100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting optimaliseren (deel 2)

Rating
-
Sold
-
Pages
12
Uploaded on
03-02-2020
Written in
2018/2019

Deze samenvatting bevat H13, H14, H17 en H18 van het vak econometrie voor bedrijfseconomen. Deze hoofdstukken worden enkel bevraagd op het examen van juni en dus niet tijdens het PC-examen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H13, h14, h17, h18
Uploaded on
February 3, 2020
Number of pages
12
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Optimaliseren
H13: Decision making under uncertainty
1. Deal or no deal?
→ Quizshow met koffertjes en geldbedragen  koffertje kiezen
→ andere koffertjes elimineren  bank doet bod  deal or no deal?
→ Beslissingsboom: kans dat bank een bod doet van  300.000 = 2/3
→ Keuze? Risico-attitude van de deelnemer
2 1
- Bod aanvaarden: 𝑢(𝑘𝑙𝑒𝑖𝑛) > 𝑢(𝑔𝑟𝑜𝑜𝑡) + 𝑢(𝑔𝑒𝑒𝑛)
3 3
2 1
- Bod verwerpen: 𝑢(𝑘𝑙𝑒𝑖𝑛) < 𝑢(𝑔𝑟𝑜𝑜𝑡) + 𝑢(𝑔𝑒𝑒𝑛)
3 3
→ Nutsfunctie vb: 𝑈(𝑥) = 1 − 𝑒 𝑥/𝑅  R = risico-tolerantie
→ Bank doet bod gelijk aan verwachte waarde?
→ verlies is dubbel zo groot als potentiële extra winst

2. Decision criteria
2.1 Introductie
→ Vb: reserveren in de faculty club
- De situatie: registratie van 120 mensen  rond 12u doorgeven hoeveel mensen komen eten
- De overwegingen: doorgegeven aantal > werkelijk aantal  verlies geld
doorgegeven aantal < werkelijk aantal  mensen geen eten
→ Actieverzameling
- Mogelijke acties: actieverzameling = A = {120, 110, 100, 90, 80, 70}
- We gaan ervanuit dat #mensen dat komt = states/toestanden = S = {70, 80, 90, 100, 110, 120}
- In dit geval: S = A (niet altijd zo)
→ Kost van verschil tussen actie en toestand
- Kwantificeren van de overwegingen?
- 1 maaltijd = €10 vs. niet beschikbaar hebben van een maaltijd = €1000

2.2 Kostentabel
→ = elke rij correspondeert met een mogelijke actie, elke kolom met een mog toestand
→ Een cel geeft kosten weer van de corresponderende actie en toestand
→ kosten ve cel = (actie x 100) + max(toestand – actie, 0) x 1000
Vb: a5 en s4  80 mensen doorgegeven = 10 geen eten
→ 4 criteria voor oplossing te kiezen
1) Verwachte waarde = beschikt over kansverdeling vd toestanden
→ Kies de actie met de beste verwachte waarde (laagste kost)
2) Maximin = actie kiezen waarvan hoogste kosten minimaal zijn
- Voor elke mogelijke actie, de slechtst mogelijke uitkomst aanduiden
- Kies nu de minst slechte situatie = oplossing = a1  120 maaltijden bestellen
3) Maximax = actie kiezen waarvan laagste kosten minimaal zijn
- Voor elke mogelijke actie, de best mogelijke uitkomst aanduiden
- Kies nu de beste situatie = oplossing = a6  70 maaltijden bestellen
4) Minimax regret = bepaal voor elke toestand, actie met laagste kosten
- Bepaal voor elke kolom de rij met de laagste kosten = vermijd spijt achteraf
- Stel regret matrix op = kosten – laagste kosten
→ spijt = 0 = geen spijt (beste actie gekozen)
- Pas minimax principe toe: actie waar grootste spijt min is
→ oplossing = a1  120 maaltijden bestellen

