smaak -Sensibiliteit -Cataract -Glaucoom -Otitis media De samenvatting gaat in op risicofactoren, verschijnselen, oorzaken, behandeling.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 18 uit 4e druk
Uploaded on
November 29, 2024
Number of pages
16
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Klinische Pathologie, 4e druk, H18, Zintuigen / Sensoriek


INLEIDING
Dit hoofdstuk behandelt de werking en het belang van onze zintuigen, en bespreekt enkele
veelvoorkomende aandoeningen die deze zintuigen kunnen beïnvloeden.

Werking van de zintuigen: Onze zintuigen spelen een cruciale rol in het verwerken van prikkels vanuit
zowel onze omgeving als ons eigen lichaam. We onderscheiden twee soorten zintuigen:

• Exterosensoren, die reageren op externe prikkels zoals licht, geluid, geur, smaak en aanraking.

• Interosensoren, die informatie geven over de binnenkant van ons lichaam, zoals de houding,
beweging en de vulling van blaas en rectum.

Wanneer deze zintuigen geprikkeld worden, sturen ze signalen naar het centrale zenuwstelsel, dat de
juiste reacties aanstuurt, zoals spier- of klierreacties. Zintuigen vormen dus een essentiële schakel in
reflexmatige, emotionele en rationele reacties.

Betekenis van zintuigen voor communicatie: Zonder zintuigen zou communicatie niet mogelijk zijn. Als
één van de zintuigen uitvalt, zoals bij blindheid of doofheid, kan dit op jonge leeftijd vaak gecompenseerd
worden. Andere zintuigen kunnen zich beter ontwikkelen. Bijvoorbeeld, blinde mensen kunnen beter
luisteren naar intonatie en hebben een scherper gevoel van aanraking, wat hen helpt om
gezichtsuitdrukkingen te interpreteren en snel Braille te leren.

Aandoeningen en afwijkingen in sensoriek: In dit hoofdstuk worden drie veelvoorkomende
aandoeningen besproken:

1. Cataract (staar): een troebeling van de ooglens die het zicht kan verstoren.

2. Glaucoom: een aandoening waarbij de oogdruk te hoog is, wat schade aan de oogzenuw kan
veroorzaken.

3. Otitis media: een middenoorontsteking, vaak bij kinderen, die kan leiden tot gehoorproblemen.

Deze aandoeningen kunnen invloed hebben op de normale werking van de zintuigen en hebben diverse
behandelingsmogelijkheden, afhankelijk van de ernst en het type van de aandoening.

18.1 ZINTUIGEN EN SENSORIEK

Zintuigen kunnen worden verdeeld in exterosensoren en interosensoren:

1. Exterosensoren reageren op prikkels van buitenaf:

o Netvlies: reageert op licht.

o Binnenoor: reageert op geluid.

o Neus en tong: reageren op moleculen (bij ruiken en proeven).

o Huidzintuigen: reageren op aanraking, druk, vibratie en warmte. Sensorische prikkels
zijn dus gerelateerd aan zien, horen, ruiken en proeven, terwijl huidzintuigen
verantwoordelijk zijn voor de sensibiliteit, oftewel de waarneming van tast, druk, pijn en
temperatuur.

2. Interosensoren geven informatie over het lichaam zelf:

o Spieren en gewrichten: reageren op uitrekking (houding).

o Evenwichtsorgaan: reageert op lichaamsstand en beweging.


1

,Klinische Pathologie, 4e druk, H18, Zintuigen / Sensoriek


o Maag en darm: reageren op de vulling van ingewanden. Proprioceptie is het gevoel van
lichaamspositie en beweging, essentieel voor balans en coördinatie. Tegenstrijdige
sensorische informatie (zoals bij zeeziekte) kan misselijkheid veroorzaken.

3. Prikkeling: Te sterke prikkels, zoals fel licht, harde geluiden, of extreme aanrakingen, kunnen
onaangenaam of pijnlijk zijn. Vrije zenuwuiteinden in het lichaam registreren pijnprikkels bij
beschadiging van weefsels.

4. Impulsvorming en geleiding: Bij prikkeling van een sensor komt er een stroom van natriumionen
in de zenuwcel, wat leidt tot depolarisatie en uiteindelijk actiepotentialen die naar het centraal
zenuwstelsel worden gestuurd. De hersenen interpreteren deze signalen als waarneming.
Zintuigverlies kan ontstaan door disfunctie van de zintuigen of het zenuwstelsel.

5. Zintuigrespons: Sommige zintuigen reageren vooral op de intensiteit van prikkels (zoals fel licht
of hard geluid), terwijl andere, zoals huidzintuigen, vooral reageren op veranderingen in de prikkel
(zoals aanraking of temperatuurverandering). Bij langdurige prikkels neemt de impulsfrequentie
af, waardoor de prikkel minder wordt waargenomen.

