IRP: PROF VANDAMME
H1: IMPLANT DENTISTRY: INTRODUCTIE
EX: beschrijf in 5 lijnen de biologie van osseointegratie + 3 tips: ‘in hoeverre wil je dat jouw chirurg een goede
chirurg is, wat kan hij doen?’
1 OSSEOINTEGRATIE
• Implantaat-gedragen kronen & bruggen = prothetische constructies met een goede prognose en doorgaans zijn
de patiënten er tevreden over
• Osseointegratie = het proces waarbij het botweefsel tegen een implantaat groeit zonder dat er een interface van
fibreus weefsel ontstaat → stevige verankering in het bot
- “stevige verankering” = stevig in geval van functie: in staat om krachten tav occlusie bij kauwen te
weerstaan
- Botcellen die tegen IP gaan aangroeien, fibroblasten gaan geen houvast bieden aan het IP
Factoren die controleerbaar en niet-controleerbaar zijn ivm osseointegratie/ TIPs:
1) Osteocytdood minimaliseren à beperken door beperkte snelheid voor IP-preparatie te gebruiken
2) Bewaar de botsplinters à de cellen hierrond geven aanleiding tot nieuw bot DUS behouden + meteen na
oogsten = +/- alle cellen leven nog , na <1u = +/- alle cellen dood
3) Gebruik de laagst mogelijke torque à torque creëert stress in het bot è bloedtoevoer onderbroken è
schade è botresorptie
2 RISICOFACTOREN EN RISICO-INDICATOREN
EX: casus met aantal klinische foto’s à vraag: “ schat risico voor plaatsen van IP bij deze pt”
! goede selectie van pt à rekening houden met totaalplaatje: profiel, VG, MH,… = belangrijk!
Of algemene oncologische R/ bv IV BF = contra-ind! Vooral na RT!
Geen contra-ind, tenzij voor sinusbodemelevatie
Gelinkt met parodontale aandoeningen: verhoogde kans op
ontwikkeling peri-implantitis! Altijd in samenspraak met de
MH
Meestal OK
Af en toe kans op verminderde immuniteit waardoor plots kans op opflakkering van ontsteking
1
,• Diabetes mellitus: HbA1c navragen! (in behandeling en wnr laatst gemeten navragen) è DM = geen absolute
contra-indicatie, maar wel rekening houden met prognose!: peri-implantitis zal zich makkelijker manifesteren!
• Edentaat op 50j è afvragen hoe dit komt!
• Maligniteit in HH à zoveel mogelijk levenskwaliteit willen bieden, maar eiglk contra-ind! = ethische kwestie!
2.1 ORALE FACTOREN
• Mondhygiëne (!)
• Roken - Vapen (vapen: niet veel gevonden: afh van de conc nicotine meer of minder schadelijk à 3 syst reviews:
geven aan dat de peri-implantaire weefsels worden aangetast zoals bij roken)
• Overbelasting → cave… technische complicaties zoals breuken van een schroefje à schroefje is de zwakke
schakel, eerder dan het bot door overbelasting
• Parodontaal gecompromitteerde patiënten
- Parodontaal behandelden bij wie een stabiele parodontale gezondheid is bereikt
o geen contra-indicatie voor impl
o cave... nazorgtraject
o risico op complicaties relatief groot (peri-implantitis)
- Parodontaal behandelden bij wie géén stabiele parodontale gezondheid is bereikt è GEEN IP plaatsen!
o absolute contra-indicatie voor impl
o weinig literatuur
- Zie slide 5: vb parodontaal gecompromitteerd en gecontroleerd
COMPLICERENDE FACTOREN
• Algemene:
- Beperkte financiële middelen
- Beperkte mondopening
• Specifieke
- Chirurgisch
§ Geringe hoeveelheid alveolair bot
§ Ontbreken van buccale botlamel à belang in FRONT: indien afwezig = 1st botopbouw, maar!
Resorptie zorgt er vaak voor dat opgebouwde bot opnieuw resorbeert
§ Locatie van de canalis mandibularis
§ Locatie van sinus maxillaris
§ Gebrek aan (voldoende) gekeratiniseerde mucosa à +/- 2mm rond iP
→ Additionele chirurgische behandelingen
- Niet-chirurgisch è prothetisch
§ Geringe maxillomandibulaire (interocclusale) ruimte
§ Grote verticale overbeet (bij frontvervanging: OB kan heel moeilijk zijn naar fractuur en keuze
materiaal)
§ Discrepantie tussen breedte van diasteem en de breedte van de te vervangen gebitselementen
à breedte IP: 4mm
§ Gemigreerde gebitselementen met evt gevolgen voor occlusale curve
§ Zichtbaarheid gingiva à gummy smile: tandvlees zichtbaar bij lachen in
§ frontregio (PM-PM)
2
, Klacht: verschil in occl
vlak tss front en IP owv
diepe beet: heel
beperkte ruimte voor
kroon
2.3 ESTHETISCHE OVERWEGINGEN
*Linkerkolom: goed nagaan bij tandvervanging à factoren die kans op succesvolle behandeling bepalen
• smoking habits: vapen à weinig bekend è nu high risk, maar zou kunnen veranderen
- pt met 40 pakjaren: iemand die 40j 1pak/d gerookt heeft zal wss parodontaal aangetast zijn è contra-
ind voor IP: kans op complicaties zeer groot!
3 VERSCHILLENDE IMPLANTSYSTEMEN
Meest gedocumenteerde IP-systemen: NobelBiocare, Dentsply Sirona, Straumann, Astra
3.1 NOBELBIOCARE
2 TYPES:
1) EXTERNE CONNECTIE:
- Schroef + schouder:
è abutment hecht op IP en schroef houdt het geheel vast
- hier: abutment komt op schouder, DUS schroef moet ganse connectie dragen
! connectie tussen abutment en IP is nooit perfect! = microlekkage!
- Nadeel: prognose was goed, maar owv technische complicaties niet meer
Vbn: Branemark system
2) INTERNE CONNECTIE:
- Abutment = vorm van kegel à gaat intern in het IP aangrijpen
- Voordeel: schroef moet veel minder van het geheel dragen + door // wanden zit het heel goed vast in elkaar
- Conische (= geleidelijke toename in diameter (itt cilindrisch) = kegelvorm) connectie waardoor abutment en
IP heel mooi tegen elkaar kleven = goede afsluiting/geen microlekkage
3
, Vbn: NobelReplace Tapered, NobelReplace CC
o NobelReplace Tapered: beschikt over glad stuk:
§ Indien glad stuk volledig in bot è botcellen zullen hier niet aan hechten
§ Niet meer gebruikt à reden: IP’s zijn tegenwoordig “bone-level” = volledig in het bot
met ruw stuk bovenaan
o NobelReplace CC: volledig opgeruwd tot bovenaan:
§ Geen probleem als het volledig in het bot zit = intra-ossaal
§ Indien niet intra-ossaal: botverlies door hechting van bacteriën
- Verschil tss beide:
o Geen vs. wel microwindingen
o Metalen rand: gladde vs. ruwe rand
3.2 ASTRA TECH (DENSTSPLY-SIRONA)
Door de zodanige goede fit tussen de connectie: zonder schroef gaat
• Er bestaan IP systemen zonder schroef: door een heel goede fit zit het gewoon vast
3.3 ASTRA TECH EV (DENSTSPY-SIRONA)
• Plaatsspecifieke restoratieve compontenten
• Plaatsing van ATLANTIS abutments met één positie
• Één systeem – één torque (1 extra geleidingsvlakje, want kan maar op 1 plek vastgezet worden)
3.4 STRAUMANN
Verschil tussen intra-ossaal plaatsen & gedeeltelijk buiten bot (= tissue-level IP)
Tissue level IP:
• Geen abutment meer nodig: het abutment zit er al in geïntegreerd
• Wel gebruiken in zijdelingse delen, maar niet in de frontregio: geen ruimte om te veranderen
• Gladde kraag dus geen plaqueretentie
• !OPLETTEN: niet bone-level want bot hecht hier niet aan: botresorptie
• Indicatie: overdenture etc
4
H1: IMPLANT DENTISTRY: INTRODUCTIE
EX: beschrijf in 5 lijnen de biologie van osseointegratie + 3 tips: ‘in hoeverre wil je dat jouw chirurg een goede
chirurg is, wat kan hij doen?’
