HOOFDSTUK 1: EMBRYOLOGIE ........................................................................................................ 3
HOOFDSTUK 2: TOPOGRAFIE ........................................................................................................... 4
HOOFDSTUK 3: MESENCEPHALON, PONS, NN CRANIALES, MEDULLA SPINALIS ................................ 9
HOOFDSTUK 4: MENINGEN............................................................................................................ 12
HOOFDSTUK 5: BLOEDVOORZIENING HERSENEN ........................................................................... 15
HOOFDSTUK 6: NEURONEN EN GLIA .............................................................................................. 20
HOOFDSTUK 7: ACTIEPOTENTIALEN EN SALTATOIRE CONDUCTIE .................................................. 24
HOOFDSTUK 8: TRANSMITTERS EN RECEPTOREN........................................................................... 27
HOOFDSTUK 9: PERIFERE ZENUWEN .............................................................................................. 35
HOOFDSTUK 10: INNERVATIE SPIEREN EN GEWRICHTEN ............................................................... 37
HOOFDSTUK 11: HUIDINNERVATIE ................................................................................................ 40
HOOFDSTUK 12: ELECTRODIAGNOSTISCH ONDERZOEK.................................................................. 42
HOOFDSTUK 13: AUTONOOM ZENUWSTELSEL .............................................................................. 46
HOOFDSTUK 14: ZENUWWORTELS ................................................................................................ 54
HOOFDSTUK 15: MEDULLA SPINALIS, STIJGENDE BANEN ............................................................... 58
HOOFDSTUK 16: MEDULLA SPINALIS, DALENDE BANEN ................................................................. 63
HOOFDSTUK 17: HERSENSTAM ...................................................................................................... 68
HOOFDSTUK 18: NN. CRANIALES IX, X, XI, XII ................................................................................. 75
HOOFDSTUK 21: N. TRIGEMINUS ................................................................................................... 78
HOOFDSTUK 22: N. FACIALIS ......................................................................................................... 80
HOOFDSTUK 23: OCULAIRE MOTORISCHE ZENUWEN .................................................................... 82
1
,HOOFDSTUK 24: FORMATIO RETICULARIS ..................................................................................... 87
HOOFDSTUK 25: CEREBELLUM ....................................................................................................... 92
HOOFDSTUK 27: THALAMUS.......................................................................................................... 97
HOOFDSTUK 30: EEG ................................................................................................................... 100
HOOFDSTUK 31: UITGELOKTE POTENTIALEN................................................................................ 104
HOOFDSTUK 32: CEREBRALE DOMINANTIE, TAALREGIO’S ........................................................... 107
HOOFDSTUK 33: BASALE GANGLIA .............................................................................................. 113
HOOFDSTUK 35: BEROERTE ......................................................................................................... 118
2
, NEUROLOGIE
HOOFDSTUK 1: EMBRYOLOGIE
RUGGENMERG
NEURULATIE
Het zenuwstelsel ontstaat vanuit de neurale plaat (neuro-ectoderm) à 3e week: neurale
groeve met neurale wallen à neurale lippen à sluiten tot neurale buis met hier in het
neuraal kanaal à 4e week: sluiten neuroporus
Het sluiten begint in de nekregio en gaat dan rostrocaudaal verder.
Onder de neurale vouwen zit de neurale cellen die de neurale lijst vormen
à vormt:
Ø Autonome ganglia
Ø Perifere zenuwen
Ø Schwann cellen
Ø Melanocyten
SPINALE ZENUWEN
Het dorsale gedeelte van de neurale buis: alaire plaat à bevat vnl sensorische vezels die via
de radix dorsalis in het ruggenmerg komen
Het ventrale gedeelte van de neurale buis: basale plaat à bevat vnl motorische vezels die
vertrekken vanuit het ruggenmerg via radix ventralis
à smelten samen tot spinale zenuwen
HERSENEN
HERSENDELEN
4e week: rostrale gedeelte van de neurale buis gaat buigen thv mesencephalon (zit onder
telencephalon en boven rhombencephalon)
à Alaire plaat van prosencephalon groeit en vormt hemisferen à telencephalon
à Basale plaat van prosencephalon blijft zitten à diencephalon à vormt optische uitgroei
(voorloper van N. Opticus en retina)
à Mesencephalon komt naar boven door buiging hersenstam
à Rhombencephalon vouwt op zichzelf waardoor 4e ventrikel ontstaat
VENTRICULAIR SYSTEEM EN PLEXUSSEN
Neuraal kanaal dilateert in de hemisferen à laterale ventrikels à communicatie met 3e
ventrikel in diencephalon dmv foramen van Monro à 3e en 4e ventrikel communiceren dmv
aquaduct van Sylvius
3
, Prosencephalon en rhombencephalon worden geïnfiltreerd met capillairen à plexus
choroideus
NERVI CRANIALES
• N. I en II zijn geen echte perifere zenuwen maar voortzetting van hersenen!
• N. III en IV komen uit mesencephalon
• N. V, VI, VII, VIII, IX komen uit pons
• N. X, XI en XII komen uit medulla oblongata
CEREBRALE HEMISFEREN
Mitose van neuronen gebeurt in de buurt van de ventrikels à migreren naar buiten om
cortex te vormen
Projectievezels gaan vanuit cortex naar ruggenmerg en vormen capsula interna à corpus
striatum wordt gescheiden in nucleus caudatus en nucleus lentiformis
28e week: sulci ontstaan
Ø Sulcus lateralis
Ø Sulcus centralis
Ø Sulcus calcarina
è Cerebellum is bij pasgeborenen veel kleiner in verhouding met cerebrum!
HOOFDSTUK 2: TOPOGRAFIE
OPPERVLAKKIGE STRUCTUREN
LOBI
De hersenen bestaan uit sulci en gyri, waarvan de diepste sulci de laterale sulcus en centrale
sulcus zijn à hersenen worden verdeeld in 4 lobi dmv de sulci en een paar denkbeeldige
lijnen
Ø Pariëtale lobus
Ø Frontale lobus
Ø Occipitale lobus
Ø Temporale lobus
à de laatste drie hebben polen
De hersenen worden verbonden door het corpus callosum à heeft genu (anterior), rostrum
(gaat vanuit genu naar commissura anterior), corpus en splenium (posterior)
FRONTALE LOBUS
6 gyri
• Lateraal:
- Precentrale gyrus à gescheiden van de rest door precentrale sulcus
4