Privaatrecht 2 | Goederenrecht (groene tabjes)
Stof van week 1
➔ Philips H3 en H5.1
➔ Bestand Kampherbeek
➔ PowerPoint
➔ Aantekeningen
Wat is het verschil tussen Burgerlijk wetboek 3,5,6,7?
Boek 3 en 5: Verbintenissenrecht = relatieve rechten -> gelden tussen personen die een
onderlinge relatie hebben. (Bv een koper en een verkoper)
Boek 6 en 7: Goederenrecht = absolute rechten -> rechten die gelden tegenover iedereen.
(Bv eigendomsrecht op een huis)
• Gekoppeld aan eigendom
• Zaakgevolg: blijft rusten op de zaak
• Gesloten systeem: alleen in de wet genoemde mogelijkheden
• Publiciteitsvereiste
• Prioriteitsregel: oudste recht gaat voor nieuwe rechten
Boek 3 resulteert in boek 6 want: De rechtshandeling resulteert in verbintenissen
Vermogensrecht
Het vermogensrecht (boek 3 BW) = Regelt alle handelingen met juridische gevolgen van
burgers onderling, die in geld uit te drukken zijn.
Vermogen = alle in geld waardeerbare rechten en plichten, van 1 persoon. Dus goederen.
1. Rechten:
Rechten met betrekking tot goederen: te vinden in het goederenrecht
Vorderingen op een persoon: te vinden in het verbintenissenrecht
2. Plichten:
Schulden bij een persoon: te vinden in het verbintenissenrecht
Goederen bestaan uit:
• Zaken (art. 3.2 BW) = tastbare voorwerpen met een bepaalde waarde. Hoofdzaak
+ bestandsdelen
- Roerende zaken = (art. 3.3 lid 2 BW) verplaatsbaar (alle zaken die niet
onroerend zijn)
- Onroerende zaken = (art 3.3 lid 1 BW) niet (makkelijk) verplaatsbaar, of als
het gebouw of werk bestemd is om ter plaatse te blijven.
Grond
Delfstoffen die nog in de grond zitten
Planten, gebouwen en werken die aan de grond vastzitten
Gebouw of werk die is verenigd aan een ander gebouw/werk die vast
aan de grond zit.
Woningen/gebouwen zijn niet duurzaam met de grond verenigd als er geen
nutsvoorzieningen zijn en als ze geen adres hebben.
Wanneer je dit moeilijk vindt om te bepalen, stel deze vragen:
Stof van week 1
➔ Philips H3 en H5.1
➔ Bestand Kampherbeek
➔ PowerPoint
➔ Aantekeningen
Wat is het verschil tussen Burgerlijk wetboek 3,5,6,7?
Boek 3 en 5: Verbintenissenrecht = relatieve rechten -> gelden tussen personen die een
onderlinge relatie hebben. (Bv een koper en een verkoper)
Boek 6 en 7: Goederenrecht = absolute rechten -> rechten die gelden tegenover iedereen.
(Bv eigendomsrecht op een huis)
• Gekoppeld aan eigendom
• Zaakgevolg: blijft rusten op de zaak
• Gesloten systeem: alleen in de wet genoemde mogelijkheden
• Publiciteitsvereiste
• Prioriteitsregel: oudste recht gaat voor nieuwe rechten
Boek 3 resulteert in boek 6 want: De rechtshandeling resulteert in verbintenissen
Vermogensrecht
Het vermogensrecht (boek 3 BW) = Regelt alle handelingen met juridische gevolgen van
burgers onderling, die in geld uit te drukken zijn.
Vermogen = alle in geld waardeerbare rechten en plichten, van 1 persoon. Dus goederen.
1. Rechten:
Rechten met betrekking tot goederen: te vinden in het goederenrecht
Vorderingen op een persoon: te vinden in het verbintenissenrecht
2. Plichten:
Schulden bij een persoon: te vinden in het verbintenissenrecht
Goederen bestaan uit:
• Zaken (art. 3.2 BW) = tastbare voorwerpen met een bepaalde waarde. Hoofdzaak
+ bestandsdelen
- Roerende zaken = (art. 3.3 lid 2 BW) verplaatsbaar (alle zaken die niet
onroerend zijn)
- Onroerende zaken = (art 3.3 lid 1 BW) niet (makkelijk) verplaatsbaar, of als
het gebouw of werk bestemd is om ter plaatse te blijven.
Grond
Delfstoffen die nog in de grond zitten
Planten, gebouwen en werken die aan de grond vastzitten
Gebouw of werk die is verenigd aan een ander gebouw/werk die vast
aan de grond zit.
Woningen/gebouwen zijn niet duurzaam met de grond verenigd als er geen
nutsvoorzieningen zijn en als ze geen adres hebben.
Wanneer je dit moeilijk vindt om te bepalen, stel deze vragen:
