100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

Examenvragen internationaal recht (2024)

Rating
5.0
(1)
Sold
8
Pages
12
Uploaded on
18-11-2024
Written in
2023/2024

Dit zijn examenvragen van de voorbije jaren voor het vak Internationaal recht, gedoceerd in het tweede jaar rechten door professor Smis. Dit document bevat meerkeuzevragen, open vragen en casussen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 18, 2024
Number of pages
12
Written in
2023/2024
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

EXAMENVRAGEN
EXAMEN 2013
1. Juist of fout?
a) Internationale verdragen genereren internationale verplichtingen vanaf hun ondertekening
 FOUT
b) Het internationaal Strafhof is ook bevoegd om individuen te berechten die de nationaliteit
hebben van een Staat die geen partij is bij het Statuut van het Hof
 JUIST
c) Voor het bestaan van een regel van internationaal gewoonterecht is een vrijwel uniformele
praktijk vereist
 JUIST

2. Bespreek “peacekeeping” binnen het systeem van de VN?

3. Welke van de volgende beweringen is juist
a) In het federaal parlement is de instemming met gemengde verdragen een monocamerale
aangelegenheid van de Senaat
b) Een senator kan een wetsvoorstel houdende instemming met een verdrag indienen in de
Senaat
c) Wetten houdende instemming met verdragen zijn materiële wetten
d) Inzake parlementaire instemming, kan het federaal Parlement een verdrag niet amenderen of
splitsen, maar het kan wel zijn instemming laten afhangen van de formulering van een
voorbehoud door de koning.
D

4. Welke van de volgende beweringen is juist?
a) Internationale rechterlijke en scheidsrechterlijke beslissingen hebben een absoluut gezag van
gewijsde
b) Over de vraag naar de hiërarchische verhouding tussen de GW en het IR, poneert het GwH, in
beginsel, het principe van de voorrang van ongrondwettige verdragen op de GW.
c) Inzake de tegenwerpbaarheid van verdragen aan particulieren aanvaardt het Hof van Cassatie
dat volumineuze verdragen van technische aard in het Belgische Staatsblad bij uittreksel
mogen worden bekendgemaakt
d) Het instrument van de volkenrechtconforme interpretatie vereist geen directe werking van
de internationaalrechtelijke norm in kwestie: principe van interpretatie door de Belgische
hoven en rechtbanken van het Belgisch intern recht conform het internationaal recht met of
zonder directe werking
D

5. Welke van de volgende beweringen is juist?
a) Het vraagstuk van de directe werking is beperkt tot verdragen en is niet van toepassing op
regels van internationaal gewoonterecht en op bindende beslissingen van internationale
organisaties

, b) Aangezien soft law instrumenten in het internationaal recht niet juridisch verbindend zijn, kan
de Belgische wetgever of regelgever naar soft law instrumenten verwijzen in interne
wetgeving of regelgeving (geen techniek van renvoi mogelijk)
c) Aangezien soft law instrumenten in het internationaal recht in zekere mate juridisch
verbindend zijn, kunnen ze als rechtsbron doorwerken in de Belgische rechtsorde
d) Het HvC poneert, in het arrest West-Europese Unie van 21 december 2009 “het algemeen
rechtsbeginsel dat de bepalingen van internationaal recht met directe werking voorrang
hebben op de bepalingen van nationaal recht”
D

6. Welke van de volgende beweringen is juist?
a) In het kader van de overheidsaansprakelijkheid voor een fout van een magistraat o.g.v de
artikelen 1382 en 1383 BW, heeft het HvC in het Anca II-arrest van 8 december 1994 gesteld
dat naast de schending van de zorgvuldigheidsplicht ook de schending van een
internationaalrechtelijke norm met of zonder directe werking aanleiding kon geven tot
aansprakelijkheid van de Belgische Staat
b) De niet-bekendmaking of onregelmatige bekendmaking van verdragen kan geen aanleiding
geven tot schadevergoeding krachtens art. 1382 BW, zelfs indien derden hierdoor schade
zouden lijden
c) Over de vraag naar de hiërarchische verhouding tussen de Grondwet en het Internationaal
recht, poneert de RvS (afdeling bestuursrechtspraak) in het arrest Drecoll van 25 janurai 1906
het principe van de voorrang van het internationaal gewoonterecht op de Grondwet
d) Opdat een particulier een verdragsbepaling zou kunnen inroepen als onrechtstreekse
toetsingsgrond van een interne rechtsnorm, heeft het GwH de vereiste van directe werking
van de verdragsbepaling uiteindelijk terecht laten vervallen.
D

7. Welke van de volgende beweringen is juist?
a) In geval van manifeste antinomie tussen het EU-recht en het EVRM, heeft het HvJ vd EU in
het arrest Pittacos t/België van 2 mei 2000 het principe geponeerd van de voorrang van het
EU-recht als “supranationaal instrument van Europese integratie” boven het EVRM
b) In beginsel kan een particulier zich ten aanzien van de Belgische overheid niet beroepen op
een recht dat hij put uit een niet-bekendgemaakt verdrag met directe werking dat BE bindt
en dat de vereiste parlementaire instemming heeft verkregen. De (regelmatige) publicatie is
immers op zich een receptievoorwaarde voor de werking van het verdrag in de Belgische
rechtsorde
c) Directe werking van de internationaalrechtelijke norm is vereist in het kader van een
prejudicieel of incidenteel geschil
d) Het Hof van Beroep van Brussel oordeelde in een arrest van 28 januari 2003 dat het bestuur
wel degelijk uit eigen beweging een wettelijke bepaling buiten toepassing kan verklaren
wegens strijdigheid met het internationaal publiekrecht, zonder dat hiervoor een rechterlijke
tussenkomst vereist is.
 D: a is fout want Pittacos is een arrest uit 1996 en niet 2000
$4.84
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
2 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Raan2708 Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
144
Member since
2 year
Number of followers
26
Documents
8
Last sold
5 days ago

4.3

11 reviews

5
7
4
2
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions