Medische en orale aandoeningen – Pathologie
Casus toets met farmacologie en voeding.
Hoorcollege 1 Hart- en vaatziekten en hypertensie 19-09-2019
Begrippen
Anamnese en onderzoek = info inwinnen d.m.v. vragen stellen.
Diagnose = wat heeft een persoon en wat is er aan de hand
Symptomen = de symptomen wijzen erop waarom je een diagnose gesteld hebt.
Complicaties = wil je voorkomen. Dit treedt op als het niet goed gaat.
Therapie = hetgeen wat je aanbiedt.
Prognose = hoe is het ziekteverloop waarschijnlijk gaat.
Bloedsomloop
Linker ventrikel Aorta Arteriën Cellen van de weefsel en de
organen/spieren Venen Onderste / bovenste holle ader
Rechter atrium Rechter ventrikel Longarterie Longen
Longvenen Linker atrium
Grote bloedsomloop brengt zuurstofrijk bloed naar alle organen.
Kleine bloedsomloop: zuurstofarm bloed opnieuw van zuurstof
voorzien. Kamer = ventrikel en boezem = atrium.
Bloeddruk
Druk die uitgeoefend wordt op de bloedwand. Het wisselt gedurende dag door vulling van
blaas, buitentemperatuur, emoties, leeftijd en geslacht. Je meet de bloeddruk bij je linker
bovenarm. Dit is het dichtste bij je hart dus meeste relevant.
Bovendruk = systole. Meestal 120 mmHg. Het is afhankelijk
van de kracht van de systole (= contractie van linker
ventrikel), de doorgankelijkheid van de aortaklep en de
elasticiteit van de aorta.
Onderdruk = diastole. Meestal 80 mmHG. De druk onder
invloed van de diastole (= ontspanning van de linker
ventrikel). Het is afhankelijk van de perifere weerstand,
elasticiteit van de grote slagaders.
Regulatie van de bloeddruk
Neurale factoren. Onder invloed van autonome zenuwstelsel.
Hormonale factoren. Onder invloed van het autonome zenuwstelsel.
o ADH bloeddruk omhoog (je neemt meer water op uit je blaas dus hoger
volume)
o RAAS. Onder invloed van autonome zenuwstelsel.
Lokale factoren. In het endotheel zitten stofjes die vasoconstrictie en vasodilatatie
kunnen laten gebeuren.
Autonoom zenuwstelsel = onbewuste aansturing, betekend niet dat je je er niet bewust van
kan worden. Wat gebeurt er met de bloeddruk als deze actief zijn.
, Sympathicus actief? Bloeddruk omhoog.
Parasympaticus actief? Bloeddruk omlaag.
Tabel bij HYPERTENSIE uit je hoofd kennen.
Witte jas hypertensie = bloeddruk is hoger doordat je bij een arts bent, door de zenuwen.
Om dit te testen of het zo is kan je ook voor 24/48 uur een meter bij je dragen.
In de pre-hypertensie fase heb je meer kans om een hoge bloeddruk te krijgen. Je kan
preventief al medicijnen voor krijgen om het te voorkomen.
Hypertensie stadium I, je hebt een te hoge bloeddruk. Bij stadium II heb je echt een te hoge
bloeddruk, als het zo blijft kan er zelfs schade op treden.
Hypertensie soorten
1. Primaire = essentiële hypertensie: 90%
a. Oorzaak onbekend. Doordat je ouder wordt worden je vaten ook wat stugger.
b. Genetische en omgevingsfactoren
2. Secundaire hypertensie: 10%. Dit kan komen als een bijwerking van een andere
ziekte. Het is dan van belang om de echte ziekte aan te pakken.
a. Nierziekten
b. Vernauwing nierslagader
c. Hartafwijking
d. Stoornis in de hormoonhuishouding
e. Zwangerschapshypertensie
f. En nog meer…
g. Een voorbeeld van secundaire hypertensie: stel er is iets mis in de
hormoonhuishouding. Er wordt te veel ADH geproduceerd, daardoor wordt er
te weinig water uitgescheiden. Veel water in het bloed en dat zorgt voor een
hoge bloeddruk. Het kan ook als de nieren niet goed werken en er te weinig
vocht wordt uitgescheiden.
