Les 1
Fysieke distributie begint bij ‘voorraad gereed product’.
Zoveel mogelijk verkooppunten = intensieve distributie = producten zoals impulsartikelen.
Zoveel mogelijk geschikte verkooppunten = selectieve distributie = voor sportschoenen ga je
naar een sportzaak.
1 verkooppunt in een groot gebied = exclusieve distributie = producten waar mensen waarde
aangegeven.
De mate waarin het product de verwachtingen van de klant waar maakt = kwaliteit.
Servicegraad bestaat uit:
● Levertijd
● Leverbetrouwbaarheid
● Levercompleetheid
Functie fysieke distributie -> custom-service kan hier ook onder vallen. CS is een lastig
functie want wat houdt de functie precies in? Is het een afdeling of een houding.
(mag je vergeten)
Waar hangt vanaf waar je voorraad hebt opgeslagen? hangt af van het KOOP
(klantorderontkoppelpunt).
Warehousing / DC’s:
Berekenen vestigingslocatie:
- Zwaartepuntmodel / gridmodel
- Gewogenfactorscoremodel
Lay-out en inrichting
- PQRST-model, SHA, SLA
Pick & pack
- bijv. het direct scannen van je boodschappen en het gelijk in je tas kunnen doen
- Je pakt het en het gaat meteen in de omverpakking waarin je het verstuurt, je hoeft
het dus niet eerst te verzamelen om het daarna naar een andere afdeling te brengen
waar het verpakt wordt.
Transport
- TMS systeem -> transport management systemen
Bouwen van een magazijn -> strategisch niveau, want het is voor lange termijn
Fysieke distributie bestaat uit DC en transport
Fysieke distributiekosten bestaan uit:
● Voorraadkosten
● Magazijn / handlingskosten
● Transportkosten
● Administratiekosten
De misgelopen marge hoort ook onder ‘Rente’ (van Rente, Ruimte, Risico)
Rente = het geld dat vastzit in jouw voorraad waar je verder niks mee kunt.
, 4 P’s
Assortiment, voorraden, DC-locaties hoort bij ‘Product’
Producteigenschappen in ‘ruime’ zin
1. Productlevenscyclus
2. Marktstrategie
3. Marktvormen -> Monopolie, oligopolie, vrij mededinging, monopolistische
4. Productievoorraadsysteem
5. Richting goederenstroom
Producteigenschappen in ‘enge’ zin
1. Waardedichtheid -> geldwaarde van het product per kubieke meter. (tomatenzaad heeft
een hoge waardedichtheid)
2. Houdbaarheid -> voedingsmiddelen, kranten, kleding.
3. Verpakkingsdichtheid -> het aantal verpakkingen per kubieke meter
4. Verschijningsvorm
5. Volume / gewichtsverhouding -> Maat/wicht verhouding -> 166,67 kilogram per kubieke
meter bij luchtvracht (denk aan het vak modaliteiten, evt in samenvatting kijken voor de
verhoudingen).
6. Transportwaarde -> Je product wordt meer waard door transport (in colombia kost het
weinig, in Nederland kost het veel, Cocaïne heeft een hoge transport waarde) (staat niet in
de pp maar hoort er wel bij)
Wat is het allerbelangrijkste bij duurzaamheid? Niet weggooien maar repareren. Zorgen dat
je je eigen grondstoffen kan blijven hergebruiken. Dit begint al met het ontwerp van je
product!
Dia ‘ontwikkelingen’
- Deze begrippen worden nog besproken in de volgende lessen.
4 productgroepen
- Op basis van waardedichtheid en verpakkingsdichtheid
Als iets heel veels kost om daar een kubieke meter van te hebben, hebben we een hoge
waardedichtheid.
Dia over productkarakteristieken komt in de toets! Je moet de productgroepen kennen en
ermee kunnen werken.
Als je het niet weet in de toets zet er dan bij: “Ik weet het niet maar als ik het relateer aan dit
en dit dan denk ik dit en dat.”
Producten met een hoge waardedichtheid en een lage verpakkingsdichtheid hebben hoge
interestkosten. Eisen aan distributie is snelheid.
Kleding van Zeeman -> Lage waardedichtheid en hoge verpakkingsdichtheid. Er is voor
Fysieke distributie begint bij ‘voorraad gereed product’.