1

, 3. Utility theory
3.1 Nutsfuncties en loterijen
→ Beslisser is een optimist (maximax) of pessimist (maximin)  heeft een nutsfunctie
→ Nutsfunctie opstellen door loterijen met elkaar te vergelijken
→ Voorbeeld nutsfunctie: 𝐿 = (𝑝1 , 𝑟1 ; 𝑝2 , 𝑟2 )
→ Lotterij L met reward 𝑟𝑖 en probability 𝑝𝑖
→ Vb: 2 lotterijen 𝐿1 en 𝐿2  welke prefereer je?
- 𝐸𝑉(𝐿1 ) = 10.000 < 𝐸𝑉(𝐿2 ) = 15.000
- Toch kiezen de meeste 𝐿1  verwachte opbrengst lager maar minder onzekerheid
 Als je 𝐿1 prefereert over 𝐿2  𝐿1 𝑝𝐿2
 Als je 𝐿2 prefereert over 𝐿1  𝐿2 𝑝𝐿1
 Als je indifferent bent tussen 𝐿1 en 𝐿2  𝐿1 𝑖𝐿2  𝐿1 en 𝐿2 zijn equivalent
→ Hoe kunnen we 4 loterijen rangschikken?
- Aan elk van de uitkomsten (r), een nut toekennen (u(r))
→ Nutsfunctie kent aan elke uitkomst een getal tss 0 (slecht) en 1 (goed) toe
- Eerst best (30.000) en slechtst mogelijke (-10.000) uitkomst vinden
- Daarna voor andere uitkomst kans p bepalen zodat beslisser indifferent tav
→ u(r) = p  niet bekend, maar gevraagd aan de persoon (voorkeur)
→ Simple vs compound lottery  herformuleren loterijen ifv laagste/hoogste uitkomst




→ Het verwachte nut van een loterij (voor persoon met deze voorkeuren)  L1 p L2 p L4 p L3
- E(U van L1)= p x u(10.000) = 1 x 0,90 = 0,90
- E(U van L2)= p x u(30.000) + (1-p) x u(0) = (1/2 x 1) + (1/2 x 0,60 )= 0,80
- E(U van L3)= p x u(0) = 1 x 0,60 = 0,60
- E(U van L4)= p x u(-10.000) + (1-p) x u(500) = 0,02 x 0 + 0,98 x 0,62 = 0,6076

3.2 5 axioma’s van Neumann en Morgenstern
→ Aan welke voorwaarden moeten de preferenties ve persoon voldoen
→ opdat kiezen van loterijen kan gebeuren op basis van het verwachte nut?
→ 5 axioma’s zijn hiervoor voldoende (niet vanbuiten  begrijpen + interpreteren)
1) Complete ordening  transitiviteit: als 𝑟1 > 𝑟2 𝑒𝑛 𝑟2 < 𝑟3 → 𝑟1 > 𝑟3
2) Continuïteit: als 𝑟1 (ℎ𝑜𝑜𝑔𝑠𝑡𝑒 𝑢𝑖𝑡𝑘𝑜𝑚𝑠𝑡) > 𝑟2 (𝑡𝑢𝑠𝑠𝑒𝑛𝑢𝑖𝑡𝑘𝑜𝑚𝑠𝑡) en 𝑟2 > 𝑟3 (𝑙𝑎𝑎𝑔𝑠𝑡𝑒)
→ dan is er een p (0 < p < 1) zodanig dat 𝐿1 𝑖𝐿2
3) Onafhankelijkheid: stel indifferent tss 𝑟1 en 𝑟2 en 𝑟3 andere opbrengst  𝐿1 𝑖𝐿2
4) Ongelijke kansen: stel 𝑟1 > 𝑟2  2 loterijen met enige uitkomsten 𝑟1 en 𝑟2  keuze voor 𝑟1
5) Samengestelde loterij (compound lottery): kans 𝑝𝑖 op opbrengst 𝑟𝑖
→ L’ = (p1, r1; p2, r2; … ; pn, rn)  L i L’

3.3 Zekerheid en risico
→ Het zekerheidsequivalent van een loterij L = ZE(L)
- Beslisser is indifferent tussen de loterij L en het gewoon krijgen vd opbrengst ZE(L)
- Stel 𝐿1 𝑖𝐿2  𝑍𝐸(𝐿1 ) = −3400
→ De risicopremie = E(L) – ZE(L) met E(L) = verwachte opbrengst van loterij L
→ RP(L1) = E(L1) – ZE(L1) = 10000 – (- 3400) = 13400
→ Risicopreferenties
- Risico-avers: RP(L) > 0  nutsfunctie = strikt concaaf
- Risico-neutraal: RP(L) = 0  nutsfunctie = lineair
- Risico-zoekend: RP(L) < 0  nutsfunctie = strikt convex

2

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
inezvandezande Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
179
Member since
9 year
Number of followers
119
Documents
7
Last sold
1 month ago

3.5

28 reviews

5
2
4
14
3
7
2
5
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions