PROCUDERENDE JURIST IN HET
CIVIELE DOMEIN
Week 1 – les 1 – Hoofdstuk 1
Week 1 – les 2 – Hoofdstuk 2 par. 2.1 t/m 2.4
Week 2 – les 1 – Hoofdstuk 2 par. 2.5
Week 2 – les 2 – Hoofdstuk 4
Week 3 – les 1 – Hoofdstuk 3
Week 3 – les 2 – Hoofdstuk 5
Week 4 – les 1 – Gastspreker
Week 4 – les 2 – Hoofdstuk 6
Week 5 – les 1 – Hoofdstuk 7 & 8
Week 5 – les 2 – Hoofdstuk 9
WEEK 1 – LES 1 – BASISBEGINSELEN EN DEELNEMERS BURGERLIJK
PROCESRECHT.................................................................................... 2
WEEK 1 – LES 2 – DAGVAARDIGNSPROCEDURE IN EERSTE AANLEG.........7
WEEK 2 – COLLEGE 1 – DAGVAARDINGSPROCEDURE IN EERSTE AANLEG:
INCIDENTEN...................................................................................... 12
WEEK 2 – COLLEGE 2 – KORTGEDINGPROCEDURE................................. 19
WEEK 3 – COLLEGE 1 – VERZOEKSCHRIFTPROCEDURE IN EERSTE AANLEG
........................................................................................................ 24
WWEEK 3 – COLLEGE 2 – BEWIJS......................................................... 28
WEEK 4 – COLLEGE 1 – GASTSPREKER................................................. 32
WEEK 4 – COLLEGE 2 – VONNISSEN, BESCHIKKINGEN, RECHTSMIDDELEN
........................................................................................................ 32
WEEK 5 – COLLEGE 1 – KOSTEN JURIDISCHE PROCEDURE, EXECUTIE EN
BESLAG............................................................................................ 38
WEEK 5 – COLLEGE 2 – ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING.........42
STUDIEMEISTER OEFENVRAGEN KERNTAKEN....................................... 46
,WEEK 1 – LES 1 – BASISBEGINSELEN EN DEELNEMERS BURGERLIJK
PROCESRECHT
1.FORMEEL VS MATERIEEL RECHT
Publiekrecht versus Privaatrecht
------------------------------------------
Materieel Materieel
Formeel Formeel
Functies burgerlijk procesrecht:
1. Handhaven/beïnvloeden burgerlijke rechten en plichten
2. Voorkomen gerechtelijke procedures
3. Voorkomen eigen richting voorkomen dat burger heft in eigen handen neemt.
2.BRONNEN BURGERLIJK PROCESRECHT
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- Wet op de rechterlijke organisatie
- Landelijke procesreglementen
- Internationale regelgeving o.a. Brussel I-bis
- Jurisprudentie
3.ALGEMENE UITGANSPUNTEN (NIET LIMITATIEF)
- Hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel) – art. 19 Rv partijen in de gelegenheid
stellen om hun zegje te doen en ook om te kunnen reageren op wat de ander
heeft gezegd. Als de eisende partij een processtuk neemt (een dagvaarding) dan
mag de ander dat ook. Als de een mondeling mag reageren dan mag de ander dat
ook.
- Beginsel partijautonomie – art. 24 Rv partijen bepalen zelf of ze een zaak
aanhankelijk maken bij een rechter. Rechter mag alleen oordelen over dingen die
partijen zelf aanbrengen. Partijautonomie wil niet zeggen dat het allemaal vrijheid
blijheid is, maar er zijn ook verplichtingen
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn – art. 20 Rv rechter moet
waken, heeft verplichting
- Waarheidsplicht – art. 21 Rv
- Openbaarheid uitspraak en openbaarheid zitting – art. 27,29 Rv
- Motiveringsbeginsel – art. 30 Rv, art. 121 Gw, art. 5 lid 1 Wet RO
- Onafhankelijkheid/onpartijdigheid rechter (wraking) – art. 36 Rv
4.DEELNEMERS
- Procespartijen:
o Formeel/materieel
o Natuurlijke personen/rechtspersonen
- Rechtshulpverleners
- Gerechtsdeurwaarder uitreiken van dagvaardingen. Deurwaarder heb je ook
nodig voor vonnis excuteren. Je kan niet als advocaat zelfstandig executeren, dat
moet de deurwaarder doen.
, - Rechter
OPDRACHTEN LES 1
CASUS 1
Maarten, woonachtig in Nederland is op vakantie in België als hij in Knokke, in galerie “de
schone Kunst” een prachtig schilderij ziet hangen van de bekende kunstenaar Dixie. Hij
besluit ter plekke het schilderij te kopen. Het schilderij is helaas te groot om meteen mee
te nemen. Afgesproken wordt dat de galerie het schilderij twee weken later, als Maarten
weer thuis is van vakantie, thuisbezorgt.
Helaas voor Maarten, de galerie blijft ondanks diverse sommaties in gebreke het
schilderij te leveren. Maarten ziet zich gedwongen galerie "de schone Kunst" in rechte te
betrekken.
1. Leg uit welke nationale rechter(s) in dit Europees conflict bevoegd is/zijn.
Je kijkt hiervoor in de verordening Brussel I-bis. Afdeling 1 geeft de bevoegdheden
weer. In art. 4 lid 1 en art. 5 staat dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van
een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat.
In art. 7 vind je dan de alternatieve Fora, dit kan dus ook. Zowel Nederland als België is
bevoegd. Belgische rechter op basis van art. 4 en nederlandse rechter op basis van art. 7
en art. 5 maakt dit mogelijk.
Ga hierna ervan uit dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat ook het
Nederlands recht van toepassing is
In de namens Maarten uitgebrachte dagvaarding is als roldatum woensdag
3 april 10.00 uur opgenomen.
Pak het landelijk procesreglement voor rolzaken kanton om vraag 2 te kunnen
beantwoorden.
2. Geef aan wanneer de dagvaarding uiterlijk moet zijn ingediend bij de rechtbank,
sector kanton.
Het begint altijd met schriftelijke … advocaat geeft dagvaarding aan deurwaarder.
Deurwaarder gaat dit betekenen/uitreiken. In dagvaarding staat als roldatum 3 april.
Partijen weten dat er een procedure is, maar rechtbank weet dit nog niet. De laatste dag
om de rechtbank te informeren is: art. 3.1 landelijk procesreglement voor rolzaken
kanton kijk in de noot 8: In verband met de grote te verwerken aantallen is tijdige
aanbieding van de dagvaarding ter griffie onontbeerlijk, onverminderd het bepaalde in
art. 125 Rv, waarbij met ‘laatste dag waarop de griffie is geopend’, wordt bedoeld de
‘laatste dag dat de griffie is geopend tot en met 24:00 uur’. Dus uiterlijk 2 april moet
roldatum bij griffie zijn binnengekomen.
Vervolg: Pak het landelijk procesreglement voor dagvaardingszaken bij rechtbanken erbij
en kijk in art. 1.13.
, 3. Leg uit welk algemeen uitgangspunt/algemene rechtsbeginsel aan dit artikel ten
grondslag ligt. Waar is dit beginsel in de wet (RV) opgenomen?
Art. 1.13 Ambtshalve handhaven termijnen, verval van recht De termijnen worden
ambtshalve gehandhaafd, tenzij uit dit reglement anders voortvloeit. Indien een
proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en van die termijn
geen uitstel kan worden verkregen, vervalt het recht de proceshandeling te verrichten.
Als je te laat bent, vervalt je recht, met andere woorden, termijnen hanteert de rechter
uit zichzelf. Art. 20 lid 1 Rv - Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
4. Bedenk een vraag die je wilt stellen aan de gastspreker (deurwaarder)in week 4.
Hoe gaat u om met de emotionele kant van het werk, vooral wanneer mensen in
moeilijke situaties verkeren?”
Welke zaak/situatie is u het meest bijgebleven en waarom?
VRAGEN BOEK
VRAAG 1.1
Vraag 1: Nina koopt bij garage Geluk een nieuwe auto. Partijen spreken af dat de auto
een maand na aankoop zal worden geleverd en dat Nina de auto bij levering moet
betalen.
- Materieel burgerlijk recht: het gaat hier om het sluiten van een koopovk (art.
6:213 e.v. BW): een vaststelling van rechten en plichten.
Vraag 2: Nina botst bij het ophalen van haar auto tegen een op het terrein van de
garage geparkeerde auto. Zowel haar eigen auto als de geparkeerde auto raakt
beschadigd.
- Materieel burgerlijk recht: het gaat hier om een feitelijke handeling (de aanrijding)
met schade en het vergoeden van die schade (verbintenis uit de wet: art. 6:162
BW – onrechtmatige daad).
Vraag 3: Nina ontvangt een dagvaarding waarin een schadevergoeding van €5.000 van
haar wordt geëist door Sem, de eigenaar van de beschadigde auto.
- Formeel burgerlijk recht: met de indiending van de dagvaarding start de
gerechtelijke procedure (art. 125 Rv).
Vraag 4: Nina wordt door de advocaat van Sem tijdens een getuigenverhoor
ondervraagd over de toedracht van de schade.
- Formeel burgerlijk recht: het gaat hier om een proceshandeling: het horen van
gedaagde tijdens een getuigenverhoor (art. 163 e.v. Rv).
Vraag 5: Nina betaalt de schadevergoeding van €5.000 aan Sem.
CIVIELE DOMEIN
Week 1 – les 1 – Hoofdstuk 1
Week 1 – les 2 – Hoofdstuk 2 par. 2.1 t/m 2.4
Week 2 – les 1 – Hoofdstuk 2 par. 2.5
Week 2 – les 2 – Hoofdstuk 4
Week 3 – les 1 – Hoofdstuk 3
Week 3 – les 2 – Hoofdstuk 5
Week 4 – les 1 – Gastspreker
Week 4 – les 2 – Hoofdstuk 6
Week 5 – les 1 – Hoofdstuk 7 & 8
Week 5 – les 2 – Hoofdstuk 9
WEEK 1 – LES 1 – BASISBEGINSELEN EN DEELNEMERS BURGERLIJK
PROCESRECHT.................................................................................... 2
WEEK 1 – LES 2 – DAGVAARDIGNSPROCEDURE IN EERSTE AANLEG.........7
WEEK 2 – COLLEGE 1 – DAGVAARDINGSPROCEDURE IN EERSTE AANLEG:
INCIDENTEN...................................................................................... 12
WEEK 2 – COLLEGE 2 – KORTGEDINGPROCEDURE................................. 19
WEEK 3 – COLLEGE 1 – VERZOEKSCHRIFTPROCEDURE IN EERSTE AANLEG
........................................................................................................ 24
WWEEK 3 – COLLEGE 2 – BEWIJS......................................................... 28
WEEK 4 – COLLEGE 1 – GASTSPREKER................................................. 32
WEEK 4 – COLLEGE 2 – VONNISSEN, BESCHIKKINGEN, RECHTSMIDDELEN
........................................................................................................ 32
WEEK 5 – COLLEGE 1 – KOSTEN JURIDISCHE PROCEDURE, EXECUTIE EN
BESLAG............................................................................................ 38
WEEK 5 – COLLEGE 2 – ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING.........42
STUDIEMEISTER OEFENVRAGEN KERNTAKEN....................................... 46
,WEEK 1 – LES 1 – BASISBEGINSELEN EN DEELNEMERS BURGERLIJK
PROCESRECHT
1.FORMEEL VS MATERIEEL RECHT
Publiekrecht versus Privaatrecht
------------------------------------------
Materieel Materieel
Formeel Formeel
Functies burgerlijk procesrecht:
1. Handhaven/beïnvloeden burgerlijke rechten en plichten
2. Voorkomen gerechtelijke procedures
3. Voorkomen eigen richting voorkomen dat burger heft in eigen handen neemt.
2.BRONNEN BURGERLIJK PROCESRECHT
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- Wet op de rechterlijke organisatie
- Landelijke procesreglementen
- Internationale regelgeving o.a. Brussel I-bis
- Jurisprudentie
3.ALGEMENE UITGANSPUNTEN (NIET LIMITATIEF)
- Hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel) – art. 19 Rv partijen in de gelegenheid
stellen om hun zegje te doen en ook om te kunnen reageren op wat de ander
heeft gezegd. Als de eisende partij een processtuk neemt (een dagvaarding) dan
mag de ander dat ook. Als de een mondeling mag reageren dan mag de ander dat
ook.
- Beginsel partijautonomie – art. 24 Rv partijen bepalen zelf of ze een zaak
aanhankelijk maken bij een rechter. Rechter mag alleen oordelen over dingen die
partijen zelf aanbrengen. Partijautonomie wil niet zeggen dat het allemaal vrijheid
blijheid is, maar er zijn ook verplichtingen
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn – art. 20 Rv rechter moet
waken, heeft verplichting
- Waarheidsplicht – art. 21 Rv
- Openbaarheid uitspraak en openbaarheid zitting – art. 27,29 Rv
- Motiveringsbeginsel – art. 30 Rv, art. 121 Gw, art. 5 lid 1 Wet RO
- Onafhankelijkheid/onpartijdigheid rechter (wraking) – art. 36 Rv
4.DEELNEMERS
- Procespartijen:
o Formeel/materieel
o Natuurlijke personen/rechtspersonen
- Rechtshulpverleners
- Gerechtsdeurwaarder uitreiken van dagvaardingen. Deurwaarder heb je ook
nodig voor vonnis excuteren. Je kan niet als advocaat zelfstandig executeren, dat
moet de deurwaarder doen.
, - Rechter
OPDRACHTEN LES 1
CASUS 1
Maarten, woonachtig in Nederland is op vakantie in België als hij in Knokke, in galerie “de
schone Kunst” een prachtig schilderij ziet hangen van de bekende kunstenaar Dixie. Hij
besluit ter plekke het schilderij te kopen. Het schilderij is helaas te groot om meteen mee
te nemen. Afgesproken wordt dat de galerie het schilderij twee weken later, als Maarten
weer thuis is van vakantie, thuisbezorgt.
Helaas voor Maarten, de galerie blijft ondanks diverse sommaties in gebreke het
schilderij te leveren. Maarten ziet zich gedwongen galerie "de schone Kunst" in rechte te
betrekken.
1. Leg uit welke nationale rechter(s) in dit Europees conflict bevoegd is/zijn.
Je kijkt hiervoor in de verordening Brussel I-bis. Afdeling 1 geeft de bevoegdheden
weer. In art. 4 lid 1 en art. 5 staat dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van
een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat.
In art. 7 vind je dan de alternatieve Fora, dit kan dus ook. Zowel Nederland als België is
bevoegd. Belgische rechter op basis van art. 4 en nederlandse rechter op basis van art. 7
en art. 5 maakt dit mogelijk.
Ga hierna ervan uit dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat ook het
Nederlands recht van toepassing is
In de namens Maarten uitgebrachte dagvaarding is als roldatum woensdag
3 april 10.00 uur opgenomen.
Pak het landelijk procesreglement voor rolzaken kanton om vraag 2 te kunnen
beantwoorden.
2. Geef aan wanneer de dagvaarding uiterlijk moet zijn ingediend bij de rechtbank,
sector kanton.
Het begint altijd met schriftelijke … advocaat geeft dagvaarding aan deurwaarder.
Deurwaarder gaat dit betekenen/uitreiken. In dagvaarding staat als roldatum 3 april.
Partijen weten dat er een procedure is, maar rechtbank weet dit nog niet. De laatste dag
om de rechtbank te informeren is: art. 3.1 landelijk procesreglement voor rolzaken
kanton kijk in de noot 8: In verband met de grote te verwerken aantallen is tijdige
aanbieding van de dagvaarding ter griffie onontbeerlijk, onverminderd het bepaalde in
art. 125 Rv, waarbij met ‘laatste dag waarop de griffie is geopend’, wordt bedoeld de
‘laatste dag dat de griffie is geopend tot en met 24:00 uur’. Dus uiterlijk 2 april moet
roldatum bij griffie zijn binnengekomen.
Vervolg: Pak het landelijk procesreglement voor dagvaardingszaken bij rechtbanken erbij
en kijk in art. 1.13.
, 3. Leg uit welk algemeen uitgangspunt/algemene rechtsbeginsel aan dit artikel ten
grondslag ligt. Waar is dit beginsel in de wet (RV) opgenomen?
Art. 1.13 Ambtshalve handhaven termijnen, verval van recht De termijnen worden
ambtshalve gehandhaafd, tenzij uit dit reglement anders voortvloeit. Indien een
proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en van die termijn
geen uitstel kan worden verkregen, vervalt het recht de proceshandeling te verrichten.
Als je te laat bent, vervalt je recht, met andere woorden, termijnen hanteert de rechter
uit zichzelf. Art. 20 lid 1 Rv - Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
4. Bedenk een vraag die je wilt stellen aan de gastspreker (deurwaarder)in week 4.
Hoe gaat u om met de emotionele kant van het werk, vooral wanneer mensen in
moeilijke situaties verkeren?”
Welke zaak/situatie is u het meest bijgebleven en waarom?
VRAGEN BOEK
VRAAG 1.1
Vraag 1: Nina koopt bij garage Geluk een nieuwe auto. Partijen spreken af dat de auto
een maand na aankoop zal worden geleverd en dat Nina de auto bij levering moet
betalen.
- Materieel burgerlijk recht: het gaat hier om het sluiten van een koopovk (art.
6:213 e.v. BW): een vaststelling van rechten en plichten.
Vraag 2: Nina botst bij het ophalen van haar auto tegen een op het terrein van de
garage geparkeerde auto. Zowel haar eigen auto als de geparkeerde auto raakt
beschadigd.
- Materieel burgerlijk recht: het gaat hier om een feitelijke handeling (de aanrijding)
met schade en het vergoeden van die schade (verbintenis uit de wet: art. 6:162
BW – onrechtmatige daad).
Vraag 3: Nina ontvangt een dagvaarding waarin een schadevergoeding van €5.000 van
haar wordt geëist door Sem, de eigenaar van de beschadigde auto.
- Formeel burgerlijk recht: met de indiending van de dagvaarding start de
gerechtelijke procedure (art. 125 Rv).
Vraag 4: Nina wordt door de advocaat van Sem tijdens een getuigenverhoor
ondervraagd over de toedracht van de schade.
- Formeel burgerlijk recht: het gaat hier om een proceshandeling: het horen van
gedaagde tijdens een getuigenverhoor (art. 163 e.v. Rv).
Vraag 5: Nina betaalt de schadevergoeding van €5.000 aan Sem.
