Leefklimaat in de klinische forensische zorg
Hoofdstuk 8 – Behandelklimaat in een forensisch psychiatrische setting
Theoretische achtergrond
Al in de jaren 60 werd gesteld dat de kwaliteit van het behandelklimaat in een gesloten forensische
setting doorslaggevend kon zijn voor rehabilitatie en vermindering van recidive.
Orthopedagoog Kok (1994) stelde een hiërarchisch model op van effectieve groepsgewijze
behandeling, waarbij de eerstegraadsstrategie (de ‘basis’) het behandelklimaat op de groep was en
algemene en specifieke behandelmethoden respectievelijk de tweede- en derdegraads strategie
werden genoemd.
1. Eerstegraadsstrategie = het behandelklimaat op de groep (basis)
2. Tweedegraadsstrategie = specifieke behandelmethodiek
3. Derdegraadsstrategie = individuele therapie
Recentelijk is een aantal overzichtsstudies gepubliceerd die laten zien dat jongeren en
jongvolwassenen kunnen profiteren van een gesloten residentiële behandeling. Recente
internationale meta-analyses en andere overzichtsstudies wijzen eveneens op een bescheiden
positief effect van gesloten residentiële hulpverlening, vergeleken met alleen maar opsluiten.
Een goed behandelklimaat binnen de muren, uit zich ook buiten de muren. Wanneer PIJ-jongeren
(PIJ = Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) een positief behandelklimaat in de instelling
ervoeren, accepteerden ze vaker vrijwillige nazorg.
Een positief behandelklimaat, gekenmerkt door support en responsiviteit van sociotherapeuten,
voldoende mogelijkheden voor persoonlijke groei en een gestructureerde, veilige atmosfeer waar
jongeren en medewerkers elkaar met respect behandelen, kan bijdragen tot stabilisatie van
persoonlijkheidsproblematiek, minder agressie, de ontwikkeling van onder meer een interne locus of
control, behandelmotivatie, groei van empathie en geweten en minder criminele cognities en
denkfouten.
Zo kan een positief behandel klimaat bijdragen aan een effectievere behandelmethodiek (2 e graad)
en individuele therapie (3e graad).
Voorwaarde voor het creëren van een positief behandelklimaat is evenwel dat medewerkers een
balans kunnen hanteren tussen structuur en flexibiliteit.
Als gevolg van persoonlijke problemen van patiënten en de gedwongen setting liggen incidenten
altijd op de loer en een reactie van medewerkers hierop kan het ontwikkelen van angst zijn. Angst bij
medewerkers zorgt ervoor dat de benodigde flexibiliteit verdwijnt en een rigide, beheersmatig
klimaat kan ontstaan dan patiënten in hun ontwikkeling kan beperken, maar ook de resultaten van
de behandelmethodiek kan frustreren.
Een andere mogelijke reactie kan vluchtgedrag zijn: medewerkers trekken zich terug in kantoor en
laten de patiënten het zelf oplossen.
De begeleiding bestaat er onder meer uit dat psychiater, afdelingshoofd, coachend sociotherapeut
of hoofd behandeling veelal bij de verzorging van en activiteiten met de patiënt aanwezig is en bij
bijzonderheden bereikbaar. Dat is hard nodig om gezamenlijk goed in te kunnen schatten hoe de
veiligheid, maar ook de voortgang in het behandeltraject het best gewaarborgd kan blijven.
Leiderschap
Medewerkers hebben op de groep voortdurend ondersteuning nodig om balans tussen flexibiliteit
en structuur goed te kunnen realiseren en professioneel te kunnen blijven handelen. Wanneer
leiderschap door teamleiders of gedragsdeskundigen ontbreekt, liggen dilemma’s en angst op de
loer.
Hoofdstuk 8 – Behandelklimaat in een forensisch psychiatrische setting
Theoretische achtergrond
Al in de jaren 60 werd gesteld dat de kwaliteit van het behandelklimaat in een gesloten forensische
setting doorslaggevend kon zijn voor rehabilitatie en vermindering van recidive.
Orthopedagoog Kok (1994) stelde een hiërarchisch model op van effectieve groepsgewijze
behandeling, waarbij de eerstegraadsstrategie (de ‘basis’) het behandelklimaat op de groep was en
algemene en specifieke behandelmethoden respectievelijk de tweede- en derdegraads strategie
werden genoemd.
1. Eerstegraadsstrategie = het behandelklimaat op de groep (basis)
2. Tweedegraadsstrategie = specifieke behandelmethodiek
3. Derdegraadsstrategie = individuele therapie
Recentelijk is een aantal overzichtsstudies gepubliceerd die laten zien dat jongeren en
jongvolwassenen kunnen profiteren van een gesloten residentiële behandeling. Recente
internationale meta-analyses en andere overzichtsstudies wijzen eveneens op een bescheiden
positief effect van gesloten residentiële hulpverlening, vergeleken met alleen maar opsluiten.
Een goed behandelklimaat binnen de muren, uit zich ook buiten de muren. Wanneer PIJ-jongeren
(PIJ = Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) een positief behandelklimaat in de instelling
ervoeren, accepteerden ze vaker vrijwillige nazorg.
Een positief behandelklimaat, gekenmerkt door support en responsiviteit van sociotherapeuten,
voldoende mogelijkheden voor persoonlijke groei en een gestructureerde, veilige atmosfeer waar
jongeren en medewerkers elkaar met respect behandelen, kan bijdragen tot stabilisatie van
persoonlijkheidsproblematiek, minder agressie, de ontwikkeling van onder meer een interne locus of
control, behandelmotivatie, groei van empathie en geweten en minder criminele cognities en
denkfouten.
Zo kan een positief behandel klimaat bijdragen aan een effectievere behandelmethodiek (2 e graad)
en individuele therapie (3e graad).
Voorwaarde voor het creëren van een positief behandelklimaat is evenwel dat medewerkers een
balans kunnen hanteren tussen structuur en flexibiliteit.
Als gevolg van persoonlijke problemen van patiënten en de gedwongen setting liggen incidenten
altijd op de loer en een reactie van medewerkers hierop kan het ontwikkelen van angst zijn. Angst bij
medewerkers zorgt ervoor dat de benodigde flexibiliteit verdwijnt en een rigide, beheersmatig
klimaat kan ontstaan dan patiënten in hun ontwikkeling kan beperken, maar ook de resultaten van
de behandelmethodiek kan frustreren.
Een andere mogelijke reactie kan vluchtgedrag zijn: medewerkers trekken zich terug in kantoor en
laten de patiënten het zelf oplossen.
De begeleiding bestaat er onder meer uit dat psychiater, afdelingshoofd, coachend sociotherapeut
of hoofd behandeling veelal bij de verzorging van en activiteiten met de patiënt aanwezig is en bij
bijzonderheden bereikbaar. Dat is hard nodig om gezamenlijk goed in te kunnen schatten hoe de
veiligheid, maar ook de voortgang in het behandeltraject het best gewaarborgd kan blijven.
Leiderschap
Medewerkers hebben op de groep voortdurend ondersteuning nodig om balans tussen flexibiliteit
en structuur goed te kunnen realiseren en professioneel te kunnen blijven handelen. Wanneer
leiderschap door teamleiders of gedragsdeskundigen ontbreekt, liggen dilemma’s en angst op de
loer.