Bestuurskunde les 2
Beleid, wat is het?
Beleid: oplossen van een maatschappelijk probleem
1. ‘’anything a government chooses to do or not to do
2. ‘’beleid kan worden omschreven als het streven naar het bereiken van
bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en in een bepaalde tijdsvolgorde
3. Beleid: ‘’ de voornemens, keuzes en acties van een of meer bestuurlijke
instanties gericht op de sturing van een bepaalde maatschappelijke
ontwikkeling.’’
Overeenkomsten?
Doelen (keuze/ bewust) – middelen (instrumenten)
Tijdspad – handelen – uitkomsten
overheid
Motieven voor overheidsingrijpen
Geweldsmonopolie alleen overheid mag geweld gebruiken
Preventie van monopolies en kartels
Productie van collectieve goederen onderwijs, geld voor veiligheid
Regulering van externe effecten milieubeleid
Beheersing van ‘merit goods’ (bemoeigoederen)
Compensatie van verdelingseffecten
Dimensies Publiek Privaat
Rechtsvorm Publiekrechtelijk, of Privaatrechtelijk
Financiering 100% overheid 100% markt
Doelstelling Collectief belang Commercieel belang
Verantwoording Direct aan gekozen Volledig privaat
orgaan
Bevoegdheden Monopolie Concurrentie
Beleidsinstrument: ‘’al datgene dat een actor gebruikt of kan gebruiken om een
bepaald doel te bereiken
Soorten overheidsingrijpen:
- Realisatie van doelen via gedragsbeïnvloeding
- Overheidsproductie en – voorzieningen
- Bestuursinstrumenten
4 soorten gedragsbeïnvloedende beleidsinstrumenten: juridisch, economisch,
communicatief, fysiek.
Onderscheid binnen deze gedragsbeïnvloedende instrumenten: algemeen/
individueel & verruimend/ beperkend
Beleidstheorie
Beleidstheorie: ‘’geheel van veronderstellingen waarop een beleid berust.’’
Vb: leenstelsel normatief
Beleid, wat is het?
Beleid: oplossen van een maatschappelijk probleem
1. ‘’anything a government chooses to do or not to do
2. ‘’beleid kan worden omschreven als het streven naar het bereiken van
bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en in een bepaalde tijdsvolgorde
3. Beleid: ‘’ de voornemens, keuzes en acties van een of meer bestuurlijke
instanties gericht op de sturing van een bepaalde maatschappelijke
ontwikkeling.’’
Overeenkomsten?
Doelen (keuze/ bewust) – middelen (instrumenten)
Tijdspad – handelen – uitkomsten
overheid
Motieven voor overheidsingrijpen
Geweldsmonopolie alleen overheid mag geweld gebruiken
Preventie van monopolies en kartels
Productie van collectieve goederen onderwijs, geld voor veiligheid
Regulering van externe effecten milieubeleid
Beheersing van ‘merit goods’ (bemoeigoederen)
Compensatie van verdelingseffecten
Dimensies Publiek Privaat
Rechtsvorm Publiekrechtelijk, of Privaatrechtelijk
Financiering 100% overheid 100% markt
Doelstelling Collectief belang Commercieel belang
Verantwoording Direct aan gekozen Volledig privaat
orgaan
Bevoegdheden Monopolie Concurrentie
Beleidsinstrument: ‘’al datgene dat een actor gebruikt of kan gebruiken om een
bepaald doel te bereiken
Soorten overheidsingrijpen:
- Realisatie van doelen via gedragsbeïnvloeding
- Overheidsproductie en – voorzieningen
- Bestuursinstrumenten
4 soorten gedragsbeïnvloedende beleidsinstrumenten: juridisch, economisch,
communicatief, fysiek.
Onderscheid binnen deze gedragsbeïnvloedende instrumenten: algemeen/
individueel & verruimend/ beperkend
Beleidstheorie
Beleidstheorie: ‘’geheel van veronderstellingen waarop een beleid berust.’’
Vb: leenstelsel normatief