HOOFDSTUK 1:
In de geschiedenis stellen we historische vragen over specifieke onderwerpen.
Antwoorden zoeken we in sporen die het verleden tot vandaag heeft nagelaten. Die
sporen worden zo historische bronnen.
soorten bronnen:
geschreven bronnen
ongeschreven bronnen: mondelinge - visuele - monumentale - archeologische
bronnen.
Het verhaal van de Minotauros:
Goden:
Zeus
Poseidon
Aphrodite
andere personages:
Minos = koning van Kreta
Ariadne = dochter van Minos
Pasiphae = vrouw van Minos
Theseus = prins van Athene
Minotauros = monster
De boodschap van deze mythe:
Eerst was Kreta de baas over de mediterrane wereld. Dat komt door hun zeehandel.
Later nam Griekenland de macht over.
Kenmerken van het paleis van Knossos:
veel velden rond het paleis
veel ingangen
er was een binnenplein
het was heel groot
veel verdiepingen
…
Het was een verzonnen verhaal met een kern van waarheid.
De Atheners waren trots op hun leidinggevende rol in de Griekse wereld.
Knossos is een plaats op het eiland Kreta.
Archeologen ca. 1900 neerstreken op het eiland.
ambachtslui: handarbeiders
, De archeologen dateerden de bloeiperiode van het ‘Paleis van Knossos’ tussen 2000
v.C. en 1400 v.C.
Fresco is een muurschildering
De stier was er blijkbaar een belangrijk symbool voor de god Poseidon.
Kruiken/voorraadkruiken werden gemaakt uit klei.
HOOFDSTUK 2:
De 7 tijdvakken van de geschiedenis:
1. prehistorie ( 3 mil v.C. - 3500 v.C.) de eerste mensen
2. oude Nabije Oosten (3500 v.C. - 800 v.C.) de uitvinding van het schrift
3. klassieke oudheid (800 v.C. - 500) begin van de griekse en romeinse
beschaving
4. middeleeuwen (500 - 1450) de val van Rome
5. vroegmoderne tijd (1450 - 1750) de ontdekking van Amerika
6. moderne tijd (1750 - 1945) de franse revolutie
7. hedendaagse tijd (1945 - nu) einde W.O.II
De klassieke oudheid speelt zich af in de mediterrane wereld, de gebieden rondom
de Middellandse Zee.
de 4 maatschappelijke domeinen:
economisch:
voedsel, kleding, wonen
werk
handel
transport
cultureel:
communicatie
kunst
geloof, godsdienst, levensbeschouwing
wetenschap
politiek:
afspraken
organisatie
regels, wetten
rechten, plichten
sociaal:
individu, groep
verhouding tussen mensen
rollenpatroon