Zoveel mogelijk verkooppunten = intensieve distributie = producten zoals impulsartikelen.
Zoveel mogelijk geschikte verkooppunten = selectieve distributie = voor sportschoenen ga je
naar een sportzaak.
1 verkooppunt in een groot gebied = exclusieve distributie = producten waar mensen waarde
aangegeven.
De mate waarin het product de verwachtingen van de klant waar maakt = kwaliteit.
Servicegraad bestaat uit:
● Levertijd
● Leverbetrouwbaarheid
● Levercompleetheid
Functie fysieke distributie -> custom-service kan hier ook onder vallen. CS is een lastig
functie want wat houdt de functie precies in? Is het een afdeling of een houding.
(mag je vergeten)
Waar hangt vanaf waar je voorraad hebt opgeslagen? hangt af van het KOOP
(klantorderontkoppelpunt).
Warehousing / DC’s:
Berekenen vestigingslocatie:
- Zwaartepuntmodel / gridmodel
- Gewogenfactorscoremodel
Lay-out en inrichting
- PQRST-model, SHA, SLA
Pick & pack
- bijv. het direct scannen van je boodschappen en het gelijk in je tas kunnen doen
- Je pakt het en het gaat meteen in de omverpakking waarin je het verstuurt, je hoeft
het dus niet eerst te verzamelen om het daarna naar een andere afdeling te brengen
waar het verpakt wordt.
Transport
- TMS systeem -> transport management systemen
Bouwen van een magazijn -> strategisch niveau, want het is voor lange termijn
Fysieke distributie bestaat uit DC en transport
Fysieke distributiekosten bestaan uit:
● Voorraadkosten
● Magazijn / handlingskosten
● Transportkosten
● Administratiekosten
De misgelopen marge hoort ook onder ‘Rente’ (van Rente, Ruimte, Risico)
Rente = het geld dat vastzit in jouw voorraad waar je verder niks mee kunt.
, 4 P’s
Assortiment, voorraden, DC-locaties hoort bij ‘Product’
Producteigenschappen in ‘ruime’ zin
1. Productlevenscyclus
2. Marktstrategie
3. Marktvormen -> Monopolie, oligopolie, vrij mededinging, monopolistische
4. Productievoorraadsysteem
5. Richting goederenstroom
Producteigenschappen in ‘enge’ zin
1. Waardedichtheid -> geldwaarde van het product per kubieke meter. (tomatenzaad heeft
een hoge waardedichtheid)
2. Houdbaarheid -> voedingsmiddelen, kranten, kleding.
3. Verpakkingsdichtheid -> het aantal verpakkingen per kubieke meter
4. Verschijningsvorm
5. Volume / gewichtsverhouding -> Maat/wicht verhouding -> 166,67 kilogram per kubieke
meter bij luchtvracht (denk aan het vak modaliteiten, evt in samenvatting kijken voor de
verhoudingen).
6. Transportwaarde -> Je product wordt meer waard door transport (in colombia kost het
weinig, in Nederland kost het veel, Cocaïne heeft een hoge transport waarde) (staat niet in
de pp maar hoort er wel bij)
Wat is het allerbelangrijkste bij duurzaamheid? Niet weggooien maar repareren. Zorgen dat
je je eigen grondstoffen kan blijven hergebruiken. Dit begint al met het ontwerp van je
product!
Dia ‘ontwikkelingen’
- Deze begrippen worden nog besproken in de volgende lessen.
4 productgroepen
- Op basis van waardedichtheid en verpakkingsdichtheid
Als iets heel veels kost om daar een kubieke meter van te hebben, hebben we een hoge
waardedichtheid.
Dia over productkarakteristieken komt in de toets! Je moet de productgroepen kennen en
ermee kunnen werken.
Als je het niet weet in de toets zet er dan bij: “Ik weet het niet maar als ik het relateer aan dit
en dit dan denk ik dit en dat.”
Producten met een hoge waardedichtheid en een lage verpakkingsdichtheid hebben hoge
interestkosten. Eisen aan distributie is snelheid.
Kleding van Zeeman -> Lage waardedichtheid en hoge verpakkingsdichtheid. Er is voor