1 Naamgeving
Keramiek komt van keramikos en betekend verbrand spul
wijst erop dat de gewenste eigenschappen van deze materialen bereikt worden door een
warmtebehandelingsproces bij hoge temperatuur (=bakken)
Keramische materialen zijn niet-metallisch en anorganisch
• Ze zijn hard en bestand tegen hitte en de meeste chemicaliën, en lichter dan de meeste
metalen
• Over het algemeen gevormd door een metaal te laten reageren met andere elementen zoals
zuurstof, stikstof…
• Binding is hoofdzakelijk ionisch en zeer sterk keramische materialen zijn relatief sterk en
chemisch stabiel
• De ionbinding neemt de buitenste elektronen van het metaal in beslag elektronen kunnen
niet vrij bewegen meestal slechte geleiding van elektriciteit en warmte
Kort samengevat Keramische materialen en silicaten
= klasse van elementen die zich onderscheid door
• Hardheid
• Bros gedrag
• Stijfheid
• Niet warmtegeleidend en goed temperatuurbestendig
• Niet elektrisch geleidend
• Gevoelig voor defecten
• Zeer hard goed schuurmateriaal
2 Keramische materialen en silicaten in de architectuur
2.1 Natuursteen
= gesteente dat van nature voorkomt en dat na eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal
2.1.1 Stollingsgesteente
= door stolling van magma of lava
2.1.1.1 Graniet
Komt van granus (= korrel)
• Stollingsgesteente gevormd in de diepte langzame afkoeling kristallen zijn zichtbaar
• Weinig poreus
• Één van de hardste steensoorten
• Sterk
• Hoofdzakelijk kwarts, veldspaat en mica
1
, 2.1.1.2 Basalt
= vulkanisch stollingsgesteente met veel magnesium en ijzer
• Kleine kristallen
• Slijtvast
• Hoge hardheid
• Donker uitzicht
• Goed weersbestendig
• Grondstof voor rotswolisolatie
• Toepassing: vloer/terrasbedekking, muurbekleding
2.1.2 Afzettingsgesteente
= door bezinken van deeltjes of neerslaan van mineralen uit water of een ander fluïdum
2.1.2.1 Kalksteen
= afzettingsgesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) overblijfselen van in de
zee levende organismen
• Bestaat voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3)
• Bevat regelmatig zichtbare fossielen
• Veel soorten met verschillende eigenschappen
o Dolomiet (hoge porositeit)
o Blauwe hardsteen (kenmerkende kleur + hard)
o Krijt (zacht)
o …
• Toegepast in verschillende vormen in de bouwwereld
o Bouwelementen: tegels, blokken…
o Portlandklinker = belangrijkste grondstof voor portlandcement
o In hoogovens voor de productie van staal, om onzuiverheden als silica te kunnen
verwijderen
2.1.2.2 Zandsteen
= afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandkorrels (kwarts)
• Geelbruin tot grijs door verwering
• Bruinrode varianten door oxiden en mineralen
• Zacht en goed bewerkbaar
• Sommige types zijn poreus en minder weervast
2.1.3 Metamorf gesteente
= gevormd onder druk/temperatuur
2.1.3.1 Marmer
Afgeleid van marmaron (= kristallijn gesteente, glinsterend gesteente)
• Metamorfe kalksteen uit zeer zuiver claciumcarbonaat
• Hoge dichtheid
• Hard maar zacht genoeg om te bewerken
• Slijtvast
• Weersbestendig
• Kan goed glad gepolijst worden
2
Keramiek komt van keramikos en betekend verbrand spul
wijst erop dat de gewenste eigenschappen van deze materialen bereikt worden door een
warmtebehandelingsproces bij hoge temperatuur (=bakken)
Keramische materialen zijn niet-metallisch en anorganisch
• Ze zijn hard en bestand tegen hitte en de meeste chemicaliën, en lichter dan de meeste
metalen
• Over het algemeen gevormd door een metaal te laten reageren met andere elementen zoals
zuurstof, stikstof…
• Binding is hoofdzakelijk ionisch en zeer sterk keramische materialen zijn relatief sterk en
chemisch stabiel
• De ionbinding neemt de buitenste elektronen van het metaal in beslag elektronen kunnen
niet vrij bewegen meestal slechte geleiding van elektriciteit en warmte
Kort samengevat Keramische materialen en silicaten
= klasse van elementen die zich onderscheid door
• Hardheid
• Bros gedrag
• Stijfheid
• Niet warmtegeleidend en goed temperatuurbestendig
• Niet elektrisch geleidend
• Gevoelig voor defecten
• Zeer hard goed schuurmateriaal
2 Keramische materialen en silicaten in de architectuur
2.1 Natuursteen
= gesteente dat van nature voorkomt en dat na eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal
2.1.1 Stollingsgesteente
= door stolling van magma of lava
2.1.1.1 Graniet
Komt van granus (= korrel)
• Stollingsgesteente gevormd in de diepte langzame afkoeling kristallen zijn zichtbaar
• Weinig poreus
• Één van de hardste steensoorten
• Sterk
• Hoofdzakelijk kwarts, veldspaat en mica
1
, 2.1.1.2 Basalt
= vulkanisch stollingsgesteente met veel magnesium en ijzer
• Kleine kristallen
• Slijtvast
• Hoge hardheid
• Donker uitzicht
• Goed weersbestendig
• Grondstof voor rotswolisolatie
• Toepassing: vloer/terrasbedekking, muurbekleding
2.1.2 Afzettingsgesteente
= door bezinken van deeltjes of neerslaan van mineralen uit water of een ander fluïdum
2.1.2.1 Kalksteen
= afzettingsgesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) overblijfselen van in de
zee levende organismen
• Bestaat voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3)
• Bevat regelmatig zichtbare fossielen
• Veel soorten met verschillende eigenschappen
o Dolomiet (hoge porositeit)
o Blauwe hardsteen (kenmerkende kleur + hard)
o Krijt (zacht)
o …
• Toegepast in verschillende vormen in de bouwwereld
o Bouwelementen: tegels, blokken…
o Portlandklinker = belangrijkste grondstof voor portlandcement
o In hoogovens voor de productie van staal, om onzuiverheden als silica te kunnen
verwijderen
2.1.2.2 Zandsteen
= afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandkorrels (kwarts)
• Geelbruin tot grijs door verwering
• Bruinrode varianten door oxiden en mineralen
• Zacht en goed bewerkbaar
• Sommige types zijn poreus en minder weervast
2.1.3 Metamorf gesteente
= gevormd onder druk/temperatuur
2.1.3.1 Marmer
Afgeleid van marmaron (= kristallijn gesteente, glinsterend gesteente)
• Metamorfe kalksteen uit zeer zuiver claciumcarbonaat
• Hoge dichtheid
• Hard maar zacht genoeg om te bewerken
• Slijtvast
• Weersbestendig
• Kan goed glad gepolijst worden
2