Kennistoets Generiek Hoofdfase 2020
Leertheorie: Behaviorisme
Stimulus Black box Respons
Gedragspsychologie
Klassiek Operant
conditioneren Modelleren Conditioneren
S-R-koppelingen Operant gedrag
Reflexen Versterking
Verwerving
Signaal leren Gewenst gedrag
Uitvoering
Extinctie Shaping
Sturen van gewenst leergedrag in onderwijs
In dit hoofdstuk is de visie van de behavioristen op leren beschreven. Deze gedragsgerichte
benadering komt in de metafoor van de black box kernachtig naar voren. Leren is voor de behaviorist
niets anders dan het koppelen van stimuli en responsen.
“Hoe beïnvloeden externe factoren het gedrag van mens en dier, en meer in het bijzonder het
leergedrag?” Deze vraag staat centraal in het behavioristische leertheorie of gedragsbenadering
van leren.
Ontstaan van behaviorisme als reactie op de bewustzijnspsychologie
Behaviorisme= de stroming waarin de psychologie beschouwd wordt als de wetenschap van het
zintuiglijk waarneembare of doormiddel van apparatuur te registreren gedrag van mens of dier.
Black-box-benadering
Hierbij vindt besturing plaats van de relatie tussen prikkel en gedrag, zonder het tussenliggende
duistere proces dat in het organisme optreedt.
Organisme
Prikkel
Gedrag
Bewustzijnsverschijnselen= waarneming, geheugen, concentratie en denken
Introspectie= systematische zelfobservatie wordt gebruikt bij verslag leggen van verschillende
gewaarwordingen (bijvoorbeeld pijn) en bij de bestudering van leerprocessen.
,Leren= wordt in de bewustzijnspsychologie gezien als het leggen van verbanden tussen
bewustzijnsinhouden.
Methodische opvattingen van J.B. Watson
Watson heeft kritiek op twee aspecten binnen de bewustzijnspsychologie: de methode en het object
van onderzoek.
Kritiekpunten:
Onderzoeksmethode is te subjectief (te afhankelijk van onderzoeker en proefpersonen)
Onderzoeken zijn niet goed te controleren.
Eis aan herhaalbaarheid vaak niet voldaan.
Watson wil de introspectie methode vervangen door die van het gecontroleerde
laboratoriumexperiment. Hierbij kan een onderzoeker zijn voorspellingen over de invloed van een
variabele toetsen, omdat hij de rest van de omstandigheden onder controle houdt.
Watson stelt een nieuwe eis aan het object en onderzoek in de psychologie. Het bewustzijn komt
niet langer in aanmerking omdat het immers niet direct of objectief kan worden waargenomen. In
plaats daarvan dient het waarneembare gedrag het nieuwe onderzoeksobject te worden. Als
basisbegrippen moeten voortaal ‘stimulus’ en ‘respons’ gebruikt worden.
Stimulus= een prikkel die van buiten het organisme inwerkt, bijvoorbeeld voedsel, een voorwerp of
geluid.
Respons= een waarneembare reactie van het organisme op een stimulus, bijvoorbeeld eten, iets
oppakken, schrikken.
Drie leertheoretische principes
Er zijn drie behavioristische leerprincipes:
Klassiek conditioneren
Dit leerprincipe wordt beschreven door Russische fysioloog J.P. Pavlov.
Reflexmatig gedrag= onbewuste handelingen
Procedure van klassiek conditioneren in drie stappen:
1 Vóór koppeling van de stimuli
Lampje CS Neutrale respons
Vlees OCS Kwijlafscheiding OCR
2 Tijdens koppeling van de stimuli
Lampje CS….Vlees OCS Kwijlafscheiding OCR
3 Resultaat na herhaalde koppeling van de stimuli
Lampje CS Kwijlafscheiding CR
Bij het klassiek conditioneren wordt dus een verband gelegd tussen een nieuwe stimulus en een
bestaande respons.
, In het geval van de kwijlreflex wordt het vlees de onvoorwaardelijke of ongeconditioneerde stimulus
(OCS) genoemd; die immers zonder voorwaarde de kwijlafscheiding als respons. Deze respons heet,
als hij op de OCS volgt, de onvoorwaardelijke of ongeconditioneerde respons (OCR).
Het lampje is de voorwaardelijke of geconditioneerde stimulus (CS). Deze veroorzaakt de
kwijlafscheiding op voorwaarde dat hij gekoppeld is geweest aan de OCS. Treedt ten slotte de
kwijlafscheiding op als reactie op de CS (het lampje), dan verandert deze dus in een voorwaardelijke
of geconditioneerde respons (CR).
Versterkings- of leerfase = de fase waarin de CS en de OCS gekoppeld worden aangeboden.
Uitdoving of extinctie = als de koppeling minder frequent wordt of geheel achterwege blijft, kan dit
leiden tot een verminderd optreden of zelfs geheel uitblijven van de CR.
Stimulusgeneralisatie= De uitbreiding van een aangeleerde respons naar stimuli die lijken op de
geconditioneerde stimulus. Vb.: als je bang bent voor spinnen zul je op alle soorten bang reageren,
omdat je die vindt lijken op de geconditioneerde stimulus.
Stimulusdiscriminatie= Wordt ook wel selectief leren genoemd. Het leren van een nieuwe respons
op een stimulus, maar niet op de stimuli die erop lijken. Je reageert op de schoolbel en niet op de bel
van de deur of je reageert angstig op een poedel en niet op alle honden.
