Samenvatting recht les 1 H2

Recht les 1

Beleidsuitvoering is de achilleshiel van de beleidscyclus, omdat het vaak fout gaat in de
handhaving
Beleidsuitvoering= doel + middelen + tijd probleem weghalen risicobeheersing overheid
B.U. = D + M + T  P = Risicobeheersing Overheid

Beleidsinstrumenten: een middel voor de handhaving om zo gedragsbeïnvloeding af te
dwingen. communicatief, economisch, juridisch
Handhaving
Afdwingen gewenst gedrag
gedragsbeïnvloeding

Toezicht Opsporing
Controlerend (check) Controlerend (beheersend),
Pro-actief (gericht op voorkomen) Preventief (afschrikkend),
Preventief (afschrikkend) Repressief (sanctionerend)
Inzet van juridische beleidsinstrument




: fouilleren op een festival, portier bij een kroeg

Constateringen
Reguliere opsporing is in tegenstelling tot private opsporing (security) veel meer gebonden
aan wet- en regelgeving. Dit komt omdat het privacygevoelig ligt.

Informatie-uitwisseling tussen private partijen onderling verloopt soepeler.

Juridische beleidsinstrument
Voor de overheid belangrijke instrumenten om gewenst gedrag af te dwingen en/of om
ongewenste en urgente situaties aan te pakken
- Handhaven openbare orde en veiligheid
- Aanpak georganiseerde criminaliteit
Gericht op:
- Gericht op groepen en individuelen
- Gericht op publiek en privaat domein

Verhouding bestuursrecht- strafrecht
Strafrechtelijke handhaving  vanaf ‘de opsporing’
Bestuursrechtelijke handhaving  toezicht op naleving wet- en regelgeving

- Bestuursrecht en strafrecht komen met elkaar in aanraking als politietoezicht en
nalevings-toezicht samenvallen met opsporing en
- Wanneer met bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties wordt gesanctioneerd
- Vergt zorgvuldige onderscheid

, - Bestuursrechtelijke handhaving wordt de laatste jaren steeds belangrijker ten
opzichte van het strafrecht bij de bestrijding georganiseerde criminaliteit.

Bijvoorbeeld: politietoezicht en nalevingstoezicht worden gezien als bevoegdheden die het
bestuur toekomen in het kader van de bestuursrechtelijke bevoegdheidsuitoefening.

Bestuursrechtelijk instrumentarium
Binnen algemene wet bestuursrecht (Awb) bestaat een uitgebreid instrumentarium om
handhavend op te treden.

Kan gebruikt worden als aanvulling op de privaatrechtelijke en strafrechtelijke
mogelijkheden

Handhavingsaspect binnen bestuursrecht is relatief jong

Bestuursrechtelijke bevoegdheden
- Bevoegdheden van de burgemeester op basis van de Gemeentewet of de APV
- Feitelijke toepassing door de politie, onder verantwoordelijkheid van de
burgemeester op basis van artikel 11 Politiewet
- B & W beschikken over nog meer bevoegdheden in relatie tot openbare orde en
veiligheid

Baas van politie: driehoek  burgemeester, officier van justitie en leidinggevende politie
Burgemeester heeft een sterke arm  wordt de politie mee bedoelt

Aanpassingsmogelijkheden APV
 APV aanpassingsmogelijkheden naar gemeentelijke behoeften o.g.v. Openbare orde
en veiligheid
 Artikel 149 Gemeentewet
 De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig
oordeelt
 Verordeningen  APV  standaardbepalingen (modelverordening) opgesteld door
Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG)  afwijken door gemeenten is mogelijk!

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Burgemeester dient voordat hij gebruik gaat maken van zijn bevoegdheden het volgende in
zorgvuldig acht te nemen:
 Evenwichtig afgewogen voor- tegens. Inschatting van gevolgen
 Wordt voldaan aan de vereisten voor proportionaliteit en subsidiariteit
 M.a.w. staat de inzet in redelijk verhouding tot het probleem (proportionaliteit)
 Bevoegdheid pas inzetten wanneer andere middelen om het probleem op te lossen
tot dan toe geen effect hebben gehad (subsidiariteit)
 Besluit moet goed worden onderbouwd op basis van rapportages o.a. van de politie
 Overlegt met betrokken partijen, gemeente, politie, OM, en eventuele andere
relevante maatschappelijke organisaties
 Burgemeester voert de regie en is verantwoordelijk en legt in politieke zin
verantwoording ten opzichte van gemeenteraad