Bestuurskunde les 4
Budgetrecht: recht om de begroting te amenderen/ af te wijzen/goed te keuren (TK;
EK kan alleen goedkeuren of verwerpen)
Amendementsrecht: recht om wetgeving te amenderen/ af te wijzigen/ goed te
keuren (TK; EK kan alleen goedkeuren of verwerpen)
Interpellatierecht: recht om bewindspersoon te verantwoording te roepen en
schriftelijke en mondelingen vragen te stellen (EK zelden/ terughoudend)
Initiatiefrecht: recht om zelf wetsvoorstellen in te dienen (TK leden)
Onderzoeks- en enquêterecht: recht om zelf zaken uit te zoeken
- Enquête als zwaarste middel: onder ede verhoren van personen
- Meerderheid in TK of EK
- EK: enquêterecht nog nooit gebruik (terughoudendheid: voor TK)
Recht van motie: recht om voorstellen of standpunten aan de Kamer voor te leggen
voor stemming (o.a. motie van wantrouwen waaraan de Regering uitvoering moet
geven TK + EK.
Kenmerken van een overheid
Overheden zijn instanties die binnen een omschreven ‘domein’ met:
Gezag bindende besluiten/ beslissingen nemen en
Hierop handhaven
Dit brengt kosten met zich mee!
Overheid = openbaar bestuur
Sturing door het openbaar bestuur
Bestuurskundige perspectieven
Afstemming van het doen en laten van burgers en maatschappelijke
organisaties = sturing
Teweegbrengen van maatschappelijke
veranderingen
Sturingsvormen:
Overheidsbeleid
Maatschappelijke zelfsturing
Wisselwerking overheid en middenveld
Marktmechanisme
Rechtvaardigen voor een overheid
Zonder krachtig overheid, geen openbare orde
Zonder regulering verdwijnen eindigde hulpbronnen
Zonder verplichte belastingen, zijn er ontoereikende voorzieningen
Zonder inkomensherverdeling is er geen sociale vrede
Redenen voor overheidssturing
1. Zonder overheid hebben maatschappelijke krachten vrij spel en zouden
burgers geconfronteerd worden met ongecontroleerde machtsuitoefeningen
2. De overheid heeft het ‘legitieme’ recht om geweld toe te passen
o Zwaardmacht: politie, justitie, defensie
3. Zonder overheid is er geen vrije markt
, 4. Preventie van monopolies en kartels
5. Productie van collectieve goederen
o Infrastructuur: wegen, viaducten, dijken etc.
o Maatschappelijke voorzieningen: ziekenhuizen, scholen etc
6. Regulering van externe effecten
7. Beheersing merit goods
o Cultuur: museum, concerten, schouwburgen, bibliotheken, literatuur
8. Beperking van de markt
Functies en taken overheid
De overheid heeft veel uiteenlopende functies en taken, die voor een aanzienlijk deel
afwijken van wat elders in de samenleving gebeurt.
Deze kan men (in hoofdlijnen) indelen naar:
Ordenende,
Presterende,
Sturende,
Arbitrerende en
Conflictbeheersende functies
Functies, taken, overheid
Stabilisator: “Handhaven wet- & regelgeving”.
D.m.v. normstelling (wet- regelgeving, richtlijnen, en het handhaven hierop.
Behartigen van ieders belang zowel werknemers als werkgevers. Algemeen belang
centraal!?
Stimulator: “Bevorderen maatschappelijke ontwikkeling”.
Signaleren, articuleren,
Coördinator: “Onderlinge afstemming allerlei activiteiten”.
Het ordenen van maatschappelijke processen. Regiefunctie!
Allocator: “Toewijzen /verdelen voorzieningen”.
Het zo eerlijk en billijk mogelijk afwegen en toekennen.
1. Mogelijk maken van collectieve, democratische besluitvorming op
verschillende bestuurlijke niveaus.
2. De uitvoering van democratisch genomen besluiten en daarbij uitvoering van
beleid.
3. Leveren van een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke en sociale
problemen.