Sensoriek en sensibiliteit vereisen een goed functionerend sensorisch systeem en een intact
zenuwstelsel.

18.1.1 ZIEN

Oogstructuren en Functies

• Het oog bevat een hoornvlies, lens, oogvocht, en glasachtig lichaam. Troebelheid van een van
deze onderdelen leidt tot wazig zien.

• Lens en hoornvlies buigen lichtstralen af naar de retina voor scherp beeld. Afwijkingen zoals
bijziendheid of verziendheid kunnen gecorrigeerd worden met een bril of contactlenzen.

Oogstructuren

• Hoornvlies (Cornea): Het hoornvlies is een doorzichtig, helder weefsel aan de voorkant van het
oog dat het oog beschermt en helpt bij het focussen van lichtstralen. Het is essentieel voor
scherp zien en kan worden vervangen bij aandoeningen zoals staar.

• Lens: De lens bevindt zich achter de pupil en is verantwoordelijk voor het scherpstellen van
beelden op het netvlies. Het is flexibel en kan van vorm veranderen, bijvoorbeeld boller worden
om dichtbij scherp te zien.

• Glasachtig Lichaam (Corpus Vitreum): Dit is een doorzichtig, gelatineachtig materiaal dat de
ruimte tussen de lens en het netvlies opvult. Het glasachtig lichaam helpt bij het behouden van
de oogbolvorm en draagt bij aan de lichtdoorlatendheid van het oog.

• Oogvocht: Oogvocht (kamerwater) wordt geproduceerd in de achterste oogkamer en vult de
voorste oogkamer. Het zorgt ervoor dat de lens blijft opgerekt en helpt bij het behouden van de
oogdruk.




2

, Klinische Pathologie, 4e druk, H18, Zintuigen / Sensoriek


Functies van Oogstructuren

• Oogdruk: De oogdruk is belangrijk voor het behouden van de bolvorm van het oog. Het wordt
gereguleerd door een evenwicht tussen de productie en afvoer van oogvocht. Als de afvoer van
oogvocht wordt belemmerd, kan dit leiden tot verhoogde oogdruk, wat kan resulteren in
glaucoom.

• Focussen van Licht: Zowel de hoornvlies als de lens buigen lichtstralen af om ze scherp op de
retina (netvlies) te projecteren. Het hoornvlies zorgt voor het grootste deel van de breking van
licht, terwijl de lens fijninstellingen maakt om een scherp beeld te krijgen. Bijziendheid of
verziendheid ontstaat wanneer deze structuren licht niet op de juiste manier afbuigen.

• Bijziendheid en Verziendheid: Bij bijziendheid is de lichtafbuiging te sterk, waardoor het beeld
voor de retina valt. Dit kan gecorrigeerd worden met een bril of contactlens. Bij verziendheid is
de lichtafbuiging te zwak, waardoor het beeld achter de retina valt. Ook dit kan gecorrigeerd
worden met een bril of contactlens.

Oogspieren en Bewegingen van het Oog

• Oogspieren: De oogbol wordt in positie gehouden en bewogen door zes oogspieren die zijn
bevestigd aan de sclera (de stevige witte buitenlaag van het oog) en de oogkas. Deze spieren
zorgen ervoor dat het oog in verschillende richtingen kan bewegen.

• Strabismus (Scheelzien): Strabismus is een aandoening waarbij de oogspieren niet goed
samenwerken, waardoor de ogen niet goed op elkaar gericht zijn. Dit kan gecorrigeerd worden
door de aanhechting van de oogspieren aan de sclera te verplaatsen, zodat de ogen weer op
dezelfde richting gericht zijn.

2. Oogdruk en Oogbolstructuur

• De bolvorm van het oog wordt gehandhaafd door lichte druk van binnenuit, die de sclera en
cornea "opgeblazen" houdt.

• Zes oogspieren zorgen voor het bewegen van de oogbol. Bij scheelzien kunnen de oogspieren
gecorrigeerd worden.

3. Iris, Pupil en Lens

• Iris: De iris is het gekleurde gedeelte van het oog en regelt de hoeveelheid licht die het oog
binnenkomt. De iris bevat spieren die de pupil groter of kleiner maken, afhankelijk van de
lichtomstandigheden.
• Pupil: De pupil is het ronde, zwarte gebied in het midden van de iris. De pupil verwijdt (wordt
groter) in het donker of bij stress, en vernauwt (wordt kleiner) bij fel licht om de hoeveelheid licht
die het oog binnenkomt te reguleren.

Veranderingen in de Lens na Leeftijd

• Verlies van Elasticiteit: Naarmate we ouder worden, verliest de lens zijn elasticiteit. Dit begint
meestal rond het vijftigste levensjaar. Als de lens minder bol kan worden, kunnen we niet meer
scherp dichtbij zien zonder hulpmiddelen zoals een leesbril.




3
$7.05
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
blversteegt

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
blversteegt Academie voor Psychologica
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
19
Last sold
5 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions