1 Algemene richtlijnen
1.2 Bedrijfsklaar maken van de operatiekamer
De tl-verlichting moet gedimd kunnen worden wanneer de microscoop gebruikt wordt. Er ontstaat
dan een groter contrast tussen het licht van de microscoop en de donkere omgeving, en dat werkt
prettiger. Een lichte omgeving geeft meer spiegeling op het operatiegebied.
De benodigde apparatuur, zoals het phacoapparaat, het vitrectomieapparaat, de zuigapparatuur, de
microscoop, het tv-scherm, de diathermie, het cryoapparaat en de voorhoofdslamp, moet worden
aangesloten en getest om te voorkomen dat deze apparaten peroperatief niet functioneren.
Er moet een desinfectiemiddel zonder alcohol worden klaargezet, bijvoorbeeld povidonjodium
(jodium op waterbasis). Alcohol beschadigt namelijk het hoornvlies.
1.3 Ontvangst van de patiënt
1 uitwendige oogspier (musculus rectus lateralis)
2 conjunctiva
3 cornea
4 iris
5 lens
6 voorste oogkamer
7 achterste oogkamer
8 corpus ciliare en zonula
9 papil
10 oogzenuw (nervus opticus)
11 gele vlek (macula lutea)
12 glasachtig lichaam (corpus
vitreum)
13 retina
14 choroidea
15 sclera
I uitwendige oogas (anatomische
as)
II inwendige oogas (brekingsas)
III visuele of optische as
, 1.4 Controle van de pupilgrootte
A wijde pupil; bij
Figuur 1 controle van de pupilgrootte lensimplantatie in de
achterste oogkamer en
achtersegmentchirurgie
B nauwe pupil; bij lensimplantatie in de voorste oogkamer en trabeculectomie
C irisretractor
D wijde pupil door het openhouden van de iris met retractoren
Heeft de pupil niet de juiste grootte, dan zal de arts gewaarschuwd moeten worden en zal het oog
ter plekke nog gedruppeld moeten worden. Het is verstandig om altijd het te opereren oog te
vergelijken met het niet te opereren oog, om een referentiepunt te hebben. Men moet er wel op
bedacht zijn dat een kunstoog niet wijd te krijgen is en ook niet als referentieoog te gebruiken is.
Als de pupil ondanks het toedienen van pupilverwijdende middelen (mydriatica) niet wijd wil
worden, zijn er hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat de pupil toch wijd wordt gemaakt tijdens de
ingreep:
- Knipjes in de pupilsfincter.
- Irisretractoren (figuur 1C), haakjes die door middel van vier sideports in de cornea worden
ingebracht en aan de iris gehaakt worden, waarna ze naar perifeer worden teruggetrokken
en gefixeerd; met behulp van vier irisretractoren ontstaat zo een ‘vierkante’ pupil (figuur 1D).
- Malyuginring, een ring die met behulp van een inserter wordt ingebracht.
Pupilvernauwende middel = mioticum.
Pupilverwijdende middel = mydriaticum.
1.5 Medicijnen
Geneesmiddelen in de oogheelkunde worden meestal lokaal toegediend in de vorm van druppels; dit
heeft als voordeel dat het direct werkt op het oog en minder risico geeft op bijwerkingen.
Men kan door middel van druppels de pupil bijvoorbeeld vernauwen of verwijden, het oogoppervlak
verdoven of de cornea kleuren om laesies zichtbaar te maken.