1 OSSEOINTEGRATIE
• Implantaat-gedragen kronen & bruggen = prothetische constructies met een goede prognose en doorgaans zijn
de patiënten er tevreden over
• Osseointegratie = het proces waarbij het botweefsel tegen een implantaat groeit zonder dat er een interface van
fibreus weefsel ontstaat → stevige verankering in het bot
- “stevige verankering” = stevig in geval van functie: in staat om krachten tav occlusie bij kauwen te
weerstaan
- Botcellen die tegen IP gaan aangroeien, fibroblasten gaan geen houvast bieden aan het IP
Factoren die controleerbaar en niet-controleerbaar zijn ivm osseointegratie/ TIPs:
1) Osteocytdood minimaliseren à beperken door beperkte snelheid voor IP-preparatie te gebruiken
2) Bewaar de botsplinters à de cellen hierrond geven aanleiding tot nieuw bot DUS behouden + meteen na
oogsten = +/- alle cellen leven nog , na <1u = +/- alle cellen dood
3) Gebruik de laagst mogelijke torque à torque creëert stress in het bot è bloedtoevoer onderbroken è
schade è botresorptie
2 RISICOFACTOREN EN RISICO-INDICATOREN
EX: casus met aantal klinische foto’s à vraag: “ schat risico voor plaatsen van IP bij deze pt”
! goede selectie van pt à rekening houden met totaalplaatje: profiel, VG, MH,… = belangrijk!
Of algemene oncologische R/ bv IV BF = contra-ind! Vooral na RT!
Geen contra-ind, tenzij voor sinusbodemelevatie
Gelinkt met parodontale aandoeningen: verhoogde kans op
ontwikkeling peri-implantitis! Altijd in samenspraak met de
MH
Meestal OK
Af en toe kans op verminderde immuniteit waardoor plots kans op opflakkering van ontsteking
1
,• Diabetes mellitus: HbA1c navragen! (in behandeling en wnr laatst gemeten navragen) è DM = geen absolute
contra-indicatie, maar wel rekening houden met prognose!: peri-implantitis zal zich makkelijker manifesteren!
• Edentaat op 50j è afvragen hoe dit komt!
• Maligniteit in HH à zoveel mogelijk levenskwaliteit willen bieden, maar eiglk contra-ind! = ethische kwestie!
2.1 ORALE FACTOREN
• Mondhygiëne (!)
• Roken - Vapen (vapen: niet veel gevonden: afh van de conc nicotine meer of minder schadelijk à 3 syst reviews:
geven aan dat de peri-implantaire weefsels worden aangetast zoals bij roken)
• Overbelasting → cave… technische complicaties zoals breuken van een schroefje à schroefje is de zwakke
schakel, eerder dan het bot door overbelasting
• Parodontaal gecompromitteerde patiënten
- Parodontaal behandelden bij wie een stabiele parodontale gezondheid is bereikt
o geen contra-indicatie voor impl
o cave... nazorgtraject
o risico op complicaties relatief groot (peri-implantitis)
- Parodontaal behandelden bij wie géén stabiele parodontale gezondheid is bereikt è GEEN IP plaatsen!
o absolute contra-indicatie voor impl
o weinig literatuur
- Zie slide 5: vb parodontaal gecompromitteerd en gecontroleerd
COMPLICERENDE FACTOREN
• Algemene:
- Beperkte financiële middelen
- Beperkte mondopening
• Specifieke
- Chirurgisch
§ Geringe hoeveelheid alveolair bot
§ Ontbreken van buccale botlamel à belang in FRONT: indien afwezig = 1st botopbouw, maar!
