Leerjaar 2
Verloskunde
,Vruchtbaarheidsproblematiek
Voorwaarden voor vruchtbaarheid
• productie van normale gameten
o spermatogenese
o oögenese: primair ovarieel of endocrien
• extrusie van mature gameten
o Ejaculatie (3 oorzaken van problemen hierin: neurologische aandoeningen, diabetes,
psychogene stoornissen)
o Ovulatie
• samenkomst van mannelijke en vrouwelijke gameten
o migratie zaadcel
• congenitale of verworven obstructie afvoerwegen
• Cervixslijm
▪ Niet goed doorgankelijk voor zaadcellen
• Hostiliteit
• Ondoorgankelijkheid tubae
o migratie eicel
• pick up stoornis
▪ Eileider slaagt er niet in om eicel op te pikken
• tubaire obstructie
▪ Eileider die dicht zit (komen eicellen niet verder)
• destructie van het endotubair epitheel
▪ Binnenkant eileider is beschadigd
▪ Kapotte trilharen (mogelijk door trilharen) -> dit zorgt er normaal
voor dat eicel en embryo op juiste plek komt
• penetratie van de zaadcel in de eicel
o stoornissen van de zaadcel
• Terratosotemie
• Acrosoom (groot ding op de kop van zaadcel, dit zijn enzymen die op zaadcel
zitten waardoor er gaatje komt zodat hij in de eicel komt) -> afwijkingen
hieraan gaat de zaadcel niet in de eicel geraken
o stoornissen van de eicel
• Schil te hard
• Receptorstoornis (binding tussen eicel en zaadcel gaat niet)
• migratie en inplanting van de bevruchte eicel in uterus
o tubaire afwijkingen
• Kan ervoor zorgen dat eitje niet kan innestelen
o gestoorde ontwikkeling endometrium
• Kan eitje zich niet goed innestelen
• Hormoonspiraal (endometrium wordt zo dun dat innestelling niet mogelijk
is)
,Inhoud
1. Pathologie van de voortplanting
1. Cyclusstoornissen
2. Endometriose
3. Uterusafwijkingen
4. Tubapathologie
5. Genetische afwijkingen
6. Cervixafwijkingen
7. Mannelijke factoren
8. Seksuele stoornissen
2. Diagnostiek
Boek -> handboek voortplantingsgeneeskunde
1. pathologie van de voortplanting
1.1 cyclusstoornissen
• Signaal vanaf hypothalamus (gnrh)
• Gnrh wordt in ritme afgegeven
• Verstoring in ritme -> problemen
• Gnrh stimuleert dan hypofyse
• Hypofyse maakt hormonen: LH en FSH
• FSH stimuleert follikels
• FSH en LH moeten in juiste verhouding aanwezig zijn zodat eitje zich kan voorbereiden
• FSH zet allemaal kleine follikels klaar
o Eentje wordt gekozen om door te groeien
• Deze gaat oestrogeen maken -> komt in bloedbaan
• Hypothalamus en hypofyse merken dit en stoppen met maken FSH en LH
o NEGATIEVE TERUGKOPPELING!!
• Als eistok geen eitjes maakt -> FSH is hoog (menopauze)
• Hypofyse maakt maar meer en meer want er is geen oestrogeen
• Heel veel follikels die klaar staan die allemaal klein beetje oestrogeen produceren en in
bloedbaan afgeven
• Hypofyse ziet hoge dosis oestrogeen en denkt dat dit door 1 ei geproduceert is, denkt dat het
klaar is en legt weer heel de boel plat
,Reproductieve cyclus
• Follikulaire fase:
o Cyclus van 28 dagen -> dan duurt deze fase 14 dagen
o In begin follikels klaar zetten
o FSH is hoger dan LH (stimuleert eistok om follikels klaar te zetten)
o Oestrogeen is nu nog laag
o Deel 2 van deze fase: dominante follikel is gekozen
o Deze gaat dorgroeien en oestrogeen maken en oestrogeen stijgt
o Nu zal door negatieve terugkoppeling FSH dalen!
o Ovulatie!
o Stijging van LH piek
o Vanaf begin van stijging tot aan piek is 24 uur, daarna 24 uur voor weer terug naar
beneden is
o Activiteit in follikel wordt stopgezet, oestrogeen vermindert
o Granulosacellen (celletjes rond eicel) maken progestreron!
o Dit maakt baarmoederslijmvlies klaar voor innesteling
o Stijging progesteron
• Lutheale fase:
o Geel lichaam / corpus lutheum gaat zich vormen. dit is geel omdat het veel
cholesterol bevat. Dit bevat veel cholesterol om hormonen te produceren ->
progesteron
o Meer progesteron
o Geel lichaam heeft stimulus nodig om dit te doen -> dat is LH
o LH zorgt dus dat geel lichaam progesteron maakt
o Als LH wegvalt / afneemt, valt stimulus weg. Dat stopt de progesteron productie ->
menstruatie
o Behalve als eicel bevrucht is! Dan heb je hormoon HCG en dit is nog een sterkere
stimulus waardoor meer progesteron komt
1.1.1 Enkele definities
• Amenorree
o Uitblijven van periodiek bloedverlies gedurende minstens 6 maanden
• Primaire amenorree
o Menarche blijft uit. Nooit een menstruatie heeft gehad vanaf 16 jaar!
o 40% endocrien
o 60% ontwikkelingsstoornis
, • Secundaire amenorree
o Je hebt menstruaties gehad maar zijn na verloop van tijd uitgebleven
• Oligomenorree
o Je hebt geen normale cyclus -> interval tussen menstruaties meer dan 35 dagen, wel
minder dan 6 maanden
1.1.2 WHO indeling:
Dames met normaal prolactine vallen in ene cathegorie, afwijkend prolactine is aparte groep
Prolactine normaal, kijken we naar FSH
Normaal FSH = tussen 1,5 en 20
1.1.3 WHO-I
WHO-I hypogonadotroop hypo- oestrogene anovulatie
• Lage FSH en laag oestrogeen!
• Lage gonadotrofinespiegels én oestrogeenspiegels: centraal (hypothalamus of hypofyse)
defect
• Hypothalamus: afname van de GnRH pulsatiliteit
o Differentiatie van hypofysair door pulsatiel toedienen van GnRH
o Het ritme is weg of te traag! Hypofyse kan hierdoor niet goed gestimuleerd worden
o Hoe weet je of het hypothalamus is of hypofyse -> het ritme terugbrengen met een
pompje GNRH. Als ze dan terug een cyclus krijgt weet je dat het een hypothalamus
probleem is
• Hypofysair
o Adenomen (bv prolactinoom)
• Goedaardige tumoren van hypofyse die hormoon produceert
o Niet- endocriene tumoren
• Kan wel druk geven waardoor hypofyse niet meer goed kan werken
o Sheehan syndroom
• Postpartum bloeding die zo hevig was dat op dat moment de hypofyse een
centrale necrose krijgt omdat er minder bloedtoevoer is naar hypofyse.
Uitval hypofyse
o CVA, infecties, metastasen, sarcoïdose
• Anamnese
o Als er noodsituatie is is er voor het lichaam niet de nood om zwanger te worden
• Gaat de puls/ritme uitvallen
o Chronische ziekte/ gewichtsverlies
• Liptine is hormoon dat wordt gemaakt door vetweefsel
• Liptine is nodig voor ritme
• Weinig vetweefsel -> minder liptine en wegval pulse
o Excessief sporten
• Jezelf in ammenoree trainen
, • Marathon lopers gaan meer in ammenoree zijn vanwege meer duurtraining
ipv sprinters
o Hoofdpijn, gezichtsvelduitval, neurologische problemen
• Vraag hiernaar!
• Door druk op hypofyse kan er ook druk op oogzenuw zijn waardoor
gezichtsveld verminderd
o Galactorree
• = Melk verlies, maar dan niet postpartum
• Dan heb je een hoog prolactine gehalte
o Anosmie: Kallmansyndroom
• Genetische bepaalde oorzaak waardoor je defect hebt in GNRH secretie
(pulse) en neuronen die zorgen voor je geur
• Mensen die niet kunnen ruiken
• Deze mensen zijn vaak heel lang en groot
▪ Oestrogeen productie zorgt voor stop kraakbeenschijf groei
▪ Dus mensen die ongesteld worden stoppen met groeien
▪ Deze mensen hun groeischijven zullen dus niet tijdig sluiten en
doorgroeien!
o Medicatie: cimetidine, neuroleptica, antidepressiva, anti-emetica want deze
medicatie geven hyperprolactinemie
• klinisch onderzoek
o Secundaire geslachtskenmerken aanwezig?
• Om te kijken of er wel ooit oestrogeen productie is geweest
o Ondervoeding?
o Borstonderzoek: galactorree?
• Aanvullend onderzoek
o Hyperprolactinemie: MRI hypofyse
• Adenoom uitsluiten
o Geen galactorree, normaal prolactine, normaal TSH en anamnese negatief: overweeg
beeldvorming om ruimte- innemend proces in hypothalamus of hypofyse uit te
sluiten
• MRI van hersenen maken om te kijken of er niks druk geeft waardoor
hypothalamus/hypofyse niet goed werkt
• Behandeling
o Cave botverlies: orale anticonceptie
• Geen oestrogeen productie is kans op botverlies
• Rond 20 maak je evenveel bot aan als dat je bot afbreekt. Komt door
oestrogeen
• Menopauze heb je geen oestrogeen meer waardoor je meer bot afbreekt en
steeds meer bot verliest
• Dus risico op vroege leeftijd op osteoporose! Dus oestrogeen geven door een
extra pil te geven
o Correctie van de negatieve energiebalans
• Bij teveel sporten!
• Zoveel mogelijk proberen energiebalans te behouden met behulp van dietist.
• Niet altijd mogelijk om topsporters terug in ovulatie te krijgen.