Symptomen hypertensie
Meestal zijn er geen symptomen. Het zijn vaak algemene klachten, je denkt niet meteen aan
een hoge bloeddruk. Het kan zijn dat je last hebt van: Hoofdpijn in de ochtend, een licht
gevoel in je hoofd, oorsuizen, vermoeidheid, hartkloppingen.
Het zijn meestal niet hele duidelijke klachten. Daardoor loop je er meestal lang mee rond
voordat je naar de dokter gaat en het ontdekt wordt. Wel komt het vaker voor bij ouderen.
Complicaties hypertensie: wat kan er gebeuren als je te lang rondloopt met een te hoge
bloeddruk?
, Hartaanval: Als de bloeddruk heel lang heel hoog is, moet je hart heel lang heel hard
werken. Je kan hartfalen krijgen.
Beroerte: Hersenbloeding/herseninfarct. De druk is in je hersenen ook zo hoog
waardoor de wand bijvoorbeeld kan scheuren.
Hartfalen:
Diabetes:
Nierziekten:
Oogziekten:
Aderverkalking:
Behandeling hypertensie is preventief. Je kan niet genezen maar je kan wel risicofactoren
reduceren.
- Bij lichte/pre- hypertensie: letten op je leefstijl. Minder zout eten, afvallen, meer sporten,
stoppen met roken, minderen in alcoholgebruik, (minder drop eten). Is dit niet mogelijk kan
het zijn dat je medicatie krijgt.
Bij ernstige hypertensie:
Bètablokkers, remt sympathicus. mindere speekselproductie, smaakverandering.
Daardoor kan je eetpatroon veranderen en ineens meer zoetigheid willen eten.
Thisazide-diuretica; verlagen perifere weersrand. Er wordt meer water uit geplast.
tandvleeszwellingen, roodheid hals en gezicht.
Calciumantagonisten: hart en. Vaatverwijding. prikkelhoest, smaakverandering
ACE-remmers: zoutuitscheiding &vaatverwijding. verzwering orale slijmvliezen.
Rechtop gaan zitten vanuit behandelstoel bloeddrukdaling duizeligheid, flauwvallen.
De sensoren voor het meten van je bloeddruk zitten in je hoofd. Daardoor kan die
duizeligheid ontstaan. Als iemand al een hoge bloeddruk heeft en veel angst heeft voor een
behandeling kan het wel ernstig worden.
Atherosclerose = slagaderverkalking.
Onder invloed van diverse factoren ontstaan vetafzettingen in de wand van de arteriën, die
later verkalken. Het gebeurt niet ineens maar het gaat in stappen. In een normaal bloedvat
loopt het bloed normaal. Cholesterol, vooral LDL treedt in de bloedbaan en gaat daar aan de
wand zitten. Als reactie komen er hier macrofagen op af. Als dit in balans is dan is er niks aan
de hand. Als je heel veel cholesterol hebt dan kunnen de macrofagen het niet meer
bijbenen. Het cholesterol zit dan onder het endotheel er ontstaat een fatty streak. Op de
fatty streak zitten cellen waardoor de oppervlakte ruwer kan worden. Als er steeds maar
meer en meer cholesterol ophoopt, ontstaat er een fibrous cap. Er zit nog wel een laag over
het endotheel heen maar dit staat op knappen. Zodra het endotheel knapt herkennen de
bloedplaatjes die erlangs gaan dit als een wond. Ook is het oppervlak dan ineens erg ruw.
Het proces gaat dan ineens heel snel. Het bloedvat vernauwt alleen maar meer. De fatty
streak kan ook loskomen en als bloedprop doorschieten en ergens verder schade aan
richten. Ook kan de fatty streak zo groot worden dat het, het hele bloedvat kan afsluiten.
Casus toets met farmacologie en voeding.
Hoorcollege 1 Hart- en vaatziekten en hypertensie 19-09-2019
Begrippen
Anamnese en onderzoek = info inwinnen d.m.v. vragen stellen.
Diagnose = wat heeft een persoon en wat is er aan de hand
Symptomen = de symptomen wijzen erop waarom je een diagnose gesteld hebt.
Complicaties = wil je voorkomen. Dit treedt op als het niet goed gaat.
Therapie = hetgeen wat je aanbiedt.
Prognose = hoe is het ziekteverloop waarschijnlijk gaat.
Bloedsomloop
Linker ventrikel Aorta Arteriën Cellen van de weefsel en de
organen/spieren Venen Onderste / bovenste holle ader
Rechter atrium Rechter ventrikel Longarterie Longen
Longvenen Linker atrium
Grote bloedsomloop brengt zuurstofrijk bloed naar alle organen.
Kleine bloedsomloop: zuurstofarm bloed opnieuw van zuurstof
voorzien. Kamer = ventrikel en boezem = atrium.
Bloeddruk
Druk die uitgeoefend wordt op de bloedwand. Het wisselt gedurende dag door vulling van
blaas, buitentemperatuur, emoties, leeftijd en geslacht. Je meet de bloeddruk bij je linker
bovenarm. Dit is het dichtste bij je hart dus meeste relevant.
Bovendruk = systole. Meestal 120 mmHg. Het is afhankelijk
van de kracht van de systole (= contractie van linker
ventrikel), de doorgankelijkheid van de aortaklep en de
elasticiteit van de aorta.
Onderdruk = diastole. Meestal 80 mmHG. De druk onder
invloed van de diastole (= ontspanning van de linker
ventrikel). Het is afhankelijk van de perifere weerstand,
elasticiteit van de grote slagaders.
Regulatie van de bloeddruk
Neurale factoren. Onder invloed van autonome zenuwstelsel.
Hormonale factoren. Onder invloed van het autonome zenuwstelsel.
o ADH bloeddruk omhoog (je neemt meer water op uit je blaas dus hoger
volume)
o RAAS. Onder invloed van autonome zenuwstelsel.
Lokale factoren. In het endotheel zitten stofjes die vasoconstrictie en vasodilatatie
kunnen laten gebeuren.
Autonoom zenuwstelsel = onbewuste aansturing, betekend niet dat je je er niet bewust van
kan worden. Wat gebeurt er met de bloeddruk als deze actief zijn.
, Sympathicus actief? Bloeddruk omhoog.
Parasympaticus actief? Bloeddruk omlaag.
Tabel bij HYPERTENSIE uit je hoofd kennen.
Witte jas hypertensie = bloeddruk is hoger doordat je bij een arts bent, door de zenuwen.
Om dit te testen of het zo is kan je ook voor 24/48 uur een meter bij je dragen.
In de pre-hypertensie fase heb je meer kans om een hoge bloeddruk te krijgen. Je kan
preventief al medicijnen voor krijgen om het te voorkomen.
Hypertensie stadium I, je hebt een te hoge bloeddruk. Bij stadium II heb je echt een te hoge
bloeddruk, als het zo blijft kan er zelfs schade op treden.
Hypertensie soorten
1. Primaire = essentiële hypertensie: 90%
a. Oorzaak onbekend. Doordat je ouder wordt worden je vaten ook wat stugger.
b. Genetische en omgevingsfactoren
2. Secundaire hypertensie: 10%. Dit kan komen als een bijwerking van een andere
ziekte. Het is dan van belang om de echte ziekte aan te pakken.
a. Nierziekten
b. Vernauwing nierslagader
c. Hartafwijking
d. Stoornis in de hormoonhuishouding
e. Zwangerschapshypertensie
f. En nog meer…
g. Een voorbeeld van secundaire hypertensie: stel er is iets mis in de
hormoonhuishouding. Er wordt te veel ADH geproduceerd, daardoor wordt er
te weinig water uitgescheiden. Veel water in het bloed en dat zorgt voor een
hoge bloeddruk. Het kan ook als de nieren niet goed werken en er te weinig
vocht wordt uitgescheiden.
Symptomen hypertensie
Meestal zijn er geen symptomen. Het zijn vaak algemene klachten, je denkt niet meteen aan
een hoge bloeddruk. Het kan zijn dat je last hebt van: Hoofdpijn in de ochtend, een licht
gevoel in je hoofd, oorsuizen, vermoeidheid, hartkloppingen.
Het zijn meestal niet hele duidelijke klachten. Daardoor loop je er meestal lang mee rond
voordat je naar de dokter gaat en het ontdekt wordt. Wel komt het vaker voor bij ouderen.
Complicaties hypertensie: wat kan er gebeuren als je te lang rondloopt met een te hoge
bloeddruk?
, Hartaanval: Als de bloeddruk heel lang heel hoog is, moet je hart heel lang heel hard
werken. Je kan hartfalen krijgen.
Beroerte: Hersenbloeding/herseninfarct. De druk is in je hersenen ook zo hoog
waardoor de wand bijvoorbeeld kan scheuren.
Hartfalen:
Diabetes:
Nierziekten:
Oogziekten:
Aderverkalking:
Behandeling hypertensie is preventief. Je kan niet genezen maar je kan wel risicofactoren
reduceren.
- Bij lichte/pre- hypertensie: letten op je leefstijl. Minder zout eten, afvallen, meer sporten,
stoppen met roken, minderen in alcoholgebruik, (minder drop eten). Is dit niet mogelijk kan
het zijn dat je medicatie krijgt.
Bij ernstige hypertensie:
Bètablokkers, remt sympathicus. mindere speekselproductie, smaakverandering.
Daardoor kan je eetpatroon veranderen en ineens meer zoetigheid willen eten.
Thisazide-diuretica; verlagen perifere weersrand. Er wordt meer water uit geplast.
tandvleeszwellingen, roodheid hals en gezicht.
Calciumantagonisten: hart en. Vaatverwijding. prikkelhoest, smaakverandering
ACE-remmers: zoutuitscheiding &vaatverwijding. verzwering orale slijmvliezen.
Rechtop gaan zitten vanuit behandelstoel bloeddrukdaling duizeligheid, flauwvallen.
De sensoren voor het meten van je bloeddruk zitten in je hoofd. Daardoor kan die
duizeligheid ontstaan. Als iemand al een hoge bloeddruk heeft en veel angst heeft voor een
behandeling kan het wel ernstig worden.
Atherosclerose = slagaderverkalking.
Onder invloed van diverse factoren ontstaan vetafzettingen in de wand van de arteriën, die
later verkalken. Het gebeurt niet ineens maar het gaat in stappen. In een normaal bloedvat
loopt het bloed normaal. Cholesterol, vooral LDL treedt in de bloedbaan en gaat daar aan de
wand zitten. Als reactie komen er hier macrofagen op af. Als dit in balans is dan is er niks aan
de hand. Als je heel veel cholesterol hebt dan kunnen de macrofagen het niet meer
bijbenen. Het cholesterol zit dan onder het endotheel er ontstaat een fatty streak. Op de
fatty streak zitten cellen waardoor de oppervlakte ruwer kan worden. Als er steeds maar
meer en meer cholesterol ophoopt, ontstaat er een fibrous cap. Er zit nog wel een laag over
het endotheel heen maar dit staat op knappen. Zodra het endotheel knapt herkennen de
bloedplaatjes die erlangs gaan dit als een wond. Ook is het oppervlak dan ineens erg ruw.
Het proces gaat dan ineens heel snel. Het bloedvat vernauwt alleen maar meer. De fatty
streak kan ook loskomen en als bloedprop doorschieten en ergens verder schade aan
richten. Ook kan de fatty streak zo groot worden dat het, het hele bloedvat kan afsluiten.
