Voeding en voederteelt samenvatting
Les 1
Teveel eiwit; te veel ureum (ammoniak omzet) aanmaak in de lever om zo het
stikstofoverschot af te voeren. Dit komt in de urine of in de melk terecht. Teveel eiwit zorgt
dus voor teveel stikstofoverschot in het lichaam wat juist negatief voor de prodcutie.
Grondstoffen: kvooral veel co-prodcuten en primaire grondstoffen. Deze producten komen
vaak naar onze landbouwhuisdieren. Je hebt de landbouwhuisdieren nodig om de co-
producten op te ruimen. 80% van de grondstoffen komt uit Europa.
Co-producten zijn reststromen, voedselresten, van verwerkers.
Les 3
In respiratie kamers worden Koolstof en methaan uitstoot wordt gemeten aan de hand van
filter paketten (C & N gehalte). De gehaltes van de uitstoot worden gemeten om te kijken of
deze stoffen verteerd of benut zijn geweest. De koolstof atomen die in de lucht worden
gemeten zijn benut, de koolstof atomen die in de mest worden gemeten zijn verteerd.
Deze stoffen worden zo gemeten omdat ze beide door het bloed in het lichaam worden
vervoerd.
Gasuitwisseling= Benut
Vanaf NEp in het schema van young zitten we in het weefsel (spierweefsel etc)
Q-factor (Quality)= benutbaarheid van een grondstof, K-factor= hoe goed is de waarde in het
bloed toepasbaar voor het weefsel.
Wanneer Q-factor= 0,6 betekent het dat van het voer dat een dier tot zich neemt 60% benut
wordt en 40% wordt uitgeschijten door alle ontlastingen enzo.
In krachtvoer is de eiwit bron, lisine of tryptofaan, deze eiwit is een primaire structuur. Dit
zorgt ervoor dat de Q-factor hoog is maar de K-factor weer dichter ligt bij natuurlijke
grondstoffen zoals stro. Dit betekent dat hoe goed de waarde is om dit eiwit te gebruiken niet
denderd veel beter is.
In natuurlijkere grondstoffen zoals stro of soja liggen de eiwitten in de quaternaire structuren
dit betekent dat de Q-factor niet heel hoog is omdat deze eiwitten echt met pepsine en zuren
moeten worden verteerd. K-factor hierin tegen is weer niet zo laag maar ook rond de 0,6
omdat de waarde van het eiwit niet perse veel slechter is.
, Les 4: kringlopen Kuilen
Gevolg van natte kuil met te weinige droge stof
-boterzuur,
-NH3 fractie fractie die je kwijtraakt. Bacteriën ammoniak breken celwand af. Wordt
berekend door RE totaal en RE werkelijk gedeeld
-OEB hoog Geeft aan hoeveel benutting van het eiwit en dus energie er in de pens
plaatsvindt. Als een koe meer eiwit binnenkrijgt dan energie in de pens maar hij er eerst
ammoniak van en vervolgens in de lever ureum en dan in de urine en in de mest ammonium.
Dit wordt in de lucht weer ammoniak= Kringloop! Minder eiwit in het voer betekent dat er
minder ureum wordt uitgescheiden door de lever. Grootste gedeelt van het OEB wordt in de
darm opgenomen als DVE, laten we zeggen 70%. 30% kan niet worden opgenomen in de
darm en wordt dus uitgescheiden.
-ruw eiwit hoger,
-verteert sneller,
-melkzuur relatief hoger omdat suiker is afgebroken tot melkzuur, dit zorgt ervoor dat ph flink
daalt. Dit proces vindt plaats met behulp van vocht omdat deze bacterien alleen maar
werken in vochtig milieu. Droge kuil zal dus rond ph 5.7 zitten.
-ADL/VCOS/verzadigheidswaarde.
-1000 gram DS- Ruw as= organische stof, VCOS= verteerbare organische stof
-Dvmicrobieel eiwit + DVbestendig eiwit- DV feciaal eiwit (endogene verliezen)= DVE
endogene verliezen= het verliezen van een klein beetje eiwit door het schuren van afschuren
van de darmwand.
- Ruwe Celstof. Structuurwaarde zegt iets over de prik: mechanisch= prik in de penswand.
Chemisch: Lengte delen 2,4 is laag. Verzadigingswaarde zegt iets over hoe snel een koe vol
zit van voeding. Gras vult goed, brok moet bijna 3x zoveel van worden gegeven om even vol
te zitten. NDF= methaan vorming over de structuur. NDF verteerbaarheid zegt iets over de
ouderdom. ADL geeft de onverteerbare delen goed, hiermee wil je bij de eerste snee rond de
20 zitten.
-VEM= ruw eiwit, suiker, ruw vet, ruwe celstof, VCOS, ruw as. In najaarskuil komt de VEM uit
suiker, melkt niet makkelijk. In het voorjaar komt VEM uit energie melkt veel makkelijker. In
oude kuil neemt ruwe celstof toe en ruw eiwit af.
-Bij lage ammoniak fractie is omdat stikstof bijna niet kan worden afgebroken door de plant.
Hoe lager de NH3 fractie hoe lager de eiwit. Langere veldperiode
Bex analyse= Bedrijfsspecifieke execretie melkvee
Als kuil lang blijft staan zakt VEM-waarde met VCOS. VCOS geeft aan hoeveel % er
verteerd kan worden. 100% is totale verteerbaarheid dus als VCOS 84% is betekent dat 16%
zou verdwijnen in mest.
Les 5 bodem plant
Engels raaigras heeft paarse voeten, jongste blad gevouwen, oudste gerold. Italiaans heeft
naalden. Ruw beemd kortere wortels die sneller afsterven.
Kropaar= plat
Zegge= Driehoekig
Kruid= vierkant
Les 1
Teveel eiwit; te veel ureum (ammoniak omzet) aanmaak in de lever om zo het
stikstofoverschot af te voeren. Dit komt in de urine of in de melk terecht. Teveel eiwit zorgt
dus voor teveel stikstofoverschot in het lichaam wat juist negatief voor de prodcutie.
Grondstoffen: kvooral veel co-prodcuten en primaire grondstoffen. Deze producten komen
vaak naar onze landbouwhuisdieren. Je hebt de landbouwhuisdieren nodig om de co-
producten op te ruimen. 80% van de grondstoffen komt uit Europa.
Co-producten zijn reststromen, voedselresten, van verwerkers.
Les 3
In respiratie kamers worden Koolstof en methaan uitstoot wordt gemeten aan de hand van
filter paketten (C & N gehalte). De gehaltes van de uitstoot worden gemeten om te kijken of
deze stoffen verteerd of benut zijn geweest. De koolstof atomen die in de lucht worden
gemeten zijn benut, de koolstof atomen die in de mest worden gemeten zijn verteerd.
Deze stoffen worden zo gemeten omdat ze beide door het bloed in het lichaam worden
vervoerd.
Gasuitwisseling= Benut
Vanaf NEp in het schema van young zitten we in het weefsel (spierweefsel etc)
Q-factor (Quality)= benutbaarheid van een grondstof, K-factor= hoe goed is de waarde in het
bloed toepasbaar voor het weefsel.
Wanneer Q-factor= 0,6 betekent het dat van het voer dat een dier tot zich neemt 60% benut
wordt en 40% wordt uitgeschijten door alle ontlastingen enzo.
In krachtvoer is de eiwit bron, lisine of tryptofaan, deze eiwit is een primaire structuur. Dit
zorgt ervoor dat de Q-factor hoog is maar de K-factor weer dichter ligt bij natuurlijke
grondstoffen zoals stro. Dit betekent dat hoe goed de waarde is om dit eiwit te gebruiken niet
denderd veel beter is.
In natuurlijkere grondstoffen zoals stro of soja liggen de eiwitten in de quaternaire structuren
dit betekent dat de Q-factor niet heel hoog is omdat deze eiwitten echt met pepsine en zuren
moeten worden verteerd. K-factor hierin tegen is weer niet zo laag maar ook rond de 0,6
omdat de waarde van het eiwit niet perse veel slechter is.
, Les 4: kringlopen Kuilen
Gevolg van natte kuil met te weinige droge stof
-boterzuur,
-NH3 fractie fractie die je kwijtraakt. Bacteriën ammoniak breken celwand af. Wordt
berekend door RE totaal en RE werkelijk gedeeld
-OEB hoog Geeft aan hoeveel benutting van het eiwit en dus energie er in de pens
plaatsvindt. Als een koe meer eiwit binnenkrijgt dan energie in de pens maar hij er eerst
ammoniak van en vervolgens in de lever ureum en dan in de urine en in de mest ammonium.
Dit wordt in de lucht weer ammoniak= Kringloop! Minder eiwit in het voer betekent dat er
minder ureum wordt uitgescheiden door de lever. Grootste gedeelt van het OEB wordt in de
darm opgenomen als DVE, laten we zeggen 70%. 30% kan niet worden opgenomen in de
darm en wordt dus uitgescheiden.
-ruw eiwit hoger,
-verteert sneller,
-melkzuur relatief hoger omdat suiker is afgebroken tot melkzuur, dit zorgt ervoor dat ph flink
daalt. Dit proces vindt plaats met behulp van vocht omdat deze bacterien alleen maar
werken in vochtig milieu. Droge kuil zal dus rond ph 5.7 zitten.
-ADL/VCOS/verzadigheidswaarde.
-1000 gram DS- Ruw as= organische stof, VCOS= verteerbare organische stof
-Dvmicrobieel eiwit + DVbestendig eiwit- DV feciaal eiwit (endogene verliezen)= DVE
endogene verliezen= het verliezen van een klein beetje eiwit door het schuren van afschuren
van de darmwand.
- Ruwe Celstof. Structuurwaarde zegt iets over de prik: mechanisch= prik in de penswand.
Chemisch: Lengte delen 2,4 is laag. Verzadigingswaarde zegt iets over hoe snel een koe vol
zit van voeding. Gras vult goed, brok moet bijna 3x zoveel van worden gegeven om even vol
te zitten. NDF= methaan vorming over de structuur. NDF verteerbaarheid zegt iets over de
ouderdom. ADL geeft de onverteerbare delen goed, hiermee wil je bij de eerste snee rond de
20 zitten.
-VEM= ruw eiwit, suiker, ruw vet, ruwe celstof, VCOS, ruw as. In najaarskuil komt de VEM uit
suiker, melkt niet makkelijk. In het voorjaar komt VEM uit energie melkt veel makkelijker. In
oude kuil neemt ruwe celstof toe en ruw eiwit af.
-Bij lage ammoniak fractie is omdat stikstof bijna niet kan worden afgebroken door de plant.
Hoe lager de NH3 fractie hoe lager de eiwit. Langere veldperiode
Bex analyse= Bedrijfsspecifieke execretie melkvee
Als kuil lang blijft staan zakt VEM-waarde met VCOS. VCOS geeft aan hoeveel % er
verteerd kan worden. 100% is totale verteerbaarheid dus als VCOS 84% is betekent dat 16%
zou verdwijnen in mest.
Les 5 bodem plant
Engels raaigras heeft paarse voeten, jongste blad gevouwen, oudste gerold. Italiaans heeft
naalden. Ruw beemd kortere wortels die sneller afsterven.
Kropaar= plat
Zegge= Driehoekig
Kruid= vierkant