Budgetrecht: recht om de begroting te amenderen/ af te wijzen/goed te keuren (TK;
EK kan alleen goedkeuren of verwerpen)
Amendementsrecht: recht om wetgeving te amenderen/ af te wijzigen/ goed te
keuren (TK; EK kan alleen goedkeuren of verwerpen)
Interpellatierecht: recht om bewindspersoon te verantwoording te roepen en
schriftelijke en mondelingen vragen te stellen (EK zelden/ terughoudend)
Initiatiefrecht: recht om zelf wetsvoorstellen in te dienen (TK leden)
Onderzoeks- en enquêterecht: recht om zelf zaken uit te zoeken
- Enquête als zwaarste middel: onder ede verhoren van personen
- Meerderheid in TK of EK
- EK: enquêterecht nog nooit gebruik (terughoudendheid: voor TK)
Recht van motie: recht om voorstellen of standpunten aan de Kamer voor te leggen
voor stemming (o.a. motie van wantrouwen waaraan de Regering uitvoering moet
geven TK + EK.
Kenmerken van een overheid
Overheden zijn instanties die binnen een omschreven ‘domein’ met:
Gezag bindende besluiten/ beslissingen nemen en
Hierop handhaven
Dit brengt kosten met zich mee!
Overheid = openbaar bestuur
Sturing door het openbaar bestuur
Bestuurskundige perspectieven
Afstemming van het doen en laten van burgers en maatschappelijke
organisaties = sturing
Teweegbrengen van maatschappelijke
veranderingen
Sturingsvormen:
Overheidsbeleid
Maatschappelijke zelfsturing
Wisselwerking overheid en middenveld
Marktmechanisme
Rechtvaardigen voor een overheid
Zonder krachtig overheid, geen openbare orde
Zonder regulering verdwijnen eindigde hulpbronnen
Zonder verplichte belastingen, zijn er ontoereikende voorzieningen
Zonder inkomensherverdeling is er geen sociale vrede
Redenen voor overheidssturing
1. Zonder overheid hebben maatschappelijke krachten vrij spel en zouden
burgers geconfronteerd worden met ongecontroleerde machtsuitoefeningen
2. De overheid heeft het ‘legitieme’ recht om geweld toe te passen
o Zwaardmacht: politie, justitie, defensie
3. Zonder overheid is er geen vrije markt
, 4. Preventie van monopolies en kartels
5. Productie van collectieve goederen
o Infrastructuur: wegen, viaducten, dijken etc.
o Maatschappelijke voorzieningen: ziekenhuizen, scholen etc
6. Regulering van externe effecten
7. Beheersing merit goods
o Cultuur: museum, concerten, schouwburgen, bibliotheken, literatuur
8. Beperking van de markt
Functies en taken overheid
De overheid heeft veel uiteenlopende functies en taken, die voor een aanzienlijk deel
afwijken van wat elders in de samenleving gebeurt.
Deze kan men (in hoofdlijnen) indelen naar:
Ordenende,
Presterende,
Sturende,
Arbitrerende en
Conflictbeheersende functies
Functies, taken, overheid
Stabilisator: “Handhaven wet- & regelgeving”.
D.m.v. normstelling (wet- regelgeving, richtlijnen, en het handhaven hierop.
Behartigen van ieders belang zowel werknemers als werkgevers. Algemeen belang
centraal!?
Stimulator: “Bevorderen maatschappelijke ontwikkeling”.
Signaleren, articuleren,
Coördinator: “Onderlinge afstemming allerlei activiteiten”.
Het ordenen van maatschappelijke processen. Regiefunctie!
Allocator: “Toewijzen /verdelen voorzieningen”.
Het zo eerlijk en billijk mogelijk afwegen en toekennen.
1. Mogelijk maken van collectieve, democratische besluitvorming op
verschillende bestuurlijke niveaus.
2. De uitvoering van democratisch genomen besluiten en daarbij uitvoering van
beleid.
3. Leveren van een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke en sociale
problemen.