Schematische voorstelling van het experiment met de kleine Albert (stimulusgeneralisatie)
# Verwerving
- Het eerste leerstadium
in de klassieke
Leertheorie: Behaviorisme
Stimulus Black box Respons
Gedragspsychologie
Klassiek Operant
conditioneren Modelleren Conditioneren
S-R-koppelingen Operant gedrag
Reflexen Versterking
Verwerving
Signaal leren Gewenst gedrag
Uitvoering
Extinctie Shaping
Sturen van gewenst leergedrag in onderwijs
In dit hoofdstuk is de visie van de behavioristen op leren beschreven. Deze gedragsgerichte
benadering komt in de metafoor van de black box kernachtig naar voren. Leren is voor de behaviorist
niets anders dan het koppelen van stimuli en responsen.
“Hoe beïnvloeden externe factoren het gedrag van mens en dier, en meer in het bijzonder het
leergedrag?” Deze vraag staat centraal in het behavioristische leertheorie of gedragsbenadering
van leren.
Ontstaan van behaviorisme als reactie op de bewustzijnspsychologie
Behaviorisme= de stroming waarin de psychologie beschouwd wordt als de wetenschap van het
zintuiglijk waarneembare of doormiddel van apparatuur te registreren gedrag van mens of dier.
Black-box-benadering
Hierbij vindt besturing plaats van de relatie tussen prikkel en gedrag, zonder het tussenliggende
duistere proces dat in het organisme optreedt.
Organisme
Prikkel
Gedrag
Bewustzijnsverschijnselen= waarneming, geheugen, concentratie en denken
Introspectie= systematische zelfobservatie wordt gebruikt bij verslag leggen van verschillende
gewaarwordingen (bijvoorbeeld pijn) en bij de bestudering van leerprocessen.
,Leren= wordt in de bewustzijnspsychologie gezien als het leggen van verbanden tussen
bewustzijnsinhouden.
Methodische opvattingen van J.B. Watson
Watson heeft kritiek op twee aspecten binnen de bewustzijnspsychologie: de methode en het object
van onderzoek.
Kritiekpunten:
Onderzoeksmethode is te subjectief (te afhankelijk van onderzoeker en proefpersonen)
Onderzoeken zijn niet goed te controleren.
Eis aan herhaalbaarheid vaak niet voldaan.
Watson wil de introspectie methode vervangen door die van het gecontroleerde
laboratoriumexperiment. Hierbij kan een onderzoeker zijn voorspellingen over de invloed van een
variabele toetsen, omdat hij de rest van de omstandigheden onder controle houdt.
Watson stelt een nieuwe eis aan het object en onderzoek in de psychologie. Het bewustzijn komt
niet langer in aanmerking omdat het immers niet direct of objectief kan worden waargenomen. In
plaats daarvan dient het waarneembare gedrag het nieuwe onderzoeksobject te worden. Als
basisbegrippen moeten voortaal ‘stimulus’ en ‘respons’ gebruikt worden.
Stimulus= een prikkel die van buiten het organisme inwerkt, bijvoorbeeld voedsel, een voorwerp of
geluid.
Respons= een waarneembare reactie van het organisme op een stimulus, bijvoorbeeld eten, iets
oppakken, schrikken.
Drie leertheoretische principes
Er zijn drie behavioristische leerprincipes:
Klassiek conditioneren
Dit leerprincipe wordt beschreven door Russische fysioloog J.P. Pavlov.
Reflexmatig gedrag= onbewuste handelingen
Procedure van klassiek conditioneren in drie stappen:
1 Vóór koppeling van de stimuli
Lampje CS Neutrale respons
Vlees OCS Kwijlafscheiding OCR
2 Tijdens koppeling van de stimuli
Lampje CS….Vlees OCS Kwijlafscheiding OCR
3 Resultaat na herhaalde koppeling van de stimuli
Lampje CS Kwijlafscheiding CR
Bij het klassiek conditioneren wordt dus een verband gelegd tussen een nieuwe stimulus en een
bestaande respons.
, In het geval van de kwijlreflex wordt het vlees de onvoorwaardelijke of ongeconditioneerde stimulus
(OCS) genoemd; die immers zonder voorwaarde de kwijlafscheiding als respons. Deze respons heet,
als hij op de OCS volgt, de onvoorwaardelijke of ongeconditioneerde respons (OCR).
Het lampje is de voorwaardelijke of geconditioneerde stimulus (CS). Deze veroorzaakt de
kwijlafscheiding op voorwaarde dat hij gekoppeld is geweest aan de OCS. Treedt ten slotte de
kwijlafscheiding op als reactie op de CS (het lampje), dan verandert deze dus in een voorwaardelijke
of geconditioneerde respons (CR).
Versterkings- of leerfase = de fase waarin de CS en de OCS gekoppeld worden aangeboden.
Uitdoving of extinctie = als de koppeling minder frequent wordt of geheel achterwege blijft, kan dit
leiden tot een verminderd optreden of zelfs geheel uitblijven van de CR.
Stimulusgeneralisatie= De uitbreiding van een aangeleerde respons naar stimuli die lijken op de
geconditioneerde stimulus. Vb.: als je bang bent voor spinnen zul je op alle soorten bang reageren,
omdat je die vindt lijken op de geconditioneerde stimulus.
Stimulusdiscriminatie= Wordt ook wel selectief leren genoemd. Het leren van een nieuwe respons
op een stimulus, maar niet op de stimuli die erop lijken. Je reageert op de schoolbel en niet op de bel
van de deur of je reageert angstig op een poedel en niet op alle honden.
Schematische voorstelling van het experiment met de kleine Albert (stimulusgeneralisatie)
# Verwerving
- Het eerste leerstadium
in de klassieke