Resorptie zorgt er vaak voor dat opgebouwde bot opnieuw resorbeert
§ Locatie van de canalis mandibularis
§ Locatie van sinus maxillaris
§ Gebrek aan (voldoende) gekeratiniseerde mucosa à +/- 2mm rond iP
→ Additionele chirurgische behandelingen
- Niet-chirurgisch è prothetisch
§ Geringe maxillomandibulaire (interocclusale) ruimte
§ Grote verticale overbeet (bij frontvervanging: OB kan heel moeilijk zijn naar fractuur en keuze
materiaal)
§ Discrepantie tussen breedte van diasteem en de breedte van de te vervangen gebitselementen
à breedte IP: 4mm
§ Gemigreerde gebitselementen met evt gevolgen voor occlusale curve
§ Zichtbaarheid gingiva à gummy smile: tandvlees zichtbaar bij lachen in
§ frontregio (PM-PM)
2
, Klacht: verschil in occl
vlak tss front en IP owv
diepe beet: heel
beperkte ruimte voor
kroon
2.3 ESTHETISCHE OVERWEGINGEN
*Linkerkolom: goed nagaan bij tandvervanging à factoren die kans op succesvolle behandeling bepalen
• smoking habits: vapen à weinig bekend è nu high risk, maar zou kunnen veranderen
- pt met 40 pakjaren: iemand die 40j 1pak/d gerookt heeft zal wss parodontaal aangetast zijn è contra-
ind voor IP: kans op complicaties zeer groot!
3 VERSCHILLENDE IMPLANTSYSTEMEN
Meest gedocumenteerde IP-systemen: NobelBiocare, Dentsply Sirona, Straumann, Astra
3.1 NOBELBIOCARE
2 TYPES:
1) EXTERNE CONNECTIE:
- Schroef + schouder:
è abutment hecht op IP en schroef houdt het geheel vast
- hier: abutment komt op schouder, DUS schroef moet ganse connectie dragen
! connectie tussen abutment en IP is nooit perfect! = microlekkage!
- Nadeel: prognose was goed, maar owv technische complicaties niet meer
Vbn: Branemark system
2) INTERNE CONNECTIE:
- Abutment = vorm van kegel à gaat intern in het IP aangrijpen
- Voordeel: schroef moet veel minder van het geheel dragen + door // wanden zit het heel goed vast in elkaar
- Conische (= geleidelijke toename in diameter (itt cilindrisch) = kegelvorm) connectie waardoor abutment en
IP heel mooi tegen elkaar kleven = goede afsluiting/geen microlekkage
3
, Vbn: NobelReplace Tapered, NobelReplace CC
o NobelReplace Tapered: beschikt over glad stuk:
§ Indien glad stuk volledig in bot è botcellen zullen hier niet aan hechten
§ Niet meer gebruikt à reden: IP’s zijn tegenwoordig “bone-level” = volledig in het bot
met ruw stuk bovenaan
o NobelReplace CC: volledig opgeruwd tot bovenaan:
§ Geen probleem als het volledig in het bot zit = intra-ossaal
§ Indien niet intra-ossaal: botverlies door hechting van bacteriën
- Verschil tss beide:
o Geen vs. wel microwindingen
o Metalen rand: gladde vs. ruwe rand
3.2 ASTRA TECH (DENSTSPLY-SIRONA)
Door de zodanige goede fit tussen de connectie: zonder schroef gaat
• Er bestaan IP systemen zonder schroef: door een heel goede fit zit het gewoon vast
3.3 ASTRA TECH EV (DENSTSPY-SIRONA)
• Plaatsspecifieke restoratieve compontenten
• Plaatsing van ATLANTIS abutments met één positie
• Één systeem – één torque (1 extra geleidingsvlakje, want kan maar op 1 plek vastgezet worden)
3.4 STRAUMANN
Verschil tussen intra-ossaal plaatsen & gedeeltelijk buiten bot (= tissue-level IP)
Tissue level IP:
• Geen abutment meer nodig: het abutment zit er al in geïntegreerd
• Wel gebruiken in zijdelingse delen, maar niet in de frontregio: geen ruimte om te veranderen
• Gladde kraag dus geen plaqueretentie
• !OPLETTEN: niet bone-level want bot hecht hier niet aan: botresorptie
• Indicatie: overdenture etc
4