100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Sociaal Zekerheidsrecht II

Rating
-
Sold
-
Pages
22
Uploaded on
18-10-2024
Written in
2023/2024

Samenvatting van het tweede deel van Sociaal Zekerheidsrecht te Maastricht University.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 18, 2024
Number of pages
22
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

SOCIALE ZEKERHEID II



§ 1. VOLKSVERZEKERINGEN

Een volksverzekering is een verplichte, publiekrechtelijke verzekering voor iedere natuurlijke persoon
die legaal ingezetene is van Nederland. De personele werkingssfeer is daarom van toepassing op:

 Ingezetenen die in Nederland wonen (art. 2 AOW, art. 6 Anw en art. 2 AKW). “Wonen” wordt
naar de omstandigheden beoordeeld (art. 3 AOW, art. 7 Anw en art. 3 Akw), door registratie
in het BRP en “geleidelijk ingezetenschap” (na 3 jaar settelen in Nederland is er
ingezetenschap).

 Personen die in Nederland in dienstbetrekking werken en aan loonbelasting zijn onderworpen
(art. 6 AOW, art. 13 Anw en art. 6 AKW).

Er geldt een acceptatieplicht wat inhoudt dat de zorgverzekeraars niet zomaar nieuwe verzekerden
mogen weigeren.



In 1999 is het Besluit uitbreiding en beperking kring der verzekerden volksverzekeringen
opgesteld. Dit besluit bepaalt het volgende:

 Art. 9: zelfstandigen die in het buitenland wonen maar in Nederland hun bedrijf hebben, vallen
onder de personele werkingssfeer.

 Art. 9a jo. art. 10 jo. art. 11: een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft valt pas
onder de personele werkingssfeer vanaf de dag dat hij een verblijfsvergunning krijgt.

 Art. 4 jo. art. 17: rijdend, vliegend of varend personeel van een in Nederland wonende of
gevestigde werkgever maar zelf buiten Nederland woont vallen onder de personele
werkingssfeer, tenzij zij in hoofdzaak in het land waarin hij woont arbeid verricht of werkt bij een
filiaal van die werkgever buiten Nederland.

 Art. 2 jo. art. 16: diplomatiek en consulair personeel vallen onder de personele werkingssfeer.



§ 1.1. ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)

De AOW is een basispensioen van de overheid voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben
bereikt. De AOW-gerechtigde leeftijd (art. 7a AOW) is de afgelopen jaren sterk verhoogd. Sinds 2013
geldt een geleidelijke verhoging met het oog op de levensverwachting die ook stijgt.



§ 1.1.1. AOW: PIJLERSTELSEL

De AOW kent een driepijlerstelsel:

Pijl Soort Verantwoordelijk
er heid
1 AOW Overheid
2 Aanvullend pensioen Werkgever
Particuliere Mensen zelf
3
pensioenvoorzieningen


De financiering van de AOW gebeurt via het omslagstelsel: de huidige werkenden betalen direct voor
de huidige AOW’ers.

,§ 1.1.2. AOW: SYSTEMATIEK CASES

Een AOW-case wordt behandeld aan de hand van vijf vragen:

1. Is iemand (volledig) verzekerd geweest? (art. 6 AOW)

Art. 7a AOW: 2% per jaar opbouwen tussen aanvangsleeftijd en pensioengerechtigde leeftijd
(= lineaire opbouwsystematiek). Na 50 jaar geldt een volledige opbouw.

Art. 13 AOW: per niet verzekerd jaar heeft iemand een korting van 2%. Oplossingen hiervoor
zijn:

 Art. 35 – 37 AOW: vrijwillig verzekeren zolang de verzekerde de pensioengerechtigde
leeftijd niet heeft bereikt over een periode van maximaal 10 jaar.
 Art. 38 – 39 AOW: vrijwillig verzekeren voor de jaren dat de verzekerde niet in
Nederland woonde of werkte.



2. Is voldaan aan de ontstaansvoorwaarden? (art. 7 AOW)

De ontstaansvoorwaarde is:

 het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van art. 7a AOW; en
 minimaal één kalenderjaar verzekerd zijn.

