Examenvragen 1e zit 2020
1. Curve (plasmaspiegelcurve) uitzetten met gegevens; halfwaardetijd berekenen
en totale plasmaklaring
2. Waarom mogen Bètablokkers niet gegeven worden aan astmapatiënten?
- Bètablokkers in combinatie met bèta2-mimetica kan ernstige
astmatische aanvallen veroorzaken (= antagonisten) want de
bijwerkingen van bètablokkers zijn bronchoconstrictie en
bronchospasmen
3. Hoe werkt het principe van microtubuli-inhibitoren tijdens behandeling kanker
- Microtubulaire inhibitoren behoren tot de antitumorale GM of
cytostatica die gebruikt worden bij chemotherapie
o Vinca-alkaloïden: vormen verbindingen met
tubulinedimeren = spoelfiguur kan niet worden gevormd
o Taxanen: afbraakverhindering van spoelfiguur
o Eribuline: remt celdeling door polymerisatie tubuline te
blokkeren
Analoog voor halichondrine (geïsoleerd uit zeespons).
4. Werking vluchtige olïen
- Tegen jeuk (lokaal anestheticum)
- Kalmerend
- Expectorerende functie
- Op huid, wonden, slijmvliezen: verhoogde bloedtoevoer en
toevoer WBC
o Als bactericide zalf (tegen bacteriën), wrijfmiddel tegen
rheuma
- Stimuleert afscheiding spijsverteringssappen (speeksel, maag,
darm, gal)
o Eupepticum, verbeterde darmwerking, verminderen
darmgassen
5. Schema cAMP uitleggen + waarom nuttig om fosfodiesterase inhibitoren te
gebruiken
- cAMP heeft invloed op de hartcontractie:
o adrenaline x B-adrenerge receptoren -> cAMP in cel ↑
o cAMP -> activiteit proteïne kinase A (PKA) ↑
o PKA -> fosforylering Ca-kanalen en verhoogde Ca-influx
o Ca conc ↑ = hartcontractie ↑
- Fosfodiësterasen = afbraak cAMP = ↓ hartcontractie
, <-> Fosfodiësterase inhibitoren = ↓ enzymatische werking = ↑
hartcontractie
6. Vraagjes adhv GeneesMiddelenRepetorium
- Cimetidine
- Rupatall
- Loperamide
- ACE-inhibitor
- 4 GM bij astma en bespreek werking
7. Vragen over farmacognosie
7.1 Leg de werking van flavonoïden uit
- GM tegen veneuze insufficiëntie: tonica voor venen, beschermers van
capillairen.
o Vit P werking: ↓ permeabiliteit, ↑ weerstand capillairen
o Coronair dilaterend
o Positief inotroop effect op hartspier
- Gebruikt bij verminderde capillairresistentie: scheurbuik, diabetes,
arteriosclerose, ↑BD
- Sommige: bestrijden vaatstoornissen en verbeteren doorbloeding in perifere
en cerebrale bloedvaten
- Vb. Rutine in boekweit
7.2 Leg de werking van harsen en balsems uit
- Harsen afgescheiden uit klieren van bomen. Zijn mengsels van niet-vluchtige
stoffen al dan niet met vluchtige oliën, indien wel = balsems (niet-vluchtige
stoffen + vluchtige oliën)
o Antiseptische werking
Vb. Perubalsem -> kloven
o Expectorerend
Vb. Tolubalsem
7.3 Hoe maak je een maceraat
- Het weken of doordrenken van plantenmateriaal in bijvoorbeeld water,
alcohol,..etc om zo actieve bestanddelen te extraheren
o Slijmstoffen zoals Ijslandsmos wordt geweekt in koud water om
verminderde werking en klonteren tegen te gaan
8. Geef 2 soorten antimetabolieten + verklaar hun werking (adhv gegeven schema 1)
- Antimetabolieten interfereren met synthese van NZ en EIW
(=chemotherapie)
1
Je krijgt op examen 3 soorten schema’s (= 3 soorten antimetabolieten), je kiest er 2
waarvan je de werking uitlegt aan de hand van dit schema