(!) Een inkomensderving, eigen inkomen of dat van de partner of vermogenstoets is geen
sprake van.



3. Is er een uitsluitingsgrond van toepassing? (art. 8b jo. art. 8c jo. 8d AOW)

Er is sprake van een uitsluitingsgrond in één van de volgende gevallen:

 Vrijheidsstraf/vrijheidsbenemende maatregel;
 Onttrekking aan tenuitvoerlegging vrijheidsstraf/vrijheidsbenemende maatregel;
 Uitreizigers.



4. Wat is de hoogte van de AOW-uitkering? (art. 9 AOW)

De hoogte van de AOW is afhankelijk van de woonsituatie en gekoppeld aan het minimumloon:

Gehuwden (2 x 50%) Alleenstaanden (1 x 70%)
Gehuwd Alleenstaand
Geregistreerd partnerschap (art. 1 lid 2 Gehuwd/geregistreerd partnerschap maar
AOW) duurzaam gescheiden (art. 1 lid 3 sub b AOW)
Gezamenlijke huishouding (art. 1 lid 3 sub Commerciële relatie: zakelijke relatie wat
a jo. lid 4 AOW) aantoonbaar is door o.a. huurovereenkomst,
opgave huurinkomsten, etc.
LAT-relatie: onder voorwaarden geen
hoofdverblijf in dezelfde woning.

Hierbij geldt de twee-woningenregel voor
ongehuwden: indien één van de twee zijn huis
verkoopt en samen gaat wonen bij de ander,
dan vervalt de positie van alleenstaande.
Meerpersoonshuishouden: meer dan twee
meerderjarige personen, ongeacht
bloedverwant, voeren een gezamenlijke
huishouding. Iedere AOW-gerechtigde wordt in
deze situatie als alleenstaand aangemerkt.

, 5. Is er een beëindigingsgrond van toepassing?

Er is sprake van een beëindigingsgrond indien:

 Art. 18 AOW: overlijden van de AOW-gerechtigde.
 Art. 8b lid 2 AOW: vrijheidsstraf of andere vrijheidsbeneming gedurende minimaal 1
maand.
 Art. 8c lid 2 AOW: onttrekking aan vrijheidsstraf.
 Art. 8d AOW: uitreizigers.




§ 1.1.3. AOW: ACTUALITEITEN

Verhoging AOW-gerechtigde leeftijd: sinds 2013 een geleidelijke verhoging met 1 – 3 maanden per jaar.
Verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan verhoogde levensverwachting.

Wetsvoorstel Flexibilisering ingangsdatum AOW: in 2016 is een wetsvoorstel ingediend waarbij het AOW
maximaal 5 jaar eerder of later in mag laten gaan. Dit is verworpen!



§ 1.2. ALGEMENE NABESTAANDENWET (ANW)

De Anw geeft nabestaanden het recht op een uitkering in het geval de partner overlijdt. Dit is een
risicoverzekering, wat inhoudt dat het recht op de Anw afhankelijk is of diegene die overlijdt verzekerd
is voor de Anw.

De Anw bestaat uit:

 De wezenuitkering voor de kinderen van de overleden persoon.
 De nabestaandenuitkering voor de nabestaande van de overleden persoon.



Van belang voor de Anw zijn de begrippen ‘nabestaande’ en ‘kind’:

Echtgenoot (art. 1 sub d Anw) of geregistreerd partner (art. 3 lid 1 Anw).
Nabestaan Degene met wie men een gezamenlijke huishouding voerde, tenzij bloedverwant
de eerste graad (art. 3 lid 2 Anw).
Gewezen echtgenoot: voormalig echtgenoot (art. 4 Anw).
Eigen, aangehuwd of pleegkind dat geboren is vóór of op de dag van het overlijden.
Kind
Bij zwangerschap: dag van overlijden verzekerde geldt als geboortedag van het kind.
$7.24
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
timzwitser Maastricht University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
15
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
9
Last sold
1 month ago

5.0

2 